schoolbesturen permanent worden uitgenodigd. Spre
ker zou het duidelijk beperkt willen zien tot het uit
nodigen van deskundigen ten aanzien van een bepaal
de zaak.
De heer VAN VLOTEN vindt het jammer dat zijn
brief en de daarin opgenomen toelichting door de
heer Verheus niet goed zijn gelezen, aangezien daarin
duidelijk staat dat het juist helemaal niet de bedoe
ling is om de commissie langs de weg van de perma
nente uitnodigingen stiekem uit te breiden. Verder
staat er in de toelichting: „het gaat alleen om de
maandelijkse vergadering, mocht er behoefte zijn om
zonder deze vertegenwoordigers en besloten bijeen te
komen, dan is die mogelijkheid natuurlijk altijd
open".
Wethouder DIJKSTRA is het geheel eens met wat de
heer Verheus heeft opgemerkt. Uit de brief en uit de
woorden van de heer Van Vloten heeft spreker be
grepen, dat het diens opzet is om met de permanente
uitnodigingen, als nieuw element in te voeren een nor
male discussie met de uitgenodigde organen.
De heer VAN VLOTEN: Ja.
Wethouder DIJKSTRA: Dat kan nooit de bedoeling
zijn, dat is nooit onze interpretatie van artikel 9 van
de verordening op de raadscommissies geweest. Arti
kel 9, waarop u zich baseert, heeft ten doel inciden
teel specialisten en deskundigen uit te nodigen.
De heer VAN VLOTEN: Maar dat staat er niet.
Wethouder DIJKSTRA: Over interpretatie zijn
bibliotheken vol geschreven. Er zijn zeven juridische
scholen die zich alleen met de leer van de interpreta
tie bezighouden. Laten wij het daar vanavond niet
over hebben, met uw goedvinden, mevrouw de voor
zitter. Ik herhaal wat ik in de onderwijscommissie
heb gezegd: Onze interpretatie van artikel 9 is, dat
wij hiermede de vrijheid hebben om bij wijze van uit
zondering een deskundig persoon, een deskundig or
gaan, een bijzonder betrokken persoon of orgaan een
keer uit te nodigen.
De VOORZITTER meent dat de beraadslagingen op
dit moment zouden kunnen worden gesloten. Aan de
orde is een voorstel van het college om regelen voor
de vergaderingen van de onderwijscommissie vast te
stellen. Als iemand dit voorstel wil amenderen, zal het
nu moeten gebeuren.
De heer VAN VLOTEN stelt voor om in het door
het college voorgestelde besluit lid c van artikel 2 te
schrappen.
De VOORZITTER constateert dat het voorstel van
de heer Van Vloten wordt ondersteund door mevrouw
Oranje en de heren Joosten en Storimans.
Vervolgens constateert spreekster dat aanneming van
het voorstel van de heer Joosten betekent, dat ook de
rondvraag in de onderwijscommissie in het openbaar
zal plaatsvinden.
Het voorstel van de heer Van Vloten wordt in stem
ming gebracht en aangenomen met 20 tegen 4 stem
men.
Voor stemmen de leden: Storimans, mevrouw Kort-
huis-Elion, Detmar, Van Logtenstein, Levinga, me
vrouw Oranje-Entink, Verheus, Van Ee, De Groot,
Smit, Van Vloten, Grift, Stam, Oldenboom, Blaauw,
Hoekstra, Joosten, mevrouw Alting-Ambrosius, Korte
en Van Poppelen.
Tegen stemmen de leden: mevrouw Walter-Van der
Togt, Dijkstra, De Haan en Ebbers.
Het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
57 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het treffen van voorzieningen aan de overweg
nabij het gemeentehuis.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
58 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het bouwrijpmaken van een gedeelte van het
bestemmingsplan „Steenberghe I".
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS zegt dat haar frac
tie graag zou weten wanneer er met de bouw van de
in het voorstel genoemde 39 eengezinswoningen kan
worden begonnen.
De heer VERHEUS zegt dat zijn fractie er blij mee is,
dat de in het voorstel genoemde woningen tot stand
komen.
Tijdens begrotingsbehandelingen is meermalen ge
vraagd om stukjes bouwgrond voor mensen die zelf
willen bouwen. Spreker kan zich voorstellen dat er
voor de onderhavige woningen meer dan 39 gegadig
den zijn. Op grond van een en ander vraagt hij: Hoe
denkt het college deze woningen te verdelen? Zijn er
onderhandelingen gaande ten aanzien van het aan
grenzende stuk grond waarop ook nog een aantal wo
ningen zou kunnen worden gebouwd of is het college
niet van plan om daarover op korte termijn onderhan
delingen te gaan voeren?
De heer LEVINGA vraagt of al bekend is wie de in
het voorstel genoemde woningen zal bouwen, wat de
ze woningen zullen kosten en of er bij de Soesterber-
gers interesse is voor woningen in de koopsector.
De heer VAN POPPELEN zegt dat het hier een be
langrijk voorstel betreft waar men allang naar heeft
uitgekeken, omdat het mogelijkheden tot de bouw
van woningen in de koopsector biedt. In het samen
werkingsorgaan Eemland is duidelijk gesteld, dat
door de totstandkoming van zulke woningen de door
stroming het beste op gang komt. Spreker zou willen
voorstellen, dat uitsluitend ingezetenen van de gemeen
te Soest voor deze woningen in aanmerking komen.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat het college nog geen bericht van gedeputeer
de staten over het plannetje Steenberghe I heeft ge
kregen. Inmiddels is de z.g. Kosten-lijn, die naar
spreeksters mening indertijd een beetje meer naar het
oosten lag, verschoven. Spreekster weet niet in hoe
verre dat de beslissing van gedeputeerde staten zal be-
invloeden. Het college hoopt dat er binnenkort uit
sluitsel over komt. In ieder geval heeft het college ge
meend vlug met het onderhavige voorstel te moeten
zijn, omdat het meent dat als er een bebouwingsplan
met bekende gegadigden zou zijn, via de artikel-19-
procedure de vergunning voor de bouw zou kunnen
worden losgekregen.
De onderhavige grond is niet geschikt voor z.g. zelf
bouw; daar zou men wat ruimere kaveltjes voor
moeten hebben.
Het was nogal moeilijk om het plannetje rond te krij
gen, omdat er vooral van de zijde van de provinciale
waterstaat nogal wat bezwaar was tegen de ligging van
de woningen zo dicht bij de weg. Er is nogal veel over
leg over geweest en dat heeft uiteindelijk geresulteerd
in het aanleggen van een wal die tussen de nieuwbouw
en de weg zou moeten komen. Het plannetje vraagt
51