geen
:n zijn
ie
ok le-
1 van
ker
zijn
geen
werking
bepaald
:h nog
colle-
uden
lat in
ou
orden
rd zon-
e geld-
van de
subsi-
i deze
ran het
e te
jrtstich-
hting
i het
com-
in de
ing is
iuw de
ortvel-
id is.
erzake
rgade-
intwerp
urge-
;er ge
ld is,
ie, nl.
ze stich
ten
srugko-
en echter
op dat
seizoen
renigin-
n is over-
gehan-
en.
ïdege-
i de voet-
berg
og niet
erplaat-
:er de
Wethouder DE HAAN: Die mogelijkheid hebben wij beke
ken, maar het terrein aan de Kampweg is te klein.
De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb het
antwoord van wethouder De Haan ten aanzien van het wer
kelijk doorberekenen aan de sportverenigingen niet goed
begrepen. Ik had begrepen dat het college aan de sportvere
nigingen aantoonbaar wil gaan maken wat een accommoda
tie kost en daarmede uit. Wij bedoelen dat tegen de vereni
gingen wordt gezegd wat er per jaar voor een accommoda
tie moet worden betaald en dan komt het te betalen bedrag
in de vorm van subsidie terug.
Wethouder DE HAAN: Dat is de bedoeling.
De heer VERHEUS: Uit het betoog van wethouder De Haan
heb ik begrepen, dat de verenigingen vanuit de sportstichting
zouden zijn benaderd om initiatieven te nemen om te ko
men tot een herstructurering. Daarvan is mij niets bekend.
Kan de heer De Haan dit nader toelichten?
De heer De Haan heeft gezegd dat er wel een krediet is voor
een sportveld, maar bij de laatste geldlening stond uitdruk
kelijk - als doelkrediet - bestemming sportterrein Sterren-
berg. De Kerklaan werd niet vermeld.
De VOORZITTER: Dat was de geldlening en dat is iets an
ders dan een krediet.
De heer VERHEUS: U hebt gelijk.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter! Het
kan zijn dat de verenigingen nog geen bericht hebben, maar
wij hebben allemaal een stuk kunnen lezen over reclame op
de sportvelden.
De VOORZITTER: Het lag al in de leesmap!
De heer VAN DEN BRAKEL: Ja.
De VOORZITTER: Het stuk heeft ook de ronde gedaan in
het College.
De heer DE WILDE: Het is ook goedgekeurd door burge
meester en wethouders.
De heer VAN DEN BRAKEL: Op het stuk staat ook dat
het op 19 november 1974 is goedgekeurd door burgemees
ter en wethouders. Ik heb gevraagd om er een kopie van te
laten maken en die kopie heb ik gekregen. Het kan zijn dat
de verenigingen het stuk niet kennen.
De VOORZITTER: Het stuk lag in de leesmap voor de raads
leden ter inzage. De sportstichting krijgt van burgemeester
en wethouders bericht, dat zij het hebben goedgekeurd en
dan is het de plicht en de verantwoordelijkheid van de sport
stichting om de verenigingen in te lichten.
Wethouder PLOMP: Ik herinner mij zojuist kort geleden de
brieven te hebben ondertekend die met betrekking tot deze
kwestie naar de verenigingen uitgaan.
Wethouder DE HAAN: Mevrouw de voorzitter! Destijds
heb ik als voorzitter van de sportstichting tijdens twee deel
nemersvergaderingen aan de verenigingen de suggestie ge
daan om zelf het initiatief te nemen om iets te doen.
Een krediet is één ding en een lening is een ander ding. Van
de griffie weten wij, dat wij wat leningen betreft niet zo
slecht zitten. Eer er een spa in de grond zit kunnen wij best
geld krijgen. Het verkrijgen van een krediet is de langste weg
en die weg hebben wij achter de rug.
De begroting van de stichting lichamelijke opvoeding en
sport wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastge
steld.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Kunnen wij meteen beslui
ten om de heer Lange door de heer Van den Brakel te ver
vangen in de sportstichting?
