gaan Eemland naast fractievorming op basis van ge meentelijke herkomst ook fractievorming op grond van politieke geestverwantschap dient plaats te vin den. Dat is nu reeds het geval in het Gewest Gooi en Vechtstreek. Na deze korte blik over de grens nog een opmerking over dat gedeelte van onze gemeente, dat een eigen bestuur heeft in de vorm van een wijkraad. De toe komst van de wijk Ons Belang is voor de betrokken bewoners een zorglijke aangelegenheid. Wij dringen erop aan, dat aan de bewoners een zo reëel mogelijk alternatief wordt geboden. Riolering ontbreekt en de vliegtuighinder is aanzienlijk. Daartegenover staat echter, dat de bewoners zeer aan hun huizen zijn ge hecht. Onder die omstandigheden hoopt onze fractie, dat met wijs beleid, dat oog heeft voor beide kanten, de keuze zal worden voorbereid: vernieuwbouw of nieuwbouw op een andere plaats. Een wetsontwerp tot wijziging van de Luchtvaartwet (onlangs inge diend) bevat de bepaling, dat de kosten gemoeid met sanering van bestaande gebouwen voor rekening van het rijk komen. Heeft het college al enige kijk op wat deze wetswijziging voor Soesterberg zou kunnen be tekenen? Is de overdracht van de Rademakerstraat aan de ge meente spoedig te verwachten? Nu de woningbouw in Soesterberg is gestart, zal ook overigens alle zorg aan de bestaande bebouwing met omgeving moeten worden gegeven. Uit het vorenstaande blijkt, dat in de komende perio de zeer veel goed werk is te doen. Wij wensen burge meester en wethouders met al hun medewerkers zeer veel energie, wijsheid en blijdschap toe bij het opknap pen van dit karwei. Hierna wordt gepauzeerd. Na hervatting der vergadering spreekt de VOORZIT TER als volgt: Dames en heren! Er zijn verschillende bezwaren ge uit tegen de vorm en de inhoud van de nota van aan bieding. Opgemerkt is onder meer, dat wij niet zijn in gegaan op de zeven punten waarover de drie grootste raadsfracties het eens waren. Terecht is reeds opge merkt, dat ons daarvoor ook wel bijzonder weinig tijd was gegund. Overigens geloof ik dat bepaalde beleids punten wel in de aanbiedingsbrief staan vermeld, bij voorbeeld de toekomstige visie over de Engweg en de samenwerkingsschool. Die zeven punten zullen zeker in de komende vier jaar aan de orde komen. De heer De Wilde (en de heer Visser in andere bewoor dingen; het gaat niet om de welvaart, maar om het welzijn) heeft iets gezegd, dat het college zeker aan spreekt, nl. dat voorrang moet worden gegeven aan de zorg voor de achtergestelde groepen, aan het herstel en de instandhouding van een gezond leefmilieu en aan een bestuursvorm die de burgers tot actieve deel name uitnodigt. Ik geloof dat wij allen die zienswijze kunnen onderschrijven. Over de vraag hoe wij dat welzijn invullen kan echter nog wel eens verschil van inzicht bestaan, terwijl er ook verschil van mening kan bestaan over het leggen van prioriteiten in dezen. Ik meen dat degenen die over de gewestvorming heb ben gesproken, zich kunnen vinden in de opvatting van het college, nl. dat eigenlijk de gewestvorming harder zou moeten kunnen gaan en dieper gestalte zou moeten kunnen krijgen dan op het ogenblik in Eemland het geval is. Ter zake heeft de heer Van Ee ervoor gepleit om tot een „Benelux-verband" tussen Baarn, Eemnes en Soest te komen. Het college heeft de indruk, dat die gemeenten voor het samengaan op het gebied van de ruimtelijke ordening en de ver- keersstructuur niet zo'n goede keuze zouden zijn. Wanneer wij kijken naar de verkeersstructuur in Eem land, moet worden vastgesteld, dat Eemnes en Baarn eigenlijk aan de periferie van Eemland zijn gelegen. Wanneer wij naar de ruimtelijke ordening kijken, moe ten wij ook constateren, dat Eemnes niet een directe aansluiting heeft met Soest. Ik praat thans niet over een gemeenschappelijke regeling voor een bepaald doel. Daarvan hebben wij er op het ogenblik al verschillen de; met Baarn functioneren deze gemeenschappelijke regelingen goed. Voor een klein gewestje zijn Baarn en Eemnes echter niet onze eerst aangewezen partners. Bovendien is gebleken, dat Baarn nogal wat moeite heeft met de gewestvorming en het overhevelen van een zekere autonomie. De suggestie is gedaan dat alle gemeenteraadsleden van de Eemland-gemeenten nog eens rond de tafel gaan zit ten om te kijken tot wat voor oplossingen men kan komen. Ook in het dagelijks bestuur van het Samen werkingsorgaan Eemland is deze materie diverse keren aan de orde geweest. Ik meen dat het een goede zaak is om, voordat moet worden geconstateerd dat de zaak niet goed loopt en dat de zaak eventueel zal barsten, bij elkaar te gaan zitten om te trachten elkaar te over tuigen. Dat zal echter niet eenvoudig zijn. Wanneer wij geen kans zien om het in de regio met elkaar eens te worden, zal ons in het kader van de komende Ge- westwet (ik weet alleen niet wanneer die wet komt, want iedere keer dat je denkt dat zij komt, komt zij niet) een regeling worden opgelegd. Dan zijn wij een fase te laat, want dan hebben wij geen inspraakmoge lijkheden meer, terwijl wij die inspraakmogelijkheden op het ogenblik wel hebben. Er is gewezen op de geringe visie van het college in de nota van aanbieding ten aanzien van de ruimtelijke ordening. Het zal de raad bekend zijn, dat wij op het ogenblik druk bezig zijn met het ontwikkelingsplan. De visie op de ruimtelijke ordening moet samen met de bevolking worden ontwikkeld. In het verleden hebben wij met belangstellende Soester inwoners ge sproken over de inventarisatie ten behoeve van het ontwikkelingsplan. Het is de leden van de commissie voor de ruimtelijke ordening bekend, dat wij op het ogenblik bezig zijn met de primaire modellen. Dat is een belangrijke zaak, want in die primaire modellen wordt aandacht besteed aan vragen als „waar ziet men de toekomstige ontwikkelingen van Soest? „waar moet bij die toekomstige ontwikkelingen wor den gewaakt voor het landschap? en „hoe zit de verkeersstructuur ons in de weg ten aanzien van een gepland grondgebied? Die primaire ontwikkelings-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 221