Tevens vroegen wij ons in dit verband af of het wellicht mo
gelijk is voor alle scholen in Soest en Soesterberg een school-
bioloog aan te trekken (bijvoorbeeld in part-timeverband).
Wij dienen immers de kinderen vroegtijdig de verantwoorde
lijkheid op het gebied van natuur- en milieuproblemen bij
te brengen.
Terzake van de te stichten school voor havo/vwo hebben
wij in het afgelopen jaar helaas moeten ervaren, dat de situa
tie met betrekking tot de samenwerking tussen het bijzon
der en het openbaar onderwijs in onze gemeente buitenge
woon teleurstellend is voor wat bepaalde confessionele groe
peringen betreft. De samenwerkingsschool zou een prachtig
voorbeeld zijn geweest van samenwerking en verdraagzaam
heid bij behoud van ieders eigen waarden en inbreng. Zij
komt er echter niet. Er zullen zich in de toekomst nog ver
schillende gevallen voordoen waarbij de samenwerking
tussen groepen met verschillende levensbeschouwelijke uit
gangspunten in het geding zal zijn. Wij mogen hopen dat
men - en ondanks de recente ontwikkeling toch ook ver
wachten - met name op cultureel gebied wel tot samenwer
king bereid zal zijn. Het zou onze gemeente als een volwas
sen mensengemeenschap sieren, wanneer wij dit opbrengen.
Een weer andersoortige zaak die onze aandacht verdient,
vloeit voort uit de zich veranderende maatschappelijke om
standigheden. Er is immers door verschillende vrouwenorga
nisaties en actiegroepen (in den lande) al herhaaldelijk aan
gedrongen op gelijke schooltijden voor lagere en kleuter
scholen en op aaneengesloten schooltijden. Wij zouden de
wethouder voor onderwijs willen verzoeken contacten te
leggen met de diverse oudercommissies, schoolbesturen en
de schoolraad teneinde na te gaan hoe deze behoeften in
Soest liggen.
Enkele van de vorengenoemde punten lenen zich tot activi
teiten en beleidsvorming op korte termijn. Andere zijn van
wat langere adem. In dit verband is het van belang dat bur
gemeester en wethouders een onderwijsnota opstellen waar
in de ontwikkelingen worden geconcretiseerd en vertaald
ih een onderwijsbeleid. Hierin dienen uiteraard ook de wen
sen van ouders en leerkrachten naar voren te komen.
De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Tijdens de
algemene beschouwingen is ons medegedeeld dat de cijfers
van het E.T.I. nog niet helemaal bekend zijn. Wethouder
Plomp heeft ook gezegd, dat hij nog weer contact wilde op
nemen met de partners van destijds. Dat is alleszins lofwaar
dig en daar zijn wij helemaal niet tegen. Er is een groep
mensen die een stichting heeft gevormd. Hun plan is op het
scholenplan gekomen en er is een jaartal achter gezet. Deze
mensen werken verder in vrijheid door.
Tijdens de algemene beschouwingen hebben wij gesproken
over de kosten van onderhoud van scholen. Hetgeen wij
terzake hebben gezegd is wat verkeerd begrepen. De wet
houder heeft gezegd dat er een bepaald bedrag voor de
aanschaf van methoden wordt gereserveerd. Dat is zeer ver
standig en dat gebeurt bij het bijzonder onderwijs ook. Het
is ons er meer om te doen dat de hoofden van openbare
scholen de beschikking krijgen over een bepaald bedrag voor
voorzieningen buiten de leermiddelen. Er is destijds in de
raad het bijzondere voorbeeld van een deurmat genoemd die
moest worden vernieuwd. De levering liep via gemeentewer
ken, waardoor de mat ontzettend duur werd. Wij menen dat
de schoolhoofden dergelijke dingen (waaronder lampen)
rechtstreeks moeten kunnen kopen.
