eid te heer ïrzoek s de ge- erzocht oosten rereen- derzoek nmtssie verrichte 972 waar- :hrift aan trum aan el deze gelegde 2, waar- thrift aan itrum aan el deze gelegde g twee iet bejaar- mevrouw heim. Het ;st als :n. dbe drijf e con- toor. De le een na an kan aadsver- tw Wal- :t om- Je fractie sprek nen van een hea- n zaken n uit con- a, dat de >e heeft len. Inte- ners ge in. Men depu- twaar in- ijke Or- Men :fte. Er ilijke aan- t, waar- ossing ield in an vroeg n van sprekers standpunt. Hij heeft toen geantwoord dat het hem niet verstandig leek om brieven te schrijven die zo pertinent van het eigen gelijk uitgaan. Hij heeft gezegd dat hij graag nog eens rustig wilde nadenken over de materie. Hij heeft inmiddels getracht om objectief en systema tisch de, aan het doorzetten van de tot dusverre door het college gevolgde beleidslijn verbonden, voor- en nadelen op een rijtje te zetten aan de hand van de volgende vragen: a) waarom wil de gemeente eigenlijk dat uitvoering wordt gegeven aan het plan? b) wat is er tegen? Ad a. 1. Men wil een kolossaal bejaardencentrum stichten in het dan wel voormalige bos aan de Ir. Menkolaan, omdat het past in een bestemmingsplan dat volgens de inzichten van tien jaar geleden is opgesteld. 2. De gemeente vindt het jegens de N.C.H.B. onfat soenlijk op het plan terug te komen. De N.C.H.B. heeft de grond reeds gekocht tijdens de zittingsperio de van de vorige raad. De N.C.H.B. is reeds lang met het plan bezig. Terugkomen op het eerder genomen besluit zou kunnen leiden tot schadeloosstelling en een strop op de grond. 3. Te vrezen valt dat, wanneer het nieuw geplande be jaardencentrum niet wordt gerealiseerd, de „Chinese muur" zal worden gebouwd, want daarvoor is geen artikel 19-procedure nodig. Dit is een loos dreige ment, daar uiteraard niemand er thans over piekert een dergelijk verouderd bouwwerk neer te zetten, dat bovendien uit welstandsoverwegingen niet aan vaardbaar is. Ten slotte zal er bij de toekomstige bewoners wellicht ook een aantal Soesters kunnen zijn, waardoor enige doorstroming zal kunnen optreden. De aanwijzingen uit het woningmarktonderzoek zijn echter niet veel belovend in dit opzicht. Meer argumenten voor het huidige project heeft spre ker niet kunnen bedenken en ook niet gehoord in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan, hoewel daarom uitdrukkelijk is gevraagd. Ad b. (Wat er tegen het plan is). 1. Er wordt een concentratie van bejaardencentra in een deel van één wijk teweeggebracht, die geheel in strijd is met de moderne opvattingen ter zake (oude re mensen moeten temidden van jongere mensen wo nen en niet in een soort van getto). De provinciale stichting voor de bejaardenoorden, die gedeputeerde staten over deze materie adviseert, let speciaal op dit aspect. 2. Er vindt een verdere scheeftrekking plaats van de Soester bevolkingsopbouw in de richting van een toe nemende vergrijzing. 3. Er vindt een ernstige milieu-aantasting plaats. Te genover het verhaal dat het bo.; eigenlijk niets voor stelt (dat is vorige week nog in de commissie verteld) wil spreker een uit onverdachte bron afkomstig ci taat stellen. Het citaat is afkomstig uit het Koninklijk Besluit van 7 juli 1966 met betrekking tot het „parti eel uitbreidingsplan Soestdijk N.W. II, waarin werd betoogd dat een eventueel om te leggen rijksweg 1B niet door dit gebied mocht worden aangelegd, omdat: „alsdan wordt voorkomen dat het in dit plan begre pen gebied, hetgeen vroeger behoorde tot het land goed „Braamhage", wordt versnipperd, het woonge not van de op dat landgoed reeds aan de Ir. Menko laan gebouwde middenstands- en bejaardenwoningen aanzienlijk wordt geschaad en het bejaardencentrum „Braamhage", met de daarbij behorende woningen, tussen twee verkeerswegen komt te liggen; dat een doorsnijding van het oude landgoed „Braamhage", uit een historisch oogpunt bezien, zou zijn te betreuren; dat deze doorsnijding van dit fraaie gedeelte van de gemeente Soest echter vooral uit een oogpunt van landschapsschoon schade zal berokkenen". Het lijkt waarschijnlijk dat deze argumentatie des tijds door de gemeente Soest is aangedragen in het ka der van de behandeling door de Kroon. 4. De bezwaren van de bewoners van de Ir. Menko laan zijn genoegzaam bekend. Ook de bevolking van Braamhage is en bloc tegen. 5. Aan hoogbouw is in Soest nauwelijks meer be hoefte, aangezien volgens het antwoord van burge meester en wethouders tijdens de begrotingsbehande ling op 11 december jl. de 12% tot 15% hoogbouw in de regio reeds is bereikt. Na afweging van voornoemde voor- en nadelen komt spreker voorshands tot de conclusie, dat met het hui dige plan meer Soester belangen worden geschaad dan gediend. Is de verklaring van gedeputeerde sta ten ter zake de artikel 19-procedure reeds aange vraagd? Zo neen, wanneer zal deze aanvraag dan vol gens de huidige planning de deur uitgaan De fractie van D'66 ontraadt het college ten stelligste de artikel 19-procedure door te zetten. Waarschijnlijk zal een afwijzing door gedeputeerde staten volgen, het geen weinig bevorderlijk zal zijn voor de geloofwaar digheid van het gemeentelijke beleid in deze soort van zaken. De fractie adviseert het college de brieven aan de heer Doelman en Jurgens niet in de voorgestelde vorm uit te sturen. Het verdient aanbeveling het antwoord aan te houden, in afwachting van de resultaten van het door de fractie aanbevolen nadere overleg en be zinning ter zake. De heer SMITS zegt dat er in de brief van de heer Jur gens en in het betoog van de heer Jonker wordt ge sproken over een bejaardencentrum. Daardoor ont staan misverstanden, want er is sprake van een service flat, waarin oudere mensen, gehandicapten en alleen staanden kunnen wonen. Daardoor ontstaat een ver menging van ouderen met jongeren. De heer JONKER: Negentig procent van de bewoners van dit soort instellingen bestaat uit 65+ers. Dat is de ervaring. Kijkt u maar naar Hoog Soestdijk. Wethouder DE HAAN: Geen vergelijking. De heer SMITS meent dat er niet kan worden gespro ken van een concentratie van bejaarden. Bovendien zijn de bejaarden ook nog in verschillende leeftijdsca tegorieën in te delen. Braamhage is een rusthuis, waarin de gemiddelde leef tijd meer dan 80 jaar is. In de flat zullen de mensen ieder een aparte woning bewonen. Zij kunnen alleen een bepaalde service krijgen. De constructie is totaal anders. Er is sprake van een vorm van wonen tussen bejaardenwoningen en bejaardentehuizen in, die langzamerhand meer en meer verzorgingstehuizen worden. Deze vormen mogen niet door elkaar worden gehaald, want begripsverwarring moet worden voor komen. Spreker stelt daarom voor in de brief aan de heer Jurgens het woord „bejaardencentrum" te vervan- 3

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 4