dt
er-
an-
:1
t-
le
en-
ït-
t
deze brief aan de raad werd gericht. De heer Pothuizen
heeft nl. op 13 januari een brief gericht aan „het ge
meentebestuur van Soest." Die brief is bij het college
terecht gekomen en is op 1 april op uiterst korte en
weinigzeggende wijze beantwoord. De heer Pothui
zen heeft daarmede terecht geen genoegen genomen
en heeft zich opnieuw met een brief tot het gemeen
tebestuur gewend, waaraan hij heeft toegevoegd: „ook
dat deel wat „raad" heet." Het is waarschijnlijk door
die toevoeging dat zijn brief thans op de raadsagenda
staat. Spreker wil er bij alle ingezetenen van de ge
meente op aandringen om, als zij brieven willen schrij
ven aan het gemeentebestuur maar daarmede de raad
der gemeente bedoelen, hun brieven duidelijk te
adresseren aan de raad der gemeente Soest. Als de
heer Pothuizen dit op 13 januari had gedaan, zou de
ze een uitvoeriger antwoord hebben gekregen dan nu
op 1 april is gebeurd.
De heer Pothuizen dringt er in zijn brief op aan om
het gebied van de Lange Duinen nog toegankelijker
te maken dan het nu al is. Spreker meent dat het col
lege een juist standpunt inneemt als het stelt dat de
toegankelijkheid van dit gebied al voldoende is. Hij
wil zelfs verder gaan door te stellen dat de situatie in
dit gebied er op duidt dat dit gebied de belangstel
ling van publieke zijde nauwelijks verdraagt. De natuur
ondervindt er duidelijk schade van. Spreker wil er bij
de nieuw te benoemen boscommissie op aandringen
hieraan straks aandacht te besteden. Misschien zal
moeten worden overwogen de toegankelijkheid van
het gebied van de Lange Duinen zelfs gedurende enige
tijd te beperken, teneinde de natuur in de gelegenheid
te stellen zich te herstellen. Verder is hij het met het
college eens dat het aanleggen van ruiterpaden met
daarnaast fietspaden, zoals de heer Pothuizen voor
stelt, geen goede combinatie is. Op het gebruik dat de
ruiters maken van de ruiterpaden in de Lange Duinen
moet scherp worden toegezien, want hier en daar
gaat het op misbruik lijken.
De VOORZITTER onderschrijft de opmerking van de
heer De Groot inzake de adressering van voor de raad
bedoelde brieven. Voorts heeft de heer De Groot eni
ge waardevolle opmerkingen gemaakt in verband met
het bosbezit. Hij is het met het college eens dat het
gebied van de Lange Duinen niet nog verder moet
worden ontsloten en meent zelfs dat de toegankelijk
heid tijdelijk wat zou moeten worden beperkt om de
aanplant kans te geven zich te ontwikkelen. Het colle
ge wil zich hierop graag bezinnen, al lijkt het op zich
zelf genomen moeilijk om een recreatieplaats te
sluiten. Het gebruik ervan zal echter zeker in de gaten
moeten worden gehouden.
De opmerkingen van de heer De Groot over de ruiter
paden en over het misbruik dat daarvan soms wordt
gemaakt, zijn spreekster uit het hart gegrepen. De po
litie let hierop zeker wel, maar het is natuurlijk niet
altijd mogelijk iedere overtreder te achterhalen. Met
zijn allen zal men bijzonder zijn best moeten doen om
het waardevolle natuurgebied van de Lange Duinen te
behouden.
Besloten wordt adressant te berichten overeenkomstig
het concept-antwoord.
e. Brief van enige bewoners van de Chr. Huygenslaan
(de nummers 8 tot en met 20) te Soesterberg d.d.
11 april 1974 inzake de boombeplanting achter de
door hen bewoonde percelen.
Besloten wordt adressanten te antwoorden overeen
komstig het ter inzage liggende ontwerp.
f. Begroting van het Gasbedrijf Centraal Nederland
voor het jaar 1975, met voorstel met deze begroting
akkoord te gaan.
De heer LEVINGA wil in de eerste plaats als lid van
de gascommissie iets zeggen. Hij gaat akkoord met de
ze begroting, die er overzichtelijk en fraai uitziet, zo
als men van het G.C.N. gewend is; men kijkt er ken
nelijk niet op een paar centen wanneer het de keus
van papiersoort e.d. betreft. Wel is deze begroting
wat speculatief in verband met de forse tariefverho
ging die te wachten staat, maar daar kan het G.C.N.
ook niets aan doen.
Als lid van de financiële commissie wil spreker de
toekomstige leden van die commissie vragen goed te
letten op 1. de nieuwbouwplannen van het G.C.N. -
gelet op de ervaring met het W.M.N. -; 2. de marge
verruiming die het G.C.N. in gedachten heeft en 3.
de personeelsuitbreiding.
Wethouder EBBERS bevestigt dat deze begroting
speculatief is, omdat niet precies bekend is wat er uit
zal rollen. Het zal vermoedelijk een opgelegde zaak
worden.
Ten aanzien van de nieuwbouwplannen van het
G.C.N. kan spreker verzekeren dat zowel door de
gascommissie als door het G.C.N. zelf nauwlettend
er op zal worden toegezien dat zij niet de pan uit
zullen rijzen; men wil geen tweede W.M.N.-gebouw.
De margeverruiming van het G.C.N. zit er al in. Zij is
in feite al toegezegd bij de laatste verhoging, waarbij
gesproken werd over de margeverruiming van
f. 22,50 en f. 17,50.
Ten slotte is spreker het geheel met de heer Levinga
eens dat het personeelsbeleid van het G.C.N. zal moe
ten worden afgestemd op het feit dat men ervan uit
gaat dat er hooguit tot het jaar 2000 voldoende gas
zal zijn.
Besloten wordt met deze begroting akkoord te gaan.
g. Brief d.d. 8 augustus 1974 van bewoners van de
Korte Melmweg inzake de reconstructie van die weg,
met voorstel adressanten te antwoorden overeen
komstig het ter inzage gelegde ontwerp.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS merkt op dat deze
brief in de commissie voor openbare werken uitvoe
rig is behandeld, maar zij weet niet precies meer of
er nu werkelijk is afgesproken dat de tegel met het
opstaande randje zal worden afgeschuurd.
De heer HOEKSTRA wijst er op dat in deze brief
het woord „rang" zal moeten worden vervangen
door „rand".
De heer VAN POPPELEN wil thans niet diep op dit
onderwerp ingaan, omdat hij in de vorige vergadering
en in de commissievergadering zijn ongenoegen al
duidelijk kenbaar heeft gemaakt. De reconstructie is
nu gereed, maar hij hoopt dat men in den vervolge
anders zal handelen door bij een zaak als deze alle
bewoners of geen één bewoner te betrekken. Men
moet niet op de mening van één bewoner afgaan.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
kan mevrouw Alting antwoorden met „zo nodig".
Als blijkt dat men dat randje inderdaad onaange
naam vindt, kan het worden afgeslepen. In de prak
tijk voldoen deze tegels echter toch wel.
Als de heer Van Poppelen nu niet op deze zaak wil
ingaan, doet ook spreekster dat niet. Zij wil alleen
zeggen dat de zaak beslist niet zo is zoals de heer
Van Poppelen het doet voorkomen. Het blijft altijd:
133