daar hij de V.V.D. door zijn uitlatingen aan het twij
felen begon te brengen. Het leek erop dat de V.V.D.
bang was voor de oppositie van de P.v.d. A.
Toen de C.D. A.-vertegenwoordigers bij hun standpunt
bleven, is als mogelijk alternatief besproken het aan
tal wethouders-zetels uit te breiden tot vijf of het te
rug te brengen tot drie, om zodoende uit de impasse
te komen. Op afzonderlijke fractievergaderingen zou
dit voorstel worden besproken.
Op 25 juni is de bespreking tussen de V.V.D.,het
C.D.A. en de P. v.d. A. voortgezet. Bij de V.V.D. en
het C.D.A. vond men dat de vier wethouderszetels
dienen te blijven gehandhaafd. Opmerkelijk was ech
ter dat de V.V.D. op haar gemaakte afspraak aangaan
de het benoemen van twee V.V.D.-wethouders en
twee C.D.A.-wethouders terugkwam en haar stand
punt gewijzigd bleek te hebben in die zin, dat ze zich
uitsprak voor het benoemen van twee V.V.D.-wet
houders, een C.D.A.-wethouder en een P. v.d. A.-
wethouder. Ook de V.V.D. zag toen niets in de moge
lijkheid van het benoemen van in totaal drie wethou
ders.
Het C.D.A. betreurt deze gang van zaken in hoge ma
te en blijft erbij, zoals ook met de V.V.D. was overeen
gekomen, dat er door de benoeming van twee V.V.D.-
wethouders en twee C.D.A.-wethouders een goed af
spiegelingscollege zou zijn.
Het C.D.A. heeft uitdrukkelijk gesteld dat het graag
twee wethouders wil leveren. Gezien de gemaakte af
spraak, neemt het geen genoegen met één wethouder.
Als er slechts één C.D.A.-wethouder wordt benoemd,
accepteert het C.D.A. de wethouderszetel niet, maar
gaat het in de oppositie.
Het is voor het C.D.A. onbegrijpelijk waarom de
V.V.D. van haar standpunt is teruggekomen. De
V.V.D. heeft zich in een moeilijk parket gewerkt. Ze
zal nu moeten kiezen tussen het C.D.A. en de
P. v.d. A. Kiest de V.V.D. de laatste mogelijkheid, dan
is dat vermoedelijk uniek in Nederland, omdat dan
twee sterk tegenover elkaar staande partijen in ons
land in Soest samen een college gaan vormen. De
V.V.D. heeft daarmede dan ook de oorspronkelijke
bezwaren tegen de P. v.d. A.-fractie (behalve tegen
oud-wethouder De Haan) laten vallen. Voor de
V.V.D.-stemmers en in het bijzonder de kiezers die
voor de eerste maal op de V.V.D. hebben gestemd
omdat de K.V.P. en de A.R.P. deel uitmaken van het
huidige kabinet, moet de houding van de Soester
V.V.D.-fractie een pijnlijke ervaring zijn.
Van de P. v.d. A. kan worden gezegd, dat ze de
V.V.D. van haar eenmaal ingenomen standpunt heeft
weten af te brengen en dat ze nu met behulp van de
V.V.D. wordt beloond met een of misschien wel twee
wethouderszetels.
Het C.D.A. had graag met twee wethouders deel uit
gemaakt van het college, doch nu dat niet het geval
zal zijn, schroomt het niet een constructieve opposi
tie te gaan voeren in het belang van de Soester ge
meenschap.
De kiezers die hun stem op het C.D.A. hebben uitge
bracht, zullen het ongetwijfeld waarderen dat ze een
raadsfractie hebben gekozen die een standpunt in
neemt en daar niet zo maar vanaf is te brengen. De
C.D. A.-fractie hoopt voor Soest dat ze met Gods hulp
onder de gegeven omstandigheden de belangen van
Soest zal dienen.