De VOORZITTER: Zou het toch niet beter zijn om daar
van morgen een klein voorstelletje met een briefje te ma
ken? Er is louter sprake van een formaliteit, maar ik acht
dat beter.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Moeten wij dat doen of doet
u dat?^
De VOORZITTER: Dat doen wij. Wij hebben het voorstel
aangenomen.
Vervolgens is aan de orde de hoofdstuksgewijze behande
ling van de begroting der inkomsten en uitgaven voor het
jaar 1975.
Hoofdstuk II, Algemeen beheer.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de
voorzitter! Ook in het komende begrotingsjaar zal het
gemeentebestuur zeer veel aandacht moeten besteden aan
de interne en dte externe democratisering. Gelukkig ligt de
tijd al ver achter ons, dat een werknemer in dienst was om
voor zijn werkgever meer dan maximaal rendement op te
leveren. In een modern personeelsbeleid dient de grootste
aandacht te worden gegeven aan het betrekken van de
werknemer bij het bedrijfsgebeuren in allerlei vormen van
werkoverleg. Dit geldt voor het bedrijfsleven, maar het
geldt in nog sterkere mate voor de overheid.
Gelet op het vorenstaande meent mijn fractie dan ook, dat
in de loop van 1975 medezeggenschapscommissies moeten
worden geinstalleerd. De taak en bevoegdheden van die me
dezeggenschapscommissies moeten worden vastgelegd in
een reglement dat uiteraard goedkeuring behoeft van de
raad. Tot de taak van de medezeggenschapscommissie die
nen in ieder geval te behoren de werkomstandigheden, con
sequenties ten gevolge van wijzigingen in de organisatie van
het gemeentelijk apparaat, functiewaarderingssysteem en
inschaling van functies.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Antwoord
2.66 naar aanleiding van volgnummer 2.18 in de begroting
vinden wij niet zo erg bevredigend. Het college zegt niet te
willen vooruitlopen op de uitvoering van het rapport van
de commissie Merkx. Wij weten eigenlijk niet goed waarom
er geen geld beschikbaar kan worden gesteld voor het aan
trekken van een fractiehulp.
Wij zijn onder de indruk van de omvang van de taak van
een raadslid. Wij willen enige hulp in de vorm van de moge
lijkheid om brieven te laten typen en stukken te laten op
zoeken en te doen bewerken door een de fractie ter be
schikking staande administratieve kracht. Dat is helemaal
niets nieuws, want dat gebeurt reeds in zeer veel andere
Nederlandse gemeenten. De fracties wordt daarvoor dan
een bedrag ter beschikking gesteld. Veelal wordt er een be
drag per fractielid vastgesteld, zodat rekening wordt ge
houden met de grootte van de fracties.
Waarom wil het college onze suggestie terzake niet hono
reren? Wij hebben het gevoel dat de invoering van de voor
stellen van de commissie Merkx toch nog wel even op zich
zal laten wachten. Er is weliswaar een wetsontwerp aanhan
gig gemaakt, maar deze materie moet nog worden behan
deld in de Staten-Generaal en zolang willen wij niet wach
ten.
Meent het college dat het gemeentelijk voorlichtingswerk
bevredigend functioneert? Kan de voorlichting niet aan
zienlijk aan waarde winnen, wanneer de voorlichtingsamb
tenaar ook permanent de beschikking heeft over een ruim
te waarin het ruimtelijk ontwikkelingsplan van Soest (bij
voorbeeld in maquettevorm) met woningbouwplannen
kan worden tentoongesteld? Het is mij bij de tentoonstel
ling die onlangs op de Eng heeft plaats gevonden opgeval
len, dat er van de kant van de bewoners zeer veel belang
stelling was voor woningbouwplannen in de gemeente
Soest. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dat een permanen
te aangelegenheid wordt en dat dat ook gebeurt in samen
werking met particuliere organisaties als Soester Gemeen
schap en de V.V.V.
253