gehaald die het bespreken waard zijn. Sommige punten kun
nen in de raad worden besproken, maar voor andere punten
is nader onderzoek vereist.
Het is de vraag of er wel een subsidienota moet komen en of
iedereen dat wel wenselijk acht. Die vraag moet eerst wor
den beantwoord, Dit punt zal eerst nader moeten worden
bekeken. In die subsidienota zou een breed veld van zaken
kunnen worden opgenomen, maar ook dat punt zal eerst
moeten worden besproken. Op dat punt kan men van mij op
dit moment geen duidelijk antwoord verwachten.
Met Artishock heb ik een aantal weken geleden een bespre
king gehad. Men heeft mij een overzicht van de financiële
toestand - met name met betrekking tot de materialen - be
loofd Het wachten is nu dan ook op Artishock. Ik neem
aan dat dit punt nog in onderzoek is bij Artishock, Ik kan
niets doen zolang ik dat toegezegde overzicht niet binnen
heb
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Het is ook
niet onze bedoeling om kritiek te leveren Wij menen dat er
sprake zal zijn van een beter inzicht, wanneer de appara-
tuurkosten en de materiaalkosten voor de cursussen wor
den gescheiden, want dan kan men precies zien wat er nodig
is, Nu zit alles in één post.
Wethouder PLOMP: Het is mij duidelijk wat mevrouw Van
Stiphout bedoelt. Ik zie haar opmerkingen ook helemaal
niet als kritiek. Ik heb alleen gezegd, dat de zaak bij Arti
shock in onderzoek is. Juist het wachten op de door Arti
shock te verstrekken gegevens houdt in, dat wij dan pas
kunnen doen wat mevrouw Van Stiphout voorstelt.
In het antwoord op vraag 1.75 komt tot uitdrukking, dat
Artishock huur moet betalen. Het bedrag van de te betalen
huur is in evenwicht met de te ontvangen subsidie. De huur
is gefixeerd op een bepaald bedrag. Met betrekking tot het
verschil van f. 2,000,- kan alleen worden opgemerkt, dat
de huuropbrengst van derden in feite naar de gemeente
moet, omdat Artishock het gebouw van de gemeente huurt.
In feite zou er geen scheiding moeten worden aangebracht.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Maar als
Artishock te kort komt, dan moet er op de onkosten een
hogere subsidie worden verleend.
Wethouder PLOMP: Het is niet de bedoeling om Artishock
op dit punt financieel te pakken.
De beheerscommissie is bezig met het bekijken of het ge
bouw van Artishock het waard is om voor f. 300.000,-
brandveilig te worden gemaakt.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Er zijn door mij nog enkele
andere vragen gesteld, maar ik heb inmiddels begrepen, dat
deze vragen ook niet meteen kunnen worden beantwoord.
Die vragen zijn min of meer principieel. Wellicht kan het
antwoord in een later stadium worden gegeven.
Wethouder PLOMP: Het is wel de bedoeling dat er ant
woord wordt gegeven op de gestelde vragen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: De vraag wie aansprakelijk is
voor materiële of personele schade bij brand is natuurlijk
een vreselijk belangrijk punt.
De VOORZITTER: Die vraag kunnen wij bevestigend be-
antwoorden, want het gebouw is ons eigendom. Dat punt is
natuurlijk duidelijk.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter. Terecht heeft
mevrouw Korthuis opgemerkt, dat de zaken met betrekking
tot de cultuur op een rijtje moeten worden gezet. Wij moe
ten eerst een inventarisatie maken en dan kijken wat er uit
die inventarisatie rolt,
De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Boven in
het gebouw van Artishock is een grote zolder die op het
ogenblik afgesloten is. Kan eens worden bekeken of er met
die zolder wat kan gebeuren?
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Ik heb ook
om een taxatierapport gevraagd, maar op die vraag is wet
houder Plomp niet ingegaan. Die vraag wil ik nog wel graag
beantwoord hébben.
Wethouder PLOMP: Ik ben nog nooit op die zolder geweest.
De VOORZITTER: Die zit ook dicht; hij is té brandge
vaarlijk.
Wethouder DE HAAN: Ik ben vaak op die zolder geweest.
Ik meen dat geen gebruik moet worden gemaakt van de zol
der in de huidige toestand, want daardoor zou men brand
gevaar oproepen.
Die zolder wordt meegenomen bij het bekijken van het to
tale complex door de beheerscommissie.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Dat wilden
wij alleen maar horen!
Wethouder DE HAAN: Er moet gewogen worden of het
nog waard is dat gebouw grondig aan te pakken of dat er
slechts enkele verbeteringen moeten worden aangebracht
(waardoor een einde komt aan levensgevaarlijke situaties)
waarna wordt gezocht naar een ander onderdak dat mis
schien bovendien iets gezelliger is gelegen dan dit toch wel
vrij unheimische gebouw.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter!
Terecht heeft de heer Visser opgemerkt, dat over kunst en
cultuur niet valt te twisten. Dan is cultuur ook niet links of
rechts, want bij cultuur spreekt men over heel andere groot
heden dan politieke grootheden.
Over de pogingen van sommigen om via kunst en cultuur
politiek te bedrijven is wel discussie mogelijk. Deze laatste
mogelijkheid wijs ik ten zeerste af.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Tijdens de al
gemene beschouwingen heeft de heer De Wilde maandag
avond jl. een amendement ter zake Artishock in het voor
uitzicht gesteld. Letterlijk heeft hij gezegd:
„Wij houden daarbij de mogelijkheid open, dat wij reeds
in het kader van deze begroting terzake het subsidievoor-
stel voor Artishock de raad een amendement zullen voor
stellen."
Ik ben erg nieuwsgierig naar dat amendement.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind het
geen de heer Visser doet niet zo verschrikkelijk stijlvol. Hij
begint nl. bij het einde van mijn betoog terzake Artishock
en hij vergeet dat er een stuk voor zat. Wij hebben het col
lege gevraagd om een beter inzicht in de subsidieverlening
van de gemeente met betrekking tot Artishock. Wij hebben
zojuist gehoord, dat het college daarmede bezig is en het
gevraagde inzicht zal ons worden verschaft. Wij willen de
mededeling van het college terzake afwachten. Ik heb tij
dens de algemene beschouwingen alleen de mogelijkheid
willen openhouden om, wanneer het antwoord van het col
lege onvoldoende zou zijn, met een amendement te kunnen
komen. Het door het college gegeven antwoord is voor
ons vbldoende en wij komen derhalve niet met een amen
dement. Dat vind ik ook de stijl van behandelen. De heer
Visser moet ook het eerste stuk van mijn betoog ter zake le
zen; hij moet niet suggereren dat ik onvoorwaardelijk een
amendement heb aangekondigd, want dat is niet zo.
De heer SMITMevrouw de voorzitter! Uit de aard der
zaak gaat mijn fractie zonder meer akkoord met de onder
volgnummer 8.70.04 vermelde extra subsidie van
f. 55.000,- voor de aanvulling van de boekenvoorraad.
Wij hebben echter wel eens twijfels gehad over de juiste
verhouding in de boekenvoorraad van de openbare leeszaal.
282