245 rste voor- n en twet. t voor men, weer r er oet racht 20 in dat koord op de ijze ra ik id te- tonder eraf voor- arme- ange- ing jgen Zij- ,1 emgd. er- Eigen- le wo- der eno- tichting wordt te voe- t 65ste ch van ie est graag nu wer- ;eft dat willen neen it de be- die aties, ikt dat is inge- chijnsel e orga- 253 254 Vermoedelijk zal de door mevrouw Oranje bedoelde bepaling niet vaak worden gebruikt, omdat ook wordt bepaald dat een bestuurslid slechts tweemaal vier jaar in het bestuur zitting mag hebben. Bij het aanwijzen van kandidaten is het dan ook voorstelbaar of iemand tijdig voor het bereiken van het 65ste levensjaar zal kunnen opstappen. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt dat het helemaal niet nodig is om die limiet van 65 jaar in de statuten op te nemen, nu ook wordt bepaald dat een bestuurs lid slechts twee periodes van vier jaar in het bestuur zitting kan hebben. Zij stelt derhalve voor het gestel de onder 2c niet aan de statuten toe te voegen. De heer JOOSTEN ondersteunt het voorstel van me vrouw Oranje. De VOORZITTER: Dan is er sprake van een formeel voorstel. Wethouder DE HAAN meent dat het totale voorstel terug moet naar het bestuur van de stichting, wanneer de raad besluit het gestelde onder 2c te schrappen. Het voorstel is afkomstig uit de stichting, zodat deze zich nader dient te beraden. Spreker zou graag willen dat het gestelde onder 2c ge handhaafd blijft, zodat er in voorkomende gevallen gebruik van kan worden gemaakt. Door het inbouwen van die leeftijdsgrens bestaat de zekerheid dat er niet uit de kring van de verenigingen zal worden gepro beerd een al wat ouder persoon naar voren te schui ven. Ook het college hoopt dat er van deze bepaling nooit gebruik behoeft te worden gemaakt, maar wanneer het nodig is, is het gemakkelijk een dergelijke bepaling bij de hand te hebben. Er is geen sprake van discri minatie van personen ouder dan 65 jaar. Het college dringt aan op handhaving van het gestelde onder 2c. De VOORZITTER merkt op dat in de statuten de volgende bepaling voorkomt: „Deze statuten kunnen bij, door gedeputeerde staten van Utrecht goed te keuren besluit door de raad der gemeente worden gewijzigd nadat ter zake het oordeel van de vergadering van deelnemers is ingewonnen". Dat oordeel is ingewonnen. De deelnemers stellen het gestelde onder 2c voor. Het komt spreekster voor dat het voorstel dan ook niet meer naar de stichting terug moet. De raad zal moeten stemmen. Het amendement van mevrouw Oranje-Entink wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 13 te gen 9 stemmen. Tegen gestemd hebben de leden: mevrouw Walter- Van der Togt, Van Poppelen, Van Ee, mevrouw Kort- huis-Elion, Grift, Ebbers, Detmar, Logtenstein, Ver- heus, Korte, De Haan, Blaauw en Levinga. Voor hebben gestemd de leden: Van Vloten, Hoekstra, Storimans, Jonker, Dijkstra, Stam, Joosten, mevrouw Oranje-Entink en De Groot. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Mevrouw Oranje-Entink en de heer Joosten krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. Voorstel tot het doen dagvaarden in het kader van het onteigeningsplan Egghermonde. Voorstel tot verkoop van grond, gelegen aan: a. de Eigendomweg aan de heer H.E. van den Hengel te Soest; b. de Laanstraat aan Jac. Hermans Levensmiddelen- bedrijven B.V. te Amsterdam; c. aan de Nijverheidsweg aan de Gebroeders Roest B.V. te Baarn. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 255 Voorstel tot het weigeren van een verzoek om mede werking voor het in bouwexploitatie brengen van grond, gelegen aan de Ferd. Huycklaan. De VOORZITTER deelt mee dat de commissie ruim telijke ordening zich met het voorstel verenigt; één lid behoudt zich zijn stem voor. De heer VAN EE zegt dat hij tijdens de behandeling van de voordracht in de commissie ruimtelijke orde ning zich zijn stem heeft voorbehouden. Te hopen zij dat uit het antwoord van het college zal blijken hoe ingezetenen van Soest dienen te handelen, indien zij in het bezit zijn van terreinen en zij zien dat het ge bied waarin hun eigendom ligt van een agrarische be stemming een woonbestemming krijgt. In het onderhavige geval werd een particulier bena derd voor verkoop van diens grond aan een bouwon derneming. De betrokkene kreeg uiteraard een goede prijs aangeboden. De prijs lag ver boven de prijs die zou worden ontvangen, indien de gemeente de grond zou onteigenen. De bouwonderneming heeft contact opgenomen met de dienst gemeentewerken over het bouwen van woningen. De dienst vond de voorstellen van de bouwondernemer interessant, omdat aan de wensen van een aantal Soester ingezetenen, die zelf een eigen huisje wilden bouwen, zou kunnen worden tegemoet gekomen. Met medeweten van de betrok ken wethouder is er verder contact geweest met de dienst gemeentewerken. Er is ook gesproken om voor gezamenlijke rekening het gehele terrein bouwrijp te maken, Het bevreemdt de fractie dat er een plan is ontwik keld waaraan de dienst gemeentewerken medewer king heeft verleend, terwijl het college als argument aangeeft dat dit plan in strijd is met het bestemmings plan landelijk gebied, zodat burgemeester en wet houders geen medewerking kunnen verlenen aan het in bouwexploitatie brengen van de grond. De fractie meent bovendien dat voor het betrokken gebied een beginselverklaring is gegeven om voor dit deel van het landelijk gebied een bestemmingsplan Kortend te ontwikkelen. Er zijn derhalve wel degelijk plannen om de grond in bouwexploitatie te brengen. De betrokken wethouder had daarenboven kunnen weten dat het door de architect uitgewerkte plan een zogenaamd postzegelplannetje is en dat een der gelijk plan bij gedeputeerde staten beslist geen gena de zou hebben gevonden. De fractie vindt de door de dienst gemeentewerken gevolgde werkwijze uitermate vreemd. Nadere uitleg is noodzakelijk, Er is veel geld en tijd besteed aan het maken van plannen, waarvan het college vooraf kon weten dat dit niet op die wijze zou kunnen worden gerealiseerd. De heer VAN POPPELEN zegt dat de heer Van Ee jammer genoeg was verhinderd toen het plan in de commissie ruimtelijke ordening werd behandeld. Spreker heeft onmiddellijk stelling genomen tegen het plan. Hij stemt dan ook geheel in met hetgeen wordt voorgesteld.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 248