Spreekster stelt thans eerst aan de orde de vast te stellen regelen voor de vergaderingen van de commissie voor openbare werken. De heer JONKER deelt mede dat zijn fractie zich niet kan verenigen met artikel 2, lid d, betreffende de rond vraag. Zij is van mening dat de rondvraag in het open baar zou moeten worden gehouden. De VOORZITTER antwoordt dat hierover ook is ge discussieerd in het seniorenconvent en dat de meerder heid daarvan van mening is dat het bij de rondvraag mo gelijk moet zijn om zaken aan de orde te stellen die nog niet geheel afgerond zijn, hetgeen beter kan geschieden in een besloten dan in een openbare vergadering. Wan neer daaruit voorstellen voortvloeien, komen die een vol gende keer vanzelf op de agenda. De heer JONKER verklaart desgevraagd hoofdelijke stemming over artikel 2, lid d, te wensen.. De heer DE GROOT wil een stemverklaring afleggen. Hij zal voor het voorstel stemmen, want hij is het niet met de heer Jonker eens dat de rondvraag openbaar moet zijn. Deze week is in een van de commissievergade ringen bezwaar gemaakt tegen het buiten de openbaar heid houden van de rondvraag. Door de voorzitter van de betrokken commissie is toen toegezegd dat op ruime schaal bij de behandeling van raadsvoorstellen gebruik zou mogen worden gemaakt van zogenaamde „kapstok ken" voor het aan de orde stellen van punten die men in het openbaar wil bespreken. Spreker hoopt dat voorzit ters van andere commissies hetzelfde standpunt zullen innemen, en als dat het geval is, ziet hij de noodzaak en zelfs de wenselijkheid van een openbare rondvraag nauwelijks in. Hij zal dus wel stemmen voor de open baarheid die in het voorstel is bedoeld, maar niet voor de openbare rondvraag. De VOORZITTER constateert dat de heer De Groot het met de zienswijze van het college eens is. Het komt haar overigens voor - zij wil zich niet bemoeien met de leiding aan de commissievergaderingen- dat men niet te veel met kapstokken moet gaan werken. Het zou prettig zijn in dien het beleid in dezen in de verschillende commissies ongeveer gelijk zou zijn. De ene commissievoorzitter kan een kapstok echter eerder toelaatbaar vinden dan de an dere. De heer VAN VLOTEN merkt op dat het vroeger gebrui kelijk was ook aan het einde van de openbare raadsverga dering een rondvraag te houden. De VOORZITTER: Ja, maar die hebben wij gelukkig niet meer. De heer VAN VLOTEN: Neen, maar ik wil er wel op wij zen dat de raadsvergadering tijdens die rondvraag open baar bleef. De VOORZITTER: Dat is juist. Overigens kan men ook schriftelijke vragen stellen. Artikel 2, lid d, van de regelen voor de vergaderingen van de commissie openbare werken wordt hierna in stem ming gebracht en met 19 tegen 5 stemmen aangenomen. Voor hebben gestemd de leden: Hoekstra, Dijkstra, Kor te, mevrouw Walter-Van der Togt, mevrouw Korthuis- Elion, Van Poppelen, Ebbers, Verheus, De Groot, Olden- boom, Detmar, mevrouw Alting-Ambrosius, Smit, Van Logtenstein, Van Ee, Blaauw, De Haan, Storimans en Stam. Tegen hebben gestemd de leden: Jonker, Van Vloten, Le- vinga, mevrouw Oranje-Entink en Joosten. De regelen voor de vergaderingen van de commissie open bare werken worden hierna vastgesteld. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de rege len voor de vergaderingen van de financiële commissie. De heer JONKER zou hierbij hetzelfde naar voren wil len brengen, maar hij wil daaraan nog iets toevoegen. In derdaad gaat de voorzitter van de financiële commissie met grote soepelheid te werk in de vergaderingen van die commissie; ook op vragen die bijna of net buiten de orde zijn wordt altijd zeer welwillend geantwoord. Dit blijft echter een surrogaat; men kan dergelijke dingen beter formeel regelen. In dezen verschilt spreker met het col lege van mening, want zijns inziens houdt een formeel goede regeling in dat de rondvraag in het openbaar plaats vindt. Ook nu wil zijn fractie hierover graag hoofdelijke stemming. Artikel 2, lid c, van de regelen voor de vergaderingen van de financiële commissie wordt hierna in stemming ge bracht en met 19 tegen 5 stemmen aangenomen. Voor hebben gestemd de leden: Dijkstra, Korte, mevrouw Walter-Van der Togt, mevrouw Korthuis-Elion, Van Pop- