De heer VAN EE vraagt hoeveel mensen in het afge
lopen jaar van de bestaande regeling gebruik hebben
gemaakt.
De heer LEVINGA merkt op dat het hier een rijksre
geling betreft.
Spreker stelt voor dat Soest in dezen Amersfoort het
goede voorbeeld geeft.
Wethouder DE HAAN zegt dat volgens de voorgestel
de bijdrageregeling inderdaad het gewest Eemland als
regio van doorstroming geldt. Het college heeft niet
de indruk dat de bijdrageregeling van de gemeente
Amersfoort niet voor deze regio zal gelden. De grote
moeite die er misschien in het verleden wel is geweest
met Amersfoort, is er niet meer, wellicht mede door
dat er de laatste jaren nogal wat nieuwbouw in
Amersfoort is gereedgekomen, waardoor de woning
markt ook in Amersfoort, hoewel nog niet bijzonder
gunstig, in elk geval niet meer zo erg krap is.
De praktijk leert dat het aantal mensen dat uit Soest
naar Amersfoort wil, bijzonder klein is. Het aantal
mensen dat uit Amersfoort naar Soest wil, is groter,
maar Soest kan hun geen woning aanbieden.
Het is gunstig dat de ondergrens ad f. 160,-ongewij
zigd is gelaten, aangezien daardoor de actieradius
van de regeling groter geworden is. Het optrekken
van de bovengrens heeft tot gevolg, dat een aantal
woningen die niet onder de oude regeling vielen, wel
onder de nieuwe regeling valt, met name woningen in
de woningwetsfeer die verleden jaar zijn gereedgeko
men en ten aanzien waarvan het verschillende keren
bijzonder jammer is geweest, dat een aanvrage moest
worden afgewezen, omdat de betrokkenen net enkele
guldens boven de toenmalige grens zaten. Naar het
zich laat aanzien kan dit voor de doorstroming in de
toekomst een nuttig effect hebben, want ook deze
woningen vinden ondanks hun maandhuur van om
streeks f. 350,- nog wel aftrek bij degenen die gezien
hun inkomen zo'n huur kunnen betalen.
Er komen elke maand meerdere aanvragen, om op
grond van de doorstromingsregeling een bijdrage te
mogen ontvangen, in het college aan de orde.
De VOORZITTER zou bijna durven zeggen, dat dat
iedere week het geval is.
Wethouder DE HAAN zegt dat er jaarlijks minstens
70 a 80 van zulke aanvragen in het college aan de or
de komen. Er is zelfs een jaar geweest waarin er 95
aanvragen in het college aan de orde zijn geweest. Het
zou wel eens kunnen zijn dat in het komende jaar het
aantal aanvragen toeneemt door wat verschuivingen
als de nieuwbouw gereedkomt. Het is dus alleszins toe
te juichen, dat de regeling nu wordt aangepast, zodat
er dan snel zoveel mogelijk effect met de regeling kan
worden gesorteerd.
Het betreft hier inderdaad een rijksregeling met door
het rijk gegeven normen waaraan de gemeente verder
niet zo heel veel kan doen. Spreker vindt het belang
rijk dat zodra van de kant van het rijk de grenzen wor
den verhoogd, de gemeente zich daarbij aansluit om
het effect zo goed mogelijk te doen zijn.
De heer OLDENBOOM meent dat als de ondergrens
van f. 160,- wordt verhoogd tot f. 170,-, de actiera
dius van de regeling groter wordt.
De VOORZITTER: Inderdaad.
De heer OLDENBOOM: Ik heb tussen de regels door
begrepen, dat deze grens niet kan worden verhoogd,
omdat het hier een rijksregeling betreft. Is dat zo?
Mogen we inderdaad niet hoger dan de f. 160,-?
De VOORZITTER: We mogen wel hoger gaan als we
het zelf betalen.
De heer JOOSTEN: Is er bij het college bereidheid
om de vergoeding voor rekening van de gemeente
te verhogen wanneer de raad daar zelf over kan be
slissen en het nodig is om de doorstroming nog meer
te bevorderen?
De VOORZITTER: Ik denk dat de wethouder van fi
nanciën dit zo niet kan bekijken.
Wethouder EBBERS: Inderdaad niet.
De VOORZITTER: Wij willen ons daar graag ernstig
over beraden, omdat wij de consequenties niet kun
nen overzien.
De heer OLDENBOOM: Denkt u dan ook nog eens
over het verhogen van de benedengrens van f. 160,-?
De VOORZITTER: Ja, want dat zou ook een verrui
ming betekenen. Ik geloof dat wij dit ook bij de
nieuwe begroting zouden moeten bekijken, want als
wij tot verhogingen besluiten, zullen wij daarvoor
een bepaald bedrag op de begroting moeten uittrek
ken. Aangezien wij niet zoveel ruimte hebben, zullen
wij dan misschien op iets anders moeten beknibbelen.
Dat lijkt mij een boeiende aangelegenheid bij de be
grotingsbehandeling.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
55 Voorstel tot het verlenen van een ontheffing inge
volge artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet
ten behoeve van de uitbreiding van een machinale
houtbewerkingsinrichting met twee ondergrondse op
slagtanks voor gasolie (dieselolie) voor verwarming en
brandstof bouwmachines op het perceel sectie D,
nummer 2324, gelegen nabij de Schoutenkampweg.
De 'heer JOOSTEN vraagt of het onderhavige in een
woongebied gevestigde bedrijf in plaats van olie niet
beter aardgas, dat een schonere brandstof is dan olie,
kan gebruiken.
De heer DE GROOT wijst erop dat het niet mogelijk
is om mobiele bouwmachines met aardgas te stoken.
De heer JOOSTEN merkt op dat er in het voorstel ook
wordt gesproken over het verwarmen van de werk
plaats.
De heer VAN EE vestigt er de aandacht op dat de rege
ring heeft gesteld, dat men zuinig moet zijn met het
Nederlandse aardgas en dat nu er weer olie komt, men
niet alles op aardgas moet omschakelen, maar ook ge
bruik moet blijven maken van de olie-import.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
gelooft niet dat het op de weg van het gemeentebe
stuur ligt om bedrijven te zeggen wat voor brandstof
ze moeten stoken. Het onderhavige bedrijf heeft ken
nelijk olie als brandstof gekozen en kan daarvoor de
gevraagde ontheffing krijgen.
De heer JOOSTEN merkt op dat het gebruik van aard
gas is te prefereren als het minder last voor de omge
ving zou geven. Omdat het hier een in een woonge
bied gevestigd bedrijf betreft, dient daarmede rekening
te worden gehouden. Als dit bedrijf geen goede instal
latie heeft, heeft de buurt er last van.
De heer VAN POPPELEN meent dat de heer Joosten
het accent te veel op de verwarming legt. De olie
waarvoor de in het voorstel bedoelde opslagtanks no
dig zijn, wordt praktisch geheel gebruikt als brandstof
voor bouwmachines.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat de hinderwetvergunning voorwaarden