onder- at deze een en ;meen- is. Kan is wor- ifdeling want gevens terhand ien met ien, ;en de ir be- i. Hij ge- t moei- lerhande- r in de end n sa- t dat ceren. wel we- unen. spro- iienen. I gaat den Het aldus gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER vervolgt dat de heer Joosten voorts een voorstel heeft gedaan dat eigenlijk vreemd is aan de orde van de dag. Niettemin is de heer Joosten geantwoord dat de zaak van de partiële leerplicht momenteel wordt bekeken. In de tweede plaats heeft de heer Joosten gezegd opening van zaken te wensen ten aanzien van wat nu tien jaar lang is gedaan om het openbaar vwo en havo in Soest - vroeger middelbaar onderwijs geheten - van de grond te krijgen. De heer Storimans heeft daarop een aanvulling gegeven. Het college kan natuurlijk niet allerlei mappen met notulen overleggen van besprekingen waarbij andere partijen betrokken zijn geweest; die vrijheid heeft het niet. Wanneer het echter wordt vertaald zoals de heer Storimans deed, nl. een weergave van de teneur waarin de afgelopen tien jaar is gewerkt, is dat een ander ver haal dan het openen van de dossiers. Indien de heer Joos ten nu akkoord kan gaan met de suggestie van de heer Storimans dat een soort van historisch overzicht zal worden opgesteld, kan spreekster namens het college zeggen dat dit zal gebeuren. De heer JOOSTEN: Ik ga er graag mee akkoord. De VOORZITTER neemt voorts aan dat men de wijze van bemanning van de afdeling onderwijs aan het colle ge wil overlaten. Het college gaat pas tot uitbreiding van het personeelsbestand over als het één minuut voor twaalf is. De heer OLDENBOOM: En zeker niet naar aanleiding van allerlei wilde vragen uit de gemeenteraad! De VOORZITTER: Neen, dat natuurlijk niet. De heer JOOSTEN: Het is door de wethouder naar voren gebracht! Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen komstig hetgeen door de voorzitter onder woorden is gebracht. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde het voor stel vreemd aan de orde van de dag: 15 Voorstel van de heer De Groot, de heer Jonker en me vrouw Korthuis-Elion om de uiterste termijn genoemd in het raadsbesluit van 20 september 1973 inzake de eventuele verkoop van gemeentelijke premiewoningen te verlengen tot 31 maart 1974. De heer DE GROOT deelt mede dat hem in onderling overleg de eer te beurt valt dit voorstel nader toe te lich ten. Dat hij hiervoor is aangewezen, komt doordat zijn naam bovenaan staat, en dat komt weer doordat de g eerder in het alfabet voorkomt dan de j en de k. Hij hoopt dat de andere ondertekenaars eventueel in de ge legenheid zullen worden gesteld zo nodig aanvullingen of correcties aan te brengen. Spreker wil beginnen met de voorzitter hartelijk te dan ken voor het feit dat dit voorstel, hoewel niet vlekkeloos aan de bepalingen is voldaan, toch aan deze agenda is toegevoegd. Het voorstel werd nl. enkele uren te laat in gediend. Op 20 september 1973 heeft de raad in meerderheid be sloten in principe over te gaan tot het verkopen van ge meentelijke premiewoningen. Een van de bepalingen in het voorstel was dat vóór 1 januari zich tenminste 25 ge gadigden zouden hebben aangemeld, die hun woning zou den willen kopen voor een door de gemeente bij taxatie vastgestelde prijs. Kort nadat dit raadsbesluit was geno men, hebben enkele betrokken bewoners enige verwarring onder de aspirant-kopers gesticht door voor de dag te komen met een eigen taxatie, die uiteraard lager uitviel. Een aantal aspirant-kopers heeft toen geaarzeld, in de mening dat het gemeentebestuur wel bereid zou zijn de woningen tegen een lagere prijs te verkopen. Daardoor heeft men een wat afwachtende houding aangenomen. Inmiddels ontstond als gevolg van de oorlog in het mid den-oosten de energiecrisis, wat veel onzekerheid teweeg bracht, ook met betrekking tot de financieringsmoge lijkheden. Al met al was het al heel spoedig 1 januari en toen bleken niet 25 doch slechts 15 gegadigden zich te hebben aangemeld. Nu de datum van 1 januari is gepas seerd en de kruitdamp van de energiecrisis wat begint op te trekken, treft men op het slachtveld allereerst een nieuwe impuls tot geldontwaarding aan, wat een aantal mensen waarschijnlijk opnieuw zal doen overwegen zo mogelijk de eigen gespaarde of te sparen geldmiddelen in eigen woningbezit te beleggen. Daarom - en ook nog wel om enkele andere redenen, maar in hoofdzaak daar om - hebben de ondertekenaars gemeend het voorstel te moeten indienen om de termijn tot 31 maart te ver lengen, ten einde degenen die alsnog willen kopen in de gelegenheid te stellen zo mogelijk financieringsmiddelen te vinden indien zij daarin vóór 1 januari niet hebben kunnen slagen. Als de raad zich hierover positief uitspreekt, is dat ook het enige waartoe de raad bereid is. De raad is beslist niet bereid de prijs te verlagen en zal zeer waar schijnlijk ook geen genoegen nemen met een lager aantal kopers dan 25. Zou men nl. wel met een lager aantal ko pers genoegen nemen, dan zou dat tot gevolg hebben dat het bedrag dat aan sociale woningbouw zou kunnen wor den besteed - dat is indertijd voor de raad het hoofdmo tief geweest - zo gering zou zijn dat daarvan weinig effect zou kunnen worden verwacht. Wanneer voor een lagere prijs zou worden verkocht, zou eveneens minder geld voor sociale woningbouw beschikbaar komen. Daarom zijn de ondertekenaars van mening dat het verstandig zou zijn de termijn te verlengen tot 31 maart, in de hoop dat zich nog een tiental gegadigden zal aanmelden. De heer LEVINGA vindt dit voorstel niet alleen vreemd aan de orde van de dag, maar ook een vreemd voorstel, want men wil nu eigenlijk met deze huizen gaan leuren. Iemand die echt van plan was een huis te kopen, had echt wel voor 1 januari gereageerd. Voorts worden op het ogenblik 97 woningen gebouwd door de Bouwkas. Mensen die dolgraag een eigen woning willen hebben, kunnen daar dus terecht. Spreker stelt voor om de mensen die in de onderhavige premiewonin gen wonen, zelfs voorrang te geven. Als de raad dit voorstel aanneemt, moet men wel be denken dat men een nieuwe prijs zal moeten vaststellen, zulks overeenkomstig het raadsbesluit van september 1973. Overigens blijft sprekers fractie tegen de verkoop van deze woningen, omdat men ze nog veel te hard nodig heeft voor degenen die om dit soort woningen verlegen zitten. De heer VAN POPPELEN heeft weinig moeite met dit voorstel. Het is praktisch al besproken in de commissie ruimtelijke ordening. Zoals de heer De Groot al heeft ge zegd, had de raad bepaald dat men zich tot 1 januari voor de koop van een woning kon melden en dat minstens 25 gegadigden dit zouden moeten doen. Intussen werd van bepaalde zijde echter gesteld dat de prijs voor de wo ningen te hoog was en daardoor heeft een aantal aspi rant-kopers een afwachtende houding aangenomen, om dat men dacht dat wellicht een lagere prijs uit de bus zou 13

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 14