Ik geloof dat de afgelopen zeven jaar dat ik wethou der was, voor de gemeente een wat vreemde tijd is geweest. Aanvankelijk meende een ieder, gelet op de eerste nota over de ruimtelijke ordening, dat Neder land naar de 20 miljoen inwoners toeging. Door gede puteerde staten is ons verschillende malen gezegd dat wij daaraan hadden mee te werken en dus moesten groeien. Intern en in ambtelijke kring is daartoe een soort olifant in beweging gezet, maar toen die wat ging lopen, moest hij weer aan zijn staart worden ge trokken. Dat viel niet altijd mee. Overigens is het wel een prettige ontwikkeling dat Soest niet zozeer behoeft te groeien als aanvankelijk werd veronder steld. Er zit - om ook even in keukentermen te pra ten - het een en ander in de inmaakpot; ik weet niet of het er ooit nog uit zal komen. Graag wil ik in het bijzonder dank brengen aan de ge hele raad, met wie ik altijd heb moeten samenwerken. Ofschoon ik mij voor het begin van deze laatste zit tingsperiode even afvroeg of het weer net zo goed zou gaan als met de vorige raad, moet ik zeggen dat het in derdaad precies zo is uitgepakt. Na enig verkennen over en weer, was er naar ik meen in de persoonlijke omgang en in het werk in de commissies geen sprake van persoonlijke tegenstellingen. Wij hebben allemaal geprobeerd het belang van Soest zo goed mogelijk te dienen en daar zaten wij hier ook voor. Ook het college wil ik van harte bedanken voor de samenwerking. Ook daar is nooit sprake geweest van minderheidsstandpunten. Natuurlijk werd wel eens verschillend over bepaalde zaken gedacht, maar de te genstelling was nooit zo scherp dat er een minder heidsstandpunt naar voren moest worden gebracht. Wij kwamen altijd tot elkaar. Ten slotte hoop ik van harte dat men in de nieuwe raad de zelfde sfeer zal vinden als in de afgelopen tijd heeft bestaan, zodat weer de zelfde prettige samenwer king zal ontstaan." De VOORZITTER deelt mede dat de diensthoofden vanmiddag in deze zaal aanwezig zijn, omdat zij het prettig zouden vinden persoonlijk van alle scheidende raadsleden afscheid te kunnen nemen Voorts ziet zij een oud-gemeenteraadslid, de heer Pieren, die waarschijnlijk staat te trappelen om dege nen met wie hij zo lang heeft samengewerkt, nog even de hand te schudden. Zij sluit hierna, te 16.39 uur, de vergadering Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest d.d. 17 oktober 1974. ie secretaris, De voorzitter, 147

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 148