wijz- ggk-
haafd blijven. Het verdient echter aanbeveling ze niet
op de monumentenlijst te plaatsen, want dan zal de
eigenaar in de toekomst met diens bedrijfsontwikke
ling geen kant meer op kunnen.
Wanneer er toch geld op tafel moet komen, verdient
het aanbeveling dat er een potje wordt gevormd, waar
na in overleg met de eigenaars kan worden geprobeerd
mooie schaapskooien goed in stand te houden.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
meent dat de kwestie langzamerhand zo in de culture
le sfeer is gekomen, dat het beter is dat wethouder
Dijkstra antwoordt. Men weet hoe zij over de zaak
denkt.
Wethouder DIJKSTRA zegt dat er sprake is van een
onmogelijk wrak. Het is niet de moeite waard om aan
dat ding geld te besteden. Wanneer de heer Pothoven
c.s. kans zien de schaapskooi ergens anders op te bou
wen, heeft spreker daartegen geen bezwaar, maar het
is zijns inziens niet de moeite waard om zich druk te
maken over dat ding. Het verdient geen aanbeveling
de schaapskooi op de monumentenlijst te plaatsen.
De VOORZITTER: Wij hadden het op dit moment
ook niet over de monumentenlijst. Mevrouw Walter
wil alsnog iets over dit onderwerp zeggen.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat de heer Van den Hengel van de gehele
affaire op de hoogte is. Hij heeft aangeboden de heer
Pothoven behulpzaam te zijn bij een eventuele restau
ratie van dat geval, wanneer zou blijken, dat restaura
tie toch zinvol is en wanneer duidelijk wordt dat het
van belang is dat ding te sparen. In dit verband ver
dient het aanbeveling om de heer Pothoven te vragen
wat hij van plan is te gaan doen met dat ding. Wat
heeft het voor zin om een lege vernieuwde schaaps
kooi in het land te hebben staan? Dat ding zal toch
enig nut moeten hebben op die plaats. Wie moet dat
ding gaan beheren?
De heer JOOSTEN begrijpt dat de meerderheid van de
raad vindt dat de schaapskooi niet moet worden ver
plaatst. Spreker vraagt stemming over dit punt. Hij
vraagt ook stemming over zijn voorstel om die
schaapskooi voor alle zekerheid toch maar op de mo
numentenlijst te plaatsen.
De heer DE GROOT meent dat voor de ogen van me
vrouw Walter het schrikbeeld van een gerestaureerde
lege schaapskooi verrijst. Wanneer de schaapskooi
straks is gerestaureerd, blijft zij niet leeg, want spre
ker zal zelf zorgen voor enkele stuks vee.
De heer VAN EE: Ik dacht dat het een schaapskooi
was en dat er geen vee in moet.
De heer DE GROOT'. Een schaap is wolvee.
De heer VAN POPPELEN: Stuntwerk!
De VOORZITTER zegt dat de heer Joosten heeft
voorgesteld om de schaapskooi te handhaven op de
huidige plaats, terwijl hij voorts heeft voorgesteld de
schaapskooi op de monumentenlijst te plaatsen. Dat
zijn twee afzonderlijke voorstellen.
De heer BLAAUW: Is dat handhaven op de huidige
plaats voor eeuwig?
De heer HOEKSTRA meent dat het aanbeveling ver
dient te handelen conform het voorstel dat de heer De
Groot in eerste instantie heeft ingediend. Het is on
juist om tegen de heer Pothoven c.s. te zeggen, dat zij
de schaapskooi mogen hebben en dat zij httar moeten
herbouwen, Dat is een onmogelijkheid voor deze
mensen, want dat herbouwen zal veel te duur blijken.
De heer De Groot heeft in eerste instantie voorgesteld
de schaapskooi te laten herstellen en te handhaven op
de huidige plaats. Voorts heeft de heer De Groot ge
zegd dat de schaapskooi, wanneer later mocht blij-
hij ken dat-zij-op de een of andere manier een sta in de
weg is, alsnog moet worden verplaatst. Misschien is de
hij situatie van de schaapskooi dan zodanig, dat zij-moet
worden afgeschreven.
Het is naar sprekers wijze van zien het verstandigste
te handelen conform vorenbedoeld voorstel van de
heer De Groot. Nu de heer Van den Hengel wil mee
doen zijn er veel meer mogelijkheden, mede omdat de
heer Van den Hengel een deskundige is.
De heer Pothoven wil in de gerestaureerde schaapskooi
dieren opnemen. Er werd gesproken over bokjes, geit
jes, konijnen e.d. In ieder geval zal de schaapskooi,
hij wanneer-zij-is gerestaureerd, moeten worden „bedierd".
- Hij -Zij mag niet leeg blijven staan.
De VOORZITTER zegt dat het door de heer De Groot
in eerste instantie gedane voorstel als volgt luidt:
1. laat de schaapskooi staan op de huidige plaats;
2. laat degenen die zich daarvoor interesseren, de
schaapskooi opknappen (niet op kosten van de gemeen
te, maar op kosten van degenen die de schaapskooi
mooi vinden; de schaapskooi blijft gemeente-eigendom);
3. de heer De Groot zorgt voor de „bediering";
4. wanneer het te zijner tijd voor de ten uitvoerlegging
van een bestemmingsplan nodig is dat de schaapskooi
verdwijnt, dan moet deze ook verdwijnen.
De heer DE GROOT: Nog één aanvulling: ik heb bo
vendien gezegd, dat de gemeente mijns inziens moet
toezeggen dat zij desnoods bereid is een financiële bij
drage te verstrekken.
De VOORZITTER zegt dat het gemeentebestuur dan
wel eerst moet weten wat men van plan is en in hoe
verre men van plan is de schaapskooi op te knappen.
Het is bij wijze van spreken mogelijk de schaapskooi
- hem bijna af te breken om haar daarna weer met de
mooiste materialen op te bouwen. Het is echter ook
mogelijk de schaapskooi alleen waterdicht te maken,
waardoor deze niet verder in elkaar zakt. Daarom
verdient het aanbeveling aan de heer Pothoven c.s.
eerst te vragen wat zij exact van plan zijn, hoe ver hun
gedachten gaan wanneer er wordt gesproken over het
opknappen van de schaapskooi en wat zij met de
schaapskooi willen doen, wanneer deze is opgeknapt.
Het is niet uitgesloten dat de schaapskooi in de toe
komst wel moet verdwijnen van de huidige plaats.
De heer Joosten wil de schaapskooi per se op de mo
numentenlijst plaatsen. Het college meent echter dat
het beter is de betrokkenen eerst te vragen wat zij
precies willen.
De heer JOOSTEN handhaaft zijn voorstel om de
schaapskooi op de monumentenlijst te plaatsen. Hij
doet dat onder meer als reactie op het feit dat de raad
van Soest er zo'n beetje een gewoonte van maakt om
bepaalde monumenten van die lijst af te voeren. Het
is beter dat er zoveel mogelijk monumenten op de
monumentenlijst voorkomen en dat er niet wordt ge
sloopt.
De voorzitter constateert vervolgens dat het voorstel
van de heer Joosten om de schaapskooi op de monu
mentenlijst te plaatsen voldoende wordt onder-
- hem steund.
Het voorstel van de heer Joosten wordt hierna in
stemming gebracht en verworpen met 17 tegen 7
stemmen.
72