In Midden-Soest - de omgeving van de Bonifaciusschool, de
St. Josephschool, de Ingenhofschool en de Van der Hucht-:
school - is het niet mogelijk om gymnastiekonderwijs te ge
ven, omdat er geen gymnastiekzalen zijn. Aan sommige
scholen wordt helemaal geen gymnastiekonderwijs gegeven,
terwijl van andere scholen de leerlingen van de hoogste klas
sen helemaal naar Beukendal gaan. Op het terrein van de
Van der Huchtschool komt een gymnastieklokaal. Is de ver
gunning voor dat lokaal al binnen? Duurt het nog lang voor
dat met de bouw wordt begonnen? Aangenomen mag wor
den dat straks het gymnastieklokaal bij de oude openbare
mavo - aan de Kerkebuurt - zal verdwijnen. Dat betekent dat
er straks vijf scholen van die ene gymnastiekzaal moeten
gebruik maken. Daardoor zal het nog niet mogelijk zijn
ieder schoolgaand kind gymnastiekonderwijs te geven. In de
andere wijken zijn wij gelukkig ongeveer klaar met de aan
leg van gymnastiekzalen.
Wij verzoeken het college om de besturen van de bijzondere
scholen erop te wijzen, dat moet worden geprobeerd de ba
sisscholen zo veel mogelijk zesklassig te doen zijn, want dan
kan goed onderwijs worden gegeven. Zodra men met ge
combineerde klassen komt te zitten wordt het geven van
goed onderwijs altijd iets moeilijker (vooral wanneer er min
der dan zes leerkrachten zijn). Dat betekent wellicht dat
bepaalde ouders moet worden verzocht hun kinderen te
plaatsen op een school die misschien iets verder weg ligt of
die enigszins in een andere buurt-ligt. Op dit punt kunnen
wij de ouders goed laten meedenken, want de door mij be
doelde spreiding komt de eigen kinderen en ieder ander
kind ten goede. Ik kan dit punt met een voorbeeld adstrue
ren. Op een gegeven moment dreigde de bijzondere school
in Hees van een driemansschool een tweemansschool te
worden. Er zijn toen ouders bezocht. De mensen zagen de
noodzaak en het nut van de bepleite spreiding in, waardoor
het mogelijk was de driemansschool te handhaven. Inmid
dels is die school echter verdwenen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter! Er
is gesproken over de schooladviesdienst. Op dat punt voel ik
mij een klein beetje aangesproken. Het door deskundigen
uitgebrachte rapport is verschillende keren besproken in de
onderwijscommissie van het Samenwerkingsorgaan Eemland
en vervolgens in een ledenvergadering in Amersfoort. Ik heb
naar voren gebracht, dat ik een schooladviesdienst met gro
te aarzeling tegemoet heb gezien vanwege de financiële con
sequenties die ook in onze begroting zijn terug te vinden.
Toch acht ik de schooladviesdienst een belangrijke zaak zo
dra de integratie kleuteronderwijs-basisonderwijs een feit is.
Dan zal meer begeleiding van de kleuterleidsters en de on
derwijskrachten in de laagste klassen van het basisonderwijs
nodig zijn.
Het rapport gaat uit van een onverzuilde dienst, hetgeen ik
zeer toejuich; er zijn enige bewijzen van in den lande dat
een dergelijke onverzuilde dienst zeer goed kan werken. Te
voren zal echter wel degelijk overleg moeten worden gepleegd
met de besturen van de bijzondere scholen, omdat de school
adviesdienst niet over de hoofden van deze besturen heen
kan worden samengesteld. Zou dat wel gebeuren, dan is er
geen sprake van een ware samenwerking.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Van
Stiphout heeft een lawine van onderwerpen op tafel ge
bracht; ik wil dan ook met haar beginnen. Het is mij opge
vallen dat zij bijzonder veel werk heeft gemaakt van haar
algemene beschouwing. Dat wordt uiteraard op prijs ge
steld. Ik stel het ook op prijs, dat ik van te voren inzage heb
gekregen in haar op schrift gestelde betoog, waardoor ik mij
op het antwoord heb kunnen voorbereiden. Een dergelijke
gang van zaken heeft beslist ook een groot nadeel, betrek
king hebbend op de tijd die met de beantwoording zal zijn
gemoeid.
Naar aanleiding van de nota van mevrouw Van Stiphout
wil ik graag nog eens met haar van gedachten wisselen over
de wijze waarop nota's moeten worden samengesteld en