De heer VAN EE merkt op dat hij alleen deze verze
kering wilde hebben.
De VOORZITTER zegt dat de heer Van Ee deze ver
zekering wel kan krijgen.
De heer JOOSTEN verheugt het dat verschillende
raadsleden voelen voor zijn gedachte om van de bos-
commissie een commissie van raadsleden en niet-raads-
leden te maken. Hij hoopt dat er inderdaad zo'n ge
mengde commissie van kan worden gemaakt als de
nieuwe raad zitting zal hebben genomen.
Over de opmerking van de heer Van Vloten dat het uit
het oogpunt van democratie niet juist zou zijn om
niet-raadsleden in de boscommissie te benoemen zegt
spreker, dat er verschil tussen raadsleden en commis
sies is. Commissies adviseren het gemeentebestuur en
nemen zelf geen beslissingen. De beslissingsbevoegd
heid blijft bij de gemeenteraad. Daarom kan spreker
zich het bezwaar van de heer Van Vloten niet zo
goed voorstellen.
Spreker ziet graag in de notulen aangetekend, dat hij
er zich niet mee heeft verenigd, dat de boscommissie
in beslotenheid vergadert.
De VOORZITTER zegt dat dat nog prematuur is,
omdat de commissie zelf de bevoegdheid heeft om
aan de raad voor te stellen de commissievergaderingen
openbaar te doen zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heer Joosten verkrijgt op zijn verzoek aantekening
in de notulen, dat als de boscommissie niet in het
openbaar vergadert, hij geacht wenst te worden zich
daarmede niet te hebben verenigd.
Hierna wordt overgegaan tot de benoeming van de le
den van de boscommissie.
De VOORZITTER deelt mede dat van de heer Jonker
bericht van verhindering is ingekomen.
Vervolgens verzoekt zij de heren Grift en Joosten met
haar het stembureau te vormen.
De uitslag der stemming is, dat tot leden van de bos
commissie zijn benoemd de heren J.A. Detmar, M. de
Groot, D. Hoekstra en R. van Logtenstein, met alge
mene (24) stemmen, en K. Levinga, met 23 stemmen,
terwijl voorts één stem in blanco is uitgebracht.
51 Voorstel tot het aanhouden van de beslissing op het
beroepschrift van de heer J. Peters tegen weigering
van een gevraagde bouwvergunning.
52 Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverorde
ning 1971 en de invoering van een regeling inzake
minimum jeugdloon.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zon
der discussie en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
53 Voorstel tot het benoemen van leden in de commis
sie van advies als bedoeld in artikel 8 van de Woon-
ruimtewet 1947.
Mevrouw ORANJE-ENTINK vraagt of er de laatste
jaren nog wel eens woningen worden gevorderd.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS meent dat er tot nu
toe in deze commissie geen raadsleden zitting heb
ben gehad. Zij vraagt zich af of het is toegestaan nu
het raadslid de heer Stam hierin te benoemen.
De VOORZITTER merkt op dat het is toegestaan de
heer Stam in deze commissie te benoemen. Er staat
nergens voorgeschreven, dat er geen raadslid in deze
commissie mag worden benoemd.
De heer OLDENBOOM wijst erop dat mevrouw Polet
ook tijdens haar raadslidmaatschap jarenlang zitting in
deze commissie heeft gehad.
Wethouder DE HAAN merkt op dat de vergaderfre
quentie van de commissie gelukkig bijzonder laag is,
maar dat de mogelijkheid om over de commissie te
beschikken aanwezig moet zijn. Het zou kunnen zijn
dat het college binnen vrij korte tijd wel genoodzaakt
is om de commissie enkele evidente gevallen voor te
leggen. De afgelopen jaren is dat gelukkig praktisch
niet nodig geweest. Nu het zich laat aanzien dat het
binnenkort wel nódig zal zijn, is het toch nog nuttig
de commissie duidelijk opnieuw te benoemen.
De heer OLDENBOOM meent dat de preventieve
werking van het bestaan van de commissie al voldoen
de is om schot te zetten achter het snel weer bewo
nen van huizen.
De VOORZITTER verzoekt de heren Grift en Joos
ten wederom met haar het stembureau te vormen.
De uitslag der stemming is dat zijn benoemd tot lid
mevrouw H.M. Meurer-Van Eijk, de heer J.C. Brou
wer, de heer H.M. v.d. Rotte, de heer G. Stam, met
algemene (24) stemmen en mevrouw S.M. Polet-Mus-
ler, met 23 stemmen, en dat is benoemd tot plaats
vervangend lid de heer J. v.d. Arend, met 23 stem
men, terwijl voorts 2 stemmen in blanco zijn uitge
bracht.
De VOORZITTER dankt de heren Grift en Joosten
voor de verrichte werkzaamheden.
Vervolgens deelt zij mede dat de eerste vergadering
van de boscommissie zal plaatsvinden op 17 april
a.s. te 19.30 uur.
54 Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe doorstro
mingsverordening.
De heer OLDENBOOM merkt op dat de doorstro
ming zijn fractie na aan het hart ligt en dat de fractie
zich in grote lijnen natuurlijk kan verenigen met de
nieuwe bijdrageregeling.
Wat Soest betreft zal de bijdrageregeling ten aanzien
van het gehele gewest Eemland gelden. Is dat wat
Amersfoort betreft ook het geval? Vanuit zijn, in
de woonruimteverdelingscommissie opgedane, erva
ringen weet spreker, dat Amersfoort nogal eens gro
te moeite maakte met het huisvesten van Soesters
of het tot stand komen van woningruil. Ziet Amers
foort zich nu wat dit betreft wel deel van het gewest
uitmaken?
Volgens het voorstel wordt de bovengrens opgetrok
ken tot een huurprijs van f. 375,— per maand. Dege
nen die een woning verlaten waarvan de huurprijs
meer dan f. 160,- per maand bedraagt, komen niet
voor een bijdrage in aanmerking, hoewel de huren en
de gehele geldontwaarding toch aanleiding geven tot
een gelijkmatige optrekking van de ondergrens en de
bovengrens. Wat is de diepere bedoeling geweest van
het ongewijzigd laten van de ondergrens?
Wethouder EBBERS: Het regeringsvoorschrift.
De heer JOOSTEN vraagt welk effect het college on
geveer denkt te kunnen verwachten van de voorge
stelde verhogingen.
Voorts vraagt hij of het college het mogelijk acht en
bereid is om voor rekening van de gemeente de bij
dragen te verhogen wanneer mocht blijken, dat de nu
voorgestelde verhogingen nauwlijks enig effect heb
ben.
46