De heer LEVINGA: Dat zou ik niet nemen als wet
houder zijnde.
Wethouder DIJKSTRA: Ik neem het ook niet.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Was het maar waar!
Wethouder DIJKSTRA zegt in het bezit te zijn van
een aanwijzing van een belangenorganisatie, nl. de
Vereniging voor Openbaar Onderwijs. V.O.O. is, om
het scherp te stellen, een eenzijdig gerichte belangen
organisatie die terdege opkomt voor de belangen van
het openbaar onderwijs.
Deze organisatie neemt geen blad voor de mond. De
aanwijzing bevat natuurlijk volstrekt geen officiële
richtlijnen of gedragsnormen, maar het is toch wel
aardig om bekend te maken wat V.O.O. vraagt. De ge
meente Soest voldoet geheel in haar procedure aan al
les wat V.O.O. wil. Deze organisatie stelt onder meer:
„Voorwaarde voor benoeming tot hoofd van een
school is dat overeenstemming bestaat over zijn mo
gelijke geschiktheid tussen B. en W. en de inspecteur.
Sollicitanten, die niet aan die voorwaarde voldoen,
kunnen uiteraard in de schoolraad buiten beschou
wing blijven.
Van de overige sollicitanten moet de schoolraad die
gegevens ontvangen, die voor zijn oordeelvorming van
belang kunnen zijn".
Daarna volgt het onverwachte sollicitantenbezoek aan
de uitverkoren kandidaten. In sommige gevallen
wordt er wel eens door 30 mensen gesolliciteerd. In
het onderhavige geval waren er 27 kandidaten. De
papieren worden doorgekeken. De beste mensen - in
dit geval zes - worden opgeroepen voor een persoon
lijke kennismaking. Dan vallen er reeds gauw een paar
af. In dit geval bleven er drie over. Dezen worden op
hun school (tijdens de schooluren) onverwacht opge
zocht.
Uit die bezoeken vloeit voort de overeenstemming
tussen inspecteur en de wethouder van onderwijs over
de ontwerp-voordracht. Van deze procedure wil spre
ker niet afwijken. In de eerste plaats brengt de inspec
teur diens gedegen vakkennis in en in de tweede plaats
onderzoekt spreker de geschiktheid van de sollicitant
voor een bepaalde school in een bepaalde wijk. Daar
bij worden alle relevante factoren in acht genomen.
Voorts wordt in het artikel van V.O.O. gesteld:
„Vermeden moet worden - vooral bij het heersend te
kort aan docenten - dat het advies van de schoolraad
de benoemingsprocedure vertraagt. B. en W. zullen
hieraan meewerken door bijv. een of meer leden van
de schoolraad aanwezig te laten zijn bij sollicitatiege
sprekken, mee te nemen op sollicitantenbezoek of
spoedig mondeling of schriftelijk verslag uit te brengen
over het sollicitantenbezoek."
In Soest is gekozen voor de tweede mogelijkheid, het
verslag uitbrengen over het sollicitantenbezoek. Dat
geschiedt nauwkeurig. De laatste maal heeft spreker
een klein schriftelijk verslag uitgebracht over de drie
kandidaten die waren uitgekozen.
Burgemeester en wethouders zullen tot aan de gren
zen van het geoorloofde - dat wil zeggen binnen de
grenzen van de wet - de schoolraad alle inspraak ge
ven. De schoolraad zal worden uitgenodigd bij het
vooronderzoek van de dossiers van alle sollicitanten.
Eén lid van de schoolraad (voorzitter of secretaresse)
zal bovendien worden uitgenodigd om aanwezig te
zijn bij de eerste kennismaking. Overigens let de
schoolraad niets om zelf op stap te gaan. Of de men
sen van de schoolraad hartelijk zullen worden ontvan
gen is een andere zaak.
Schoolraad en gehele onderwijscommissie zijn boven
dien aanwezig in de besloten vergadering waar de kan
didaten komen opdraven De schoolraad wordt dan
op de meest volledige wijze binnen de grenzen van de
wet en binnen de grenzen van het praktisch mogelijke
ingeschakeld.
De heer JOOSTEN begrijpt dat er bij burgemeester en
wethouders geen bereidheid bestaat om het voorstel
aan te houden. Wanneer de raad toch tot benoeming
mocht overgaan, zal spreker de Kroon om schorsing
van het raadsbesluit vragen ten einde vernietiging te
verkrijgen, omdat het raadsbesluit zijns inziens in
strijd zal zijn met de wet en het algemeen belang.
De heer LEVINGA vraagt of alle toezeggingen die de
wethouder doet
Wethouder DIJKSTRA: Eén maar.
De heer LEVINGA: U hebt verschillende dingen ge
noemd die u de schoolraad wilt toestaan.
Voortgaande vraagt spreker of de inschakeling van
de schoolraad zal plaatsvinden voordat de voordracht
is opgemaakt. Daarom draait alles. Op het ogenblik
mag de schoolraad komen opdraven om de sollici
tanten mee te helpen keuren Dat heeft geen zin
meer, want dan bestaat de voordracht reeds. Hoog
stens kan worden voorgesteld van die voordracht af te
wijken. De schoolraad dient inspraak te krijgen voor
dat de voordracht wordt opgemaakt. Wanneer dat
kan worden toegezegd, is spreker tevreden. Hij hoopt
dat de schoolraad dan ook tevreden is.
De heer PIEREN meent dat wethouder Dijkstra heeft
gezegd dat de schoolraad inzage zal krijgen van de
sollicitatiebrieven, dossiers, etc. van de sollicitanten
voordat de voordracht wordt samengesteld. Die toe
zegging is er naar sprekers wijze van zien.
Wethouder DIJKSTRA: Ja.
De heer PIEREN zegt dat aan het vragen om vernie
tiging van een raadsbesluit een heel lange procedure
is verbonden. Dat zou betekenen dat die school gedu
rende lange tijd zonder schoolhoofd zit. Juridisch zal
er echter sprake zijn van een onmogelijkheid, want er
is sprake van benoeming van onderwijspersoneel. Een
dergelijke benoeming is voorbehouden aan de raad.
De VOORZITTER zegt dat menin theorie altijd kan
proberen vernietiging van een raadsbesluit te krijgen.
Het te nemen besluit kan echter direct worden uitge
voerd. Dat is de bevoegdheid van de raad. Er zijn geen
verdere goedkeuringen nodig.
Wethouder DIJKSTRA herhaalt dat burgemeester en
wethouders, onder het voorbehoud dat de inspecteur
daarmede instemt, voornemens zijn om de schoolraad
mede te delen dat deze raad voortaan zal worden uit
genodigd bij de eerste ontmoeting met de uitgekozen
kandidaten.
Door de aanwezigheid van één lid van het dagelijks
bestuur van de schoolraad bij het vooronderzoek van
de sollicitanten is de schoolraad ten volle in de gele
genheid om met het college van gedachten te wisselen
over de indruk die de kandidaten maken. De kernfa
se is het overleg tussen de wethouder van onderwijs en
de inspecteur naar aanleiding van het terreinonderzoek
(het schoolbezoek) Dit punt is nadrukkelijk door de
wet voorbehouden aan de inspecteur en de wethouder
van onderwijs Uit het overleg tussen de inspecteur en
55