sport verdient dan ook onze volle aandacht.
Ten slotte nog een paar urgente zaken. De noodzaak
om te komen tot een beter openbaar vervoer in onze
gemeente is reeds meermalen aan de orde geweest.
Kan het college ons mededelen hoever het is met de
aanpassing van het openbaar vervoer in Soest en Soes-
terberg? Wij zouden vooral graag cijfers op tafel zien
van de busmaatschappijen die het openbaar vervoer
in Soest en Soesterberg behartigen.
Tal van middenstanders in Soest zijn verontrust, om
dat zij geen duidelijk inzicht hebben in welke richting
het gaat met de winkelplanning. Wij verzoeken het
college daarom ons in te lichten omtrent de mogelijk
heden voor de middenstandsbedrijven in Soest. Wij
menen dat de winkelcommissie moet worden uitge
breid met het raadslid dat zitting heeft in de contact
commissie voor middenstandszaken. Wij stellen het
college voor hiertoe te besluiten.
Ook wij verheugen ons over het feit, dat de tekorten
bij de politie geringer zijn dan vorig jaar. Wij menen
dat het politie-apparaat optimaal moet kunnen func
tioneren. De burger moet zich niet alleen veilig voe
len; hij moet tevens de politie in haar preventieve
taak steunen. Hoe moeten de totale kosten van de po
litie worden gefinancierd, wanneer de kapitaallasten
aanzienlijk hoger zouden zijn, bijvoorbeeld na de rea
lisering van een nieuw politiebureau? Ook met be
trekking tot deze materie zal uiteraard de vinger aan
de financiële pols moeten worden gehouden.
Wij kunnen ons gelukkig prijzen met de brandweer
korpsen van Soest en Soesterberg. Wij menen dat een
woord van lof op zijn plaats is voor al degenen, die
zich op basis van vrijwilligheid - en dat wil anno 1974
toch wel wat zeggen - van hun taak kwijten. Ondanks
de geruststellende motivering van het college zijn wij
echter wel wat geschrokken van de hoge kosten per
inwoner in vergelijking met andere gemeenten. Het
college suggereert in zijn antwoord, dat daaruit geen
voorbarige conclusies moeten worden getrokken.
Waarom dan wel niet
De C.D.A.-fractie wenst burgemeester en wethouders
veel wijsheid toe bij het te voeren beleid. Wij brengen
dank aan alle ambtenaren - op welke plaats dan ook
werkzaam - voor hun inzet. Onze fractie hoopt dat al
len mede onder Gods zegen voor de gemeente Soest
in 1975 vruchtbaar werk kunnen verrichten.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
beginnen met een verzoek. Iedere fractie maakt bij
de algemene beschouwingen gebruik van een eigen
aanpak; de ene aanpak behoeft niet beter of slechter
te zijn dan de andere. Mijn algemene beschouwing is
zeer algemeen; ik ga nauwelijks in op de hoofdstuk
ken. In de fractie hebben wij nl. afgesproken, dat de
bespreking van de hoofdstukken door de verschillen
de fractieleden zal geschieden. Op zich zelf is dat
niet zo erg, maar ik hoop dat de leden van het colle
ge bij de beantwoording van de algemene beschou
wingen niet zo diep zullen ingaan op de hoofdstuk
ken, waardoor de zaak woensdag a.s. eigenlijk al zou
zijn besproken.
Voor het eerst in deze vierjaarlijkse periode bestaat
216
de mogelijkheid tot een discussie over het beleid, dat
ons in deze zittingsperiode voor ogen staat. Onze
fractie hecht er daarom aan nog eens enkele uitgangs
punten naar voren te brengen, waardoor zij zich bij
de beoordeling van dat beleid zal laten leiden. Die uit
gangspunten stoelen op de overtuiging, dat de tegen
woordige maatschappelijke verhoudingen in menig
opzicht niet aanvaardbaar zijn. Zo is het feit, dat de
woningnood zich op dit moment alleen nog maar
voordoet in de kring van de maatschappelijk zwakste
groepen een teken, dat onze maatschappelijke inrich
ting ernstige fouten vertoont. Dit geldt evenzeer,
wanneer wij moeten vaststellen, dat op het gebied van
het onderwijs nog allerminst sprake is van gelijke
kansen voor ieder. Op het terrein van de welzijnszorg
(de sociaal-culturele voorzieningen) dreigt te weinig
de nadruk te vallen op gemeenschapsvoorzieningen.
Gelet op het vorengestelde staat in ons streven - ook
op gemeentelijk niveau - het verwerkelijken van de
sociale gelijkheid door aan de zorg van achtergestel
de groepen voorrang te geven, het herstel en de in
standhouding van een gezond leefmilieu en een be
stuursvorm die de burgers tot actieve deelname uitno
digt, voorop.
Op vorenstaande uitgangspunten hebben wij bij de
verkiezingen voor de samenstelling van deze raad de
Soester bevolking gevraagd vertrouwen in ons uit te
spreken. De Soester bevolking - en in het bijzonder
het deel dat zijn stem aan ons heeft gegeven - heeft er
recht op te weten wat wij van ons programma trachten
waar te maken en in welke mate wij daarin slagen.
Daarom is een verkiezingsprogramma een zaak waar
aan de volle vier jaren het werkelijke beleid moet wor
den getoetst. Voorwaarde is daarvoor, dat de raad en
de raadscommissies zoveel als maar enigszins mogelijk
is in het openbaar beraadslagen.
Onze fractie heeft een lid uit haar midden voor het
wethouderschap voorgedragen. In aanmerking geno
men de aan de raad aangeboden begroting, wil onze
fractie opmerken, dat zij van deze beslissing geen spijt
heeft. Dat in dit betoog een aantal kritische opmer
kingen wordt geplaatst, is niet in tegenstelling tot de
steun die onze fractie door haar deelname aan dit
college overigens graag verleent aan al hetgeen waar
mede wij instemmen. En dat is ook in deze begro
ting veel!
Wij wilden - ik herinner daaraan - een afspiegelingscol
lege waarbij slechts een beperkt aantal programr
punten is afgesproken. Het heeft ons wat teleurge
steld dat het college in de nota van aanbieding met
geen woord op de afgesproken zeven basispunten is
ingegaan, ondanks het feit, dat de drie gekozen leden
van het college mede in het college zitting hebben ge
nomen op basis van de gemaakte beleidsafspraken. (In
dit opzicht sluit ik mij aan bij hetgeen de heer Van
Ee heeft gezegd). De fractie meent dat de zeven pun
ten - liggende op het terrein van de stedebouwkundige
ontwikkeling van Soest, de woningbouw, het onder
wijs, de organisatie van de gemeentebedrijven - voor
het college aanleiding hadden moeten vormen de be
leidsvoornemens voor de komende zittingsperiode
duidelijk te maken.