bruiksgroen wordt gezien en het is dan ook nodig, dat de politie terzake soepel optreedt; de gebruikers moeten na tuurlijk wel op de nodige zorg voor het groen worden gewe zen. Is de controle op de hinderwetplichtige bedrijven voldoen de? Wij hebben de indruk gekregen dat er veelal meer of andere machines werken dan in de vergunning is toegestaan. Ook blijft controle op bedrijven die nog geen vergunning hebben geboden. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter! Het geen de heer Van den Brakel over gebruiksgroen heeft ge zegd kan ik zeer wel onderschrijven. In dit verband wil ik echter een beroep op de bevolking doen. Zij zou een beetje zelfbeheersing moeten tonen bij het uitlaten van honden. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik wil op dit moment waarschuwen voor een te groot opvijzelen van de kleurrijkheid van de plantsoenen, wanneer dat gaat in de richting van het aanschaffen van dure en zeldzame struiken. Niet omdat die struiken duur en zeldzaam zijn,maar omdat de filosofie kan worden gebezigd, dat een struik in een plant soen eigenlijk frustrerend werkt op de mensen die rondom dat plantsoen hun tuinen hebben. De plantsoenen moet men nooit mooier maken, want zij hebben - zo is mij door plantsoenmensen verzekerd - eigenlijk een andere functie. Wethouder DE HAAN: De heer Oldenboom sluit het „le nen" van takken uit! De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Wij heb ben begrepen dat er ambtelijke contacten zijn over de her planting van de bomen langs de rijksweg. Wanneer men ziet wat voor desastreuze gevolgen het aardgas voor de rijksweg en het aanzicht van de gemeente heeft gehad, dan geloof ik dat het alleszins zinvol is om niet te lang op ambtelijk ni veau bezig te blijven; desnoods zullen wij zelf het initiatief moeten nemen door toestemming te vragen om zelf deze bomen te herplanten. Ieder jaar is meegenomen ten aanzien van de groenvoorziening langs de rijksweg. De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! De enige streng die Soesterberg met moeder Soest heeft is de Van Weerden Poelmanweg. Wanneer kunnen wij uitgewerkte plannen met betrekking tot de verbetering van deze weg te gemoet zien? (Verbetering van de fietspaden, verlichting en bermbeveiliging). De reeds aanwezige natuurlijke barrière wordt extra geaccentueerd door deze weg. De arme Soester- bergers weten eigenlijk niet welke kant zij het moeten zoe ken: richting Zeist of richting Soest. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb be grepen dat de heer Van den Brakel alle plantsoenen als ge bruiksgroen wil gebruiken. Daarvoor leent niet al het gras zich. Wanneer men wil dat bepaalde plantsoenen veel kun nen worden belopen, dan zal men een ander soort gras moeten gebruiken. Het gras dat wij tot nu toe hebben ge zaaid is meestal gazongras. Het gras van speelweiden is ster ker dan het gras van gewone gazons. Het grootste deel van onze plantsoenen leent zich niet direct voor belopen en stoeien, Het verdient misschien wel aanbeveling in de nieuwe gedeelten van Soest dat sterkere gras te zaaien. Ik zal deze zaak eens laten bekijken door de plantsoenendienst. Het college heeft zich zelf ook reeds beziggehouden met het probleem van de hinderwetplichtige bedrijven. Wij heb ben de indruk dat er wel wat controle nodig is, maar wij weten nog niet hoe. In feite hebben wij bij gemeentewerken maar één man die met de controle op de naleving van de Hinderwet is belast. Wellicht is het mogelijk door over plaatsing die afdeling te versterken, waardoor de controle op bestaande hinderwetplichtigen kan toenemen en tevens een begin kan worden gemaakt met de controle van de be drijven die zo vanzelf hier en daar zijn gegroeid. Over de bomen langs de rijksweg zijn er inderdaad ambte lijke contacten geweest. Toegezegd is dat er tot herplanting zal worden overgegaan. Ik meen mij te herinneren dat die herplanting in het komende najaar zal plaats vinden. Ik meen dan ook dat het voorbarig is om zelf tot herplanting over te gaan. Het is plezierig, wanneer anderen die herplan ting voor hun rekening nemen. Wat de toestand van de Van Weerden Poelmanweg betreft zal de heer Storimans het oog hebben gehad op het stuk tus sen de Berg en de stoplichten. De heer STORIMANS: Tot het zwembad. Wethouder EBBERS: Onderzocht wordt op het ogenblik wat het verbeteren van een verlichting kost vanaf het Soes- ter Natuurbad over de bult heen. Voorts is ook in de wijkraad nogal gesproken over een berm beveiliging ter hoogte van het vliegveld, omdat ter plaatse nogal wild wordt overgestoken en de auto's aldaar vaak in de berm worden neergezet. De weg is nog niet aan ons over gedragen, maar wij hebben hem formeel in gebruik. Deze zaak zal moeten worden bekeken, want ik kan er thans niet meer van zeggen. Hoofdstuk VI, openbare werken, wordt hierop zonder hoof delijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VII, Eigendommen, niet voor de openbare dienst bestemd. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Voor het onderhoud en het in stand houden yan onze bossen geven wij ongeveer f. 150.000,— uit, terwijl wij een houtopbrengst hebben van ongeveer f. 2.250,-. Is de geringe opbrengst soms een graadmeter voor de kwaliteit van onze bossen of is de lage opbrengst een gevolg van de functie van onze bos sen (recreatief en landschappelijk)? Is het, gezien de geringe opbrengst, niet beter om een hout- productieve functie aan de bossen te geven? Dat is mogelijk door waar mogelijk een productievere houtsoort te planten. De Heidemij neemt het grootste deel van het onderhoud voor haar rekening. Is er over het onderhoud ook wel eens contact geweest met andere instanties (bijvoorbeeld Staats bosbeheer)? Op wat voor manier controleert de dienst gemeentewerken de planning en het werk van de Heidemij Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMevrouw de voorzitter! Onze gemeente is gezegend met een uitgebreid bezit aan natuurschoon. In het boekje „Soest" (redactie Rinke Tolman en Jean Dulieu en in 1959 uitgegeven ter gelegenheid van het 1214-jarig ambtsjubileum van de vorige burgemeester) wordt aan dit natuurschoon ook de nodige aandacht gewijd. Op pagina 71 begint het hoofdstuk „Veelzijdig natuurschoon" In dit hoofdstuk wordt onder meer opgemerkt: „Thans is zij in Soest een rariteit (dit betreft de klokjes gen tiaan) en waarschijnlijk ten ondergang gedoemd. Dit is een betreurenswaardig feit. De aanstaande vermoedelijke gehe le verdwijning is aan twee oorzaken toe te schrijven. Ten eerste zijn de Soester heiden volkomen bebost. Dat is een normaal verschijnsel wanneer er geen beweiding door scha pen plaats heeft en dus alle kiemplanten gelegenheid krijgen zich tot bomen te ontwikkelen. Jammer is het, dat de ge meentelijke autoriteiten geen opdrachten tot uitdunning hebben gegeven." Ook de rest van het boekje is beslist de moeite waard, maar daarop wil ik op dit moment niet verder ingaan. Het gaat mij om het feit, dat ik bij geruchte heb vernomen, dat het op dit moment niet alleen gaat om het niet uitdunnen van kiemplanten, maar dat de Heidemij bezig is met de aan- 272

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 273