hinderwetplichtig bedrijf kan vestigen. Het is verbo den een bedrijf te vestigen buiten die gebieden, die op de kaart zijn ingekleurd. Op de kaart is slechts een deel van het industrieterrein ingekleurd, waardoor het ook wel voorkomt dat de raad voor een vestiging van een bedrijf op het industrieterrein een ontheffing van de Zoneverordening moet verlenen. Er kan geen hinderwetvergunning worden verstrekt tenzij de raad de ontheffing van de Zoneverordening heeft verleend. Het is inderdaad moeilijk om in de verschillende agra rische gebieden aan te geven wat wel en wat niet mag. In het gebied waarin het merendeel der nu aan de or de zijnde bedrijven ligt, is het krachtens de bestem ming volledig toegestaan om deze bedrijven te hebben. Aangezien er in het huidige plan geen gebruiksvoor schriften zitten, is het niet mogelijk om op grond daarvan zo maar de hinderwetvergunning te verlenen. Er moet dus eerst een ontheffing van de Zoneverorde ning worden verleend, wat moeilijk kan worden ge weigerd ten aanzien van een gebied waarin je een var- kensmesterij mag hebben. De bedrijven die hinderwetplichtig zijn, maar nog geen vergunning hebben, zullen van lieverlede alle aan de orde komen. Ze kunnen niet alle tegelijk aan de orde komen. Men heeft pas sinds kort een hinder wetvergunning nodig. Spreekster neemt aan dat de heer Van Poppelen wel precies weet sinds hoe lang dat het geval is. De heer VAN POPPELEN zegt dat een paar jaar gele den ergens in Nederland de rechter heeft uitgesproken, dat een landbouwbedrijf hinderwetplichtig is en dat sindsdien van lieverlede alle bedrijven vergunningen aanvragen. Het was verstandiger geweest alser toen ten aanzien van alle bestaande bedrijven een generaal par don was verleend en was bepaald, dat nieuw te vesti gen bedrijven een vergunning moeten vragen. Door dat dat niet gebeurd is, komen er nu druppelsgewijze aanvragen van bestaande bedrijven binnen. Als er in Soest 100 hinderwetplichtige bedrijven zijn die nog een vergunning moeten aanvragen en er iedere maand door vier van die bedrijven een vergunning wordt aan gevraagd, zal de raad zich nog in 25 vergaderingen met deze zaken moeten bezighouden. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT neemt aan dat het de raad uit de woorden van de heer Van Poppelen duidelijk is geworden, dat de aan vragen druppelsgewijze binnenkomen. Men kan niet alle bedrijven tegelijk behandelen, tenzij er een gene raal pardon zou worden verleend. Maar als dit laatste zou gebeuren, zou men zitten met het probleem van de voorwaarden die er moeten worden gesteld en die wellicht van bedrijf tot bedrijf anders zullen moeten zijn. De gemeente heeft een gespecialiseerde ambtenaar voor hinderwetzaken die toezicht houdt op het nale ven van de voorwaarden. De heer JOOSTEN wijst erop dat hij geen antwoord heeft gehad op zijn vraag of de uitbreiding van het be drijf waarop het onder a genoemde voorstel betrek king heeft en dat in de nabijheid van woningen is ge situeerd, nu wel zo wenselijk is. Spreker constateert dat de heer De Groot gelijk heeft met diens opmerking dat de voorstellen niet allemaal bestaande bedrijven betreffen, doch dat een aantal der bedrijven wordt uitgebreid. Al maanden geleden, bij de begrotingsbehandeling, heeft spreker naar voren gebracht, dat er sterk vervuil de sloten zijn. Vandaag is dat nog het geval. Dit maakt dat hij, naar aanleiding van een desbetreffende opmer king van de heer Van Poppelen, zegt het inderdaad zwart te zien. Hij meent dat men niet kan stellen dat iemand eens een emmertje viezigheid heeft omgekie perd, maar dat er gewoon van een voortdurende situa tie sprake is. Hij zou daarin verbetering gebracht wil len zien en hij zou dan ook graag zo mogelijk een des betreffende toezegging van het college krijgen. De heer Van Poppelen wil graag ziende blind zijn, aldus spreker, maar voor de mensen die wel willen zien, ben ik wel bereid om aan te tonen waar er vervuilde en verontreinigde sloten zijn. De heer DETMAR zegt dat volgens zijn inlichtingen het bedrijf, waarop het onder a genoemde voorstel betrekking heeft, aan het Kerkpad 80 varkens heeft en de uitbreiding aan de Lange Brinkweg 140 varkens betreft. Hij meent dan ook dat er, hoewel de heer De Groot van een geringe uitbreiding sprak, toch van een nogal behoorlijke uitbreiding moet worden gesproken. Spreker vestigt er de aandacht op, dat hij geen ant woord heeft gehad op zijn vraag wat er kan worden gedaan om eventuele stankoverlast ongedaan te ma ken. De heer VAN POPPELEN merkt op dat men altijd in een cirkeltje ronddraait. Het betreft hier met name de bestemmingsplannen. Wat het Kerkpad en de Lange Brinkweg betreft zit men al jaren met het probleem dat men niet weet waar men met de agrarische bedrij ven naar toe moet. Zolang er geen andere bestem ming dan de huidige is, doen de bedrijven daar niets fouts, aangezien zij conform het bestemmingsplan worden uitgeoefend. Of spreker persoonlijk het daar mede eens is, wil hij als vers 2 beschouwen. Volgens hem behoort het desbetreffende bestemmingsplan langzamerhand eens te worden veranderd en zouden de bedrijven daarna op een andereplaats moeten wor den gesitueerd. Maar dan zal dezelfde groep weer be zwaren hebben, aldus spreker, en ik zie een iedereen bevredigende oplossing dan ook nog niet komen; het zal toch ergens een over en weer geven en nemen wor den. Naar aanleiding van een opmerking van de heer Det- mar zegt spreker, dat als een bedrijf zijn varkenssta pel van 80 tot 140 uitbreidt, er bijna van een verdub beling sprake is, maar dat als een bedrijf zijn varkens stapel van 1000 uitbreidt met 100, ervan een uitbrei ding met slechts 10% sprake is. Het is maar net hoe je het bekijkt. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat de vraag van de heer Joosten betreffende eventuele waterverontreiniging al is beantwoord door de heer Van Poppelen met de mededeling dat de waterschappen terzake toezicht houden. Op den duur treden ook de voorwaarden die worden gesteld bij de hinderwetvergunning, regelend op; dat gaat geleidelijk aan. Op het ogenblik is een uitbreiding van bedrijven in de nabijheid van woningen op grond van geldende bestemmingen mogelijk, zoals de heer Van Poppelen ook al heeft gezegd. De heer JOOSTEN: Spreekt de heer Van Poppelen namens u? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Nee, maar hij kan toch wel een opmerking maken die toevallig uw vraag beantwoordt. Als u luistert, 21

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 22