154
Mevrouw KORTHUIS-ELIQN zegt dat zij natuurlijk
niet zal ingaan op al hetgeen door de heer Van Poppe-
len is gesteld, omdat de door hem gegeven voorstel
ling van zaken natuurlijk voor zijn rekening komt.
Maar omdat er is gesproken over een aantal afspraken
met de V.V.D., zou het naar spreeksters mening niet
juist zijn om daar niet een enkel woord over te zeg
gen. Zij zal dit doen in plaats van de voorzitter van
de V.V.D.-fractie, omdat de heer Van Ee tijdens de
verkiezingen en kort daarna niet aanwezig was.
E>irect na de verkiezingen heeft de nieuwe V.V.D.-
fractie een vergadering gehad. Daarin is meteen en ge
heel overeenkomstig het tijdens de verkiezingen ge
voerde beleid het standpunt ingenomen, dat de fractie
primair zou proberen te komen tot de vorming van
een college met twee V.V.D.-wethouders, een C.D.A.-
wethouder en een P. v.d. A.-wethouder. Mocht dat
niet haalbaar zijn, omdat met name de P. v.d. A. zich
misschien niet positief zou opstellen, dan zou in
tweede instantie een college met twee V.V.D.-wet
houders en twee C.D.A.-wethouders zeker acceptabel
zijn. Wel wilde de V.V.D.-fractie in elk geval een
open gesprek tussen de drie grootste partijen in
Soest, omdat ze zelf op grond van in het verleden op
gedane ervaringen wist, dat het bijzonder onplezierig
is om door twee grote partijen zonder dat je aan het
woord bent geweest buitenspel te worden gezet. De
V.V.D.-fractie heeft daarom informeel contact opge
nomen met het C.D.A. om vast van tevoren wat te
praten in afwachting van officiële onderhandelingen,
die pas konden aanvangen zodra de heer Van Ee thuis
zou zijn gekomen, aangezien hij als fractievoorzitter
uiteraard het overleg zou leiden. Tijdens het informe
le gesprek tussen vertegenwoordigers van de C.D.A. -
fractie en van de V.V.D.-fractie is duidelijk gesteld:
Een college met twee V.V.D.-wethouders, een C.D.A.-
wethouder en een P. v.d. A.-wethouder heeft duide
lijk prioriteit en als dat niet haalbaar is, een college
met twee V.V.D.-wethouders en twee C.D.A.-wethou
ders. Daarbij is van de kant van de vertegenwoordi
gers van de V.V.D.-fractie tegen de vertegenwoordigers
van de C.D.A.-fractie gezegd: Gaat u naar huis en
tracht eens te bekijken of door het schuiven met porte
feuilles niet de mogelijkheid bestaat, dat de C.D.A.-
kiezers toch recht wordt gedaan door een zware por
tefeuille en een goede vertegenwoordiging in de com
missies.
Daarna werd een tweede bijeenkomst gehouden, waar
op het C.D.A. inderdaad heeft gezegd: De 2-2-formu-
le is het enig haalbare voor ons; als de V.V.D. dat niet
wil, dan misschien met een ander, maar de 2-2-verde-
ling is primair; wij willen twee C.D.A.-wethouders,
ongeacht wat er gebeurt, één C.D.A.-wethouder is in
geen enkel opzicht aanvaardbaar.
Daarop is van de zijde van de V.V.D.-fractie gezegd:
Uiteraard kan er in deze bijeenkomst niet worden on
derhandeld, het onderhandelen moet plaatsvinden tij
dens open onderhandelingen tussen de V.V.D., het
C.D.A. en de P. v.d. A., maar als het niet haalbaar zou
blijken om een basis met de P. v.d. A. te krijgen, kan
er in tweede instantie op een college met twee V.V.D.-
wethouders en twee C.D.A.-wethouders worden te
ruggevallen.
Toen echter tijdens de officiële onderhandelingen die
daarop volgden, in het gesprek over het programma
duidelijk werd, dat de P. v.d. A. zich positief opstel
de, zodat er een duidelijke basis was voor de eerste