r jz- ggk 60 Voortgaande zegt spreker dat hij het prachtig vindt, dat de kleuters in kwestie tussen de middag kunnen overblijven en worden opgevangen en dat zich daar personeel voor beschikbaar stelt. Maar hij vindt het, te meer omdat straks het kleuteronderwijs in het ba sisonderwijs wordt geintegreerd, te gek om deze kin deren van vier jaar tussen de middag een dutje te laten doen, zodat de kleuterschool een soort semi-internaat is. Hij moet andere argumenten horen dan hij tot nu toe heeft gehoord alvorens hij zijn stem aan het voorstel zal geven. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt dat er in de onder wijscommissie door de meeste leden inderdaad enigs zins kritisch werd gekeken toen de stretchers aan de orde kwamen. Daarbij werd ook gedacht aan het feit dat het voteren van het voor de aanschaf van de stret chers benodigde krediet een precedent zou scheppen, omdat vele werkende moeders die kinderen op de kleu terschool hebben, hun oren zullen spitsen en zullen denken: Dat is voor ons ook een prachtige oplossing. Toch is spreekster overtuigd geraakt van de speciale situatie waarmede men in het onderhavige geval te maken heeft. Het feit dat de afstand tussen Ons Be lang en de kleuterschool heel groot is en dat de leid sters geen bezwaar hebben tegen het toezicht houden heeft haar de overtuiging gegeven, dat bij wijze van uitzondering in dit geval het treffen van de voorge stelde voorziening wel zou kunnen. Daarom gaat zij akkoord met het voorstel. De heer DE GROOT neemt aan dat ook het college er in het begin moeite mee heeft gehad om achter het voorstel te gaan staan. Het eerste verzoek van de hoofdleidster en de oudercommissie is al op 24 sep tember 1973 binnen gekomen. Op 23 oktober 1973 heeft het college het verzoek voorgelegd aan de in- spectrice. Het antwoord daarop heeft het college reeds op 25 oktober 1973 ontvangen. Op 6 februari 1974 heeft het college een hernieuwd verzoek van de hoofdleidster ontvangen, waarbij (wellicht mede we gens inmiddels opgetreden prijsstijgingen) een bedrag van f. 950,- is gevraagd. Pas nu doet het college het voorstel aan de raad. Spreker wil de woorden van de heer Van Vloten on dersteunen. Hij gelooft dat men in de eerste plaats re kening moet houden met het feit dat de buurtschap Ons Belang groot belang heeft bij de voorgestelde voorziening. De afstand tussen Ons Belang en de school is 2 km. Dit maakt het voor de betrokken kleuters van vier a vijfjaar wel bezwaarlijk om tussen de middag even naar huis te gaan. De school wordt ook bezocht door enkele kinderen van ouders die niet in Ons Belang wonen, maar om andere redenen graag willen dat hun kinderen op de kleuterschool kunnen overblijven. Kleuterwereld is de enige school in Soesterberg waarop deze mogelijkheid bestaat. Het personeel stelt zich hier spontaan achter door toe te zeggen er graag op te zullen toezien. Spreker zou dan ook niet weten waarom de raad er overwegende be zwaren tegen zou hebben aan het verzoek van de hoofdkleuterleidster te voldoen. Hij dringt er op aan dat de raad het voorstel zal aannemen. Als het voorstel inderdaad wordt aangenomen, zou spreker later graag eens willen worden gei'nformeerd hoe de voorgestelde oplossing in de praktijk bevalt. De heer JOOSTEN sluit zich aan bij de woorden van de heer De Groot. Wethouder DIJKSTRA merkt op dat het college de raad vanavond heeft gevraagd om in te stemmen met investeringen ten bedrage van ettelijke miljoenen en dat hij de raad nu vraagt om enig vertrouwen te hebben in het voorstel dat door de hoofdkleuterleidster is inge diend. Het college heeft dit voorstel zeer kritisch beke ken. Daarom heeft het aardig lang geduurd voordat het met een voorstel bij de raad is gekomen. Het college heeft van twee inspectrices rechtstreeks en indirect te horen gekregen, dat de onderhavige voor ziening tot de grensgevallen behoort. Het college, dat hierover heeft gedubd, stelt zich op het standpunt dat uitzonderingen en toegeeflijkheid mogelijk moeten kunnen zijn in speciale gevallen. Met de hoofdkleuter leidster is spreker van mening, dat men thans inder daad met een speciaal geval heeft te maken, hoofdza kelijk om de afstand en in zekere zin ook em-de-rij-k- dom aan automobielen, brommers en fietsen van de bewoners van Ons Belangis. De heer DETMAR is niet overtuigd. Hij vraagt zich af of het niet zo is, dat in dit geval de wens de vader van de gedachte is. Het wil er bij hem beslist niet in, dat men twintig kleuters van vier a vijf jaar een uur rustig op stretchers neer kan leggen. Dat is volgens hem een utopie. Spreker vraagt zich voorts af wie er met het toezicht wordt belast. De inspecteur van het kleuteronderwijs, de heer Bottinga, vindt dat zulks in geen geval moet worden gedaan door de kleuterleidsters, omdat zij zelf ook wel graag even willen relaxen. Ik geloof eer der, aldus spreker, dat de kleuterleidsters het nodig hebben om een poosje plat te gaan. Anderzijds meent hij dat men natuurlijk zuinig moet zijn op de kleu ters. Er zijn er niet veel meer en er komen er steeds minder. Maar misschien is er nog hoop: wellicht worden kinderen straks een statussymbool en zullen er een paar meer komen. Als het gevraagde krediet werd gevraagd voor spelma teriaal of voor place mats en dergelijke, zou spreker zich daarmede kunnen verenigen. Het gaat hem niet om het bedrag. De heer VERHEUS heeft er begrip voor dat de wet houder heeft gezegd, dat men het personeel van de kleuterschool vertrouwen moet schenken. Spreker wil dat wel doen, maar met de heer Detmar acht hij het onmogelijk, dat men tussen de middag twintig kleu ters bij elkaar een poosje op stretchers laat rusten. De onderhavige school is, in tegenstelling met de des betreffende opmerking van de heer De Groot, beslist niet de enige school waarop het tussen de middag overblijven mogelijk is. Dit zou inhouden dat de an dere scholen met evenveel recht ook een dergelijke aanvraag zouden gaan indienen, ook al zouden zij helemaal geen stretchers nodig hebben. Spreker acht het niet uitgesloten dat het hier inder daad een grensgeval betreft, maar hij meent dat met de onderhavige uitgave de normale eisen aan het ge ven van kleuteronderwijs te stellen net worden overschreden. Hij kan zich dan ook niet met het voor stel verenigen. De heer VAN POPPELEN sluit zich aan bij de woor den van de heer Detmar. Hij heeft er volkomen be grip en veel respect voor, dat de kleuterleidsters zich willen inzetten voor het scheppen van een goede overblijfmogelijkheid voor de kleuters, maar het zou hem liever zijn als in plaats van dat de voorgestelde voorziening wordt getroffen er, desnoods met een geen n

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 61