stelling komt ook van deze stichting. De opbouwwerker werkt dan ook eigenlijk in een groter verband, omdat in meer plaatsen in onze provincie krachtens dit systeem wordt gewerkt (onder andere in Veenendaal). Het is de be doeling dat, wanneer de stuurgroep straks met haar verhaal klaar is, een instituut wordt geschapen dat de zaak plaatse lijk gaat begeleiden en dat contact onderhoudt met de op bouwwerker. Deze zaak is bewust in overleg met de provin ciale stichting gespeeld, onder andere omdat wij menen dat bij deze stichting de deskundigheid voldoende aanwezig is om ook op andere disciplines te kunnen terugvallen. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Wat het bezigen van vakjargon en moeilijke woorden betreft zou ik mevrouw Van Gelder willen verzoeken de hand in eigen boezem te steken; zij zou eens een rood potlood moeten nemen waarmede zij al die woorden die niet echt Neder lands zijn, kan aanstrepen in haar op schrift gestelde betoog over volksgezondheid. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENIk zal dat zeer zeker doen. Ik heb doelbewust bij het schrijven van het stuk naar vreemde woorden gekeken en mijns inziens heb ik die niet gebruikt. De heer OLDENBOOM: Dat moet u dan maar eens nakij ken! Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb begrepen dat de opbouwwerker via de provinciale stichting wordt aangesteld. Heeft de gemeente raad geen enkele invloed op de taakstelling van de opbouw werker? Wordt die taakstelling ook niet besproken in de gemeenteraad? Wethouder DE HAAN: Daarover wordt nog wel gesproken in de commissie. Voor de raad is er niet zo veel van doen, want er is geen sprake van een blijvende figuur in deze vorm. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Hoe vindt dan de toetsing plaats ten aanzien van de doelstelling? Wethouder DE HAAN: In de commissie. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik meen dat is toegezegd, dat er een begeleiding zou plaats vinden door de commissie voor sociale zaken en de culturele commissie. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Naar aan leiding van volgnummer 9.32 wil ik de heel voorzichtige vraag stellen of wel eens is overwogen om het dorpshuis Soesterberg in de weekeinden open te stellen. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Dat is aller eerst een zaak van het bestuur van de Stichting dorpshuis Soesterberg, Uit anderen hoofde weet ik dat het bestuur daartoe uit financiële overwegingen geen kans ziet, want er zou een „halve" man moeten worden aangetrokken. Dat is op dit moment niet mogelijk. Hoofdstuk IX, Sociale zorg en maatschappelijk werk, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk X, Economische aangelegenheden. De VOORZITTER stelt hierbij aan de orde: b Brief d.d, 7 november 1974 van de V.V.V. te Soest inzake verhoging van het subsidie. Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Mevrouw de voorzitter! Naar aanleiding van volgnummer 10.08 wil ik eraan herin neren, dat wij allemaal een brief hebben gehad van de V.V.V. Wij weten dat deze vereniging in grote moeilijkheden ver keert, ook al omdat de verandering van personeel veel meer geld gaat kosten. Er wordt heel hard gewerkt om veel meer leden te krijgen. Ik hoop dat die actie zal gelukken. Daarom stel ik voor om de subsidie niet vast te stellen op honderd vijftig procent van de te ontvangen contributies, maar op twee honderd procent. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Het voorstel van mevrouw Alting ondersteunt mijn fractie gaarne. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik ondersteun het voorstel van mevrouw Alting. Gisteren heb ik zelf reeds in een gesprek met de secretaris van de V.V.V. dezelfde ge dachte geopperd. De opzet die de V.V.V, in haar brief vraagt, vinden wij niet juist. Het stelsel dat de V.V.V. eerst zelf inkomsten moet creëren uit contributies moet onzes inziens het absolute uitgangspunt blijven Wanneer het niet mogelijk is om uit particuliere middelen voor de V.V.V. een bedrag op tafel te krijgen, is het mijns inziens duidelijk, dat deze vereniging niet in voldoende mate leeft bij de Soester bevolking. Stel dat de V.V.V. in staat blijkt voor een contributie-op brengst van f'. 6.000,-- te zorgen. Wij zijn er dan voor dat de gemeente het dubbele bedrag geeft (f. 12.000,-). Ik rea liseer mij dat de V.V.V. f. 15.000,- vraagt, maar het be stuur van de V.V.V. komt aan dat bedrag van f. 15.000,- door ook de inkomsten uit dienstverlening mee te tellen en dat vinden wij niet juist. Ik hoop dat de V.V.V. met vorenbedoeld uitgangspunt haar pogingen om leden te winnen met de grootst mogelijke hardnekkigheid zal voortzetten, want dat is voor ons de enige manier om te zeggen, dat het de moeite waard is om uit de gemeentekas een bedrag bij te passen. Voor 1975 willen wij de subsidie voor de V.V.V. graag op tweehonderd procent van de te ontvangen contributies brengen, maar wij behouden ons het recht voor om de zaak in 1976 opnieuw te bekijken, maar dat geldt uiteraard voor alle subsidies, De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ook ik stem in met het voorstel van mevrouw Alting, maar ik vrees dat er - gezien de functie van de V.V.V. - niet zo veel contribuanten zullen bijkomen. Ik meen echter dat wij deze vereniging een kans moeten geven, vooral ook omdat de secretaris van een zeer goede wil is. Volgend jaar moet deze zaak maar op nieuw worden bekeken. De VOORZITTER: Ik concludeer dat alle fracties het er over eens zijn, dat wij niet de brief van de V.V.V. moeten volgen (hetgeen daarin wordt voorgesteld is erg gekunsteld), maar het voorstel van mevrouw Alting, hetgeen betekent, dat de subsidie voor de V.V.V. wordt vastgesteld op twee honderd procent van de te ontvangen contributies. Van wethouder De Haan zou ik alleen willen weten of dat finan cieel mogelijk is. Wethouder DE HAAN: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat wij de V.V.V. in dit geval het voordeel van de twijfel moeten gunnen. Men heeft beterschap beloofd en de eerste aanzet van die beterschap is er al; de resultaten schijnen niet ongunstig te zijn. Aanvankelijk bestond binnen het college de neiging om een maximum bedrag vast te stellen, maar voor 1975 willen wij geen limiet vaststellen Ik meen dat de V.V.V. in de gelegenheid moet worden gesteld haar plannen waar te maken. Volgend jaar zal deze zaak opnieuw moeten worden beke ken. Wanneer blijkt dat de V.V.V. zich op redelijke wijze kan bedruipen, dan is het mogelijk het gemeentelijke per centage wat te verlagen, want de zelfwerkzaamheid moet niet worden weggenomen. Gelet öp het vorenstaande neemt het college het voorstel van mevrouw Alting over. Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Mevrouw de voorzit ter! Wat is er aan de hand met het wachthuisje aan de Burg. Grothestraat (volgnummer 10.14)? Dat ligt al bijna twee maanden tegen de grond. Wethouder DE HAAN: Daar is een auto naar binnen gere den. 286

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 287