de instelling van een aparte verkeersgroep. Er zijn 307 een voudige diefstallen gepleegd en 91 gekwalificeerde. Niet zo zeer in verband met deze diefstallen, maar wel om een beter contact tussen politie en burger op te bouwen en meer be grip voor de eigenlijke taak van de politie te krijgen, zal het instituut van de wijkagent worden ingevoerd. De ergste huisvestingsproblemen voor de politie zullen ge lukkig binnen een maand - voor de eerste jaren althans - zijn opgelost. En over een nieuw politiebureau wordt gefilo sofeerd. De beide brandweerkorpsen Soest en Soesterberg vieren in de loop van het jaar hun 50-jarig bestaan. Vijftig jaar vrijwil lige brandweer, het is een cijfer om stil bij te staan en wij zullen dat dan ook zeker doen. Het zijn twee korpsen om trots op te zijn. Voor Soesterberg wenkt de nieuwe garage én een nieuwe wagen! Binnenkort zal in Soest de 24-uurs alarmering voor brandweer, ambulance en gemeentebedrij ven een feit zijn. (De heer Hoekstra komt ter vergadering). In de cijfers die voor u liggen vindt u acties terug van de Soester bevolking. De burgers worden geboren, zij moeten naar school, zij trouwen, zij zoeken huizen, zij vestigen zich en zij vertrekken, zij werken en recreëren, zij begaan overtredingen en soms misdrijven, zij hebben brand en zij komen aan het einde van hun leven. De cijfers bieden ons daarom stof tot overdenking en tot bezinning op reeds ge heel of ten dele vastgelegde uitgangspunten Want bij al deze handelingen van onze burgers is het gemeentebestuur en het gemeentelijk apparaat op de een of andere wijze be trokken. Ik hoop dat wij in het jaar 1973 eendrachtig en toch kri tisch met elkaar willen samenwerken om een bijdrage te ge ven aan het welzijn van de gemeente Soest en haar inwo ners. Het moge u persoonlijk en de uwen met onze mede werkers en hun gezinnen daarbij in alle opzichten wel gaan. Mevrouw ORANJE-ENTINK spreekt hierna als volgt: Mevrouw de voorzitter! Namens alle raadsleden dank ik u dat u de traditie van uw voorganger hebt voortgezet door het houden van een nieuwjaarsrede. U hebt zich een ogenblik afgevraagd of het uitspreken van een nieuwjaarsrede wel zin heeft. De inhoud van uw rede en de voor ons liggende cijfers bewijzen dat het wel dege lijk zin heeft een nieuwjaarsrede uit te spreken. Door be studering van de cijfers zullen wij een juist beeld krijgen van het wel en wee van de gemeente die wij de eer en het genoegen hebben te dienen. Wij zijn natuurlijk bijzonder ingenomen met het feit dat u geen aanleiding hebt gevonden ons te kapittelen. Wij hopen van onze zijde dat wij met u, het college en uw medewer kers een zeer goede, prettige en vruchtbare samenwerking zullen mogen hebben. Te hopen zij, dat daarbij niet zal wor den vergeten de warme menselijkheid die in deze geautoma tiseerde maatschappij tegenwoordig minder dan ooit kan worden gemist. De VOORZITTER: Dank u zeer, 1. Brief d.d. 4 januari 1973 van de voorzitter van het centraal stembureau, waarbij een afschrift wordt toe gezonden van zijn besluit van 22 december 1972, waarbij de heer B. J oosten te Soest is benoemd ver klaard tot lid van de gemeenteraad met het voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen, alsmede de geloofsbrief van de heer B. Joosten, met voorstel tot onderzoek daarvan over te gaan. De VOORZITTER benoemt de heren Van Ee, Pie ren en Oldenboom tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven en schorst de verga dering, ten einde de commissie in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden te verrichten. Wanneer de vergadering is heropend, deelt de heer OLDENBOOM namens de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven mede, dat de commissie de ge loofsbrieven van de heer B. Joosten heeft onderzocht en in orde bevonden en voorstelt de heer B. Joosten toe te laten als lid van de raad. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven besloten. De VOORZITTER dankt de leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven voor de verrichte werkzaamheden. 2. Ingekomen stukken. a. Brief van E.M.E. Jurgens d.d. 30 oktober 1972 waar in aan de raad een afschrift van het bezwaarschrift aan B. en W. tegen de bouw van een bejaardencentrum aan de Ir. Menkolaan wordt gezonden met voorstel deze brief te beantwoorden conform de ter inzage gelegde concept-brief. b. Brief van C. Doelman d.d. 31 oktober 1972, waar in aan de raad een afschrift van het bezwaarschrift aan B. en W. tegen de bouw van een bejaardencentrum aan de Ir. Menkolaan wordt gezonden met voorstel deze brief te beantwoorden conform de ter inzage gelegde concept-brief. De VOORZITTER zegt dat hedenmorgen nog twee brieven zijn ingekomen inzake de bouw van het bejaar dencentrum. Deze brieven zijn afkomstig van mevrouw J. Westendorp-Denijs en de heer E.D. Consenheim. Het college stelt voor deze brieven in dezelfde geest als de aan de orde zijnde brieven te beantwoorden. Spreekster deelt mede dat de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan zich kan verenigen met de con cept-antwoorden; één lid behoudt zijn stem voor. De commissie meent dat het woord „fauna" in de een na laatste alinea van de brief aan de heer Doelman kan worden geschrapt. De heer JONKER herinnert eraan dat in de raadsver gadering van 16 november 1972 door mevrouw Wal- ter is ingegaan op de voorgeschiedenis van het om streden flatgebouw nabij de Ir. Menkolaan. De fractie van D'66 heeft toen aangedrongen op een gesprek met de bewoners om duidelijkheid ten aanzien van de plannen te verkrijgen. Met waardering heeft de fractie kennis genomen van het feit dat inmiddels op 18 december 1972 een hea ring heeft plaatsgevonden waarin opening van zaken is gegeven. Uit het verslag van deze hearing en uit con tacten met de bewoners is overigens gebleken, dat de concessie van 8 m opschuiven er geenszins toe heeft geleid, dat de bezwaren zijn komen te vervallen. Inte gendeel: er heeft zich een groep uit de bewoners ge vormd die uitgebreid in de stukken is gedoken. Men heeft voldoende stof gevonden om de van gedepu teerde staten vereiste verklaring van geen bezwaar in gevolge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Or dening op losse schroeven te kunnen zetten. Men heeft daaraan op zich zelf echter geen behoefte. Er wordt de voorkeur gegeven aan een gezamenlijke aan pak met de gemeente en andere betrokkenen, waar door wellicht tot een meer aanvaardbare oplossing kan worden gekomen. Toen spreker vorige week zijn stem voorbehield in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan vroeg de voorzitter van de commissie naar de reden van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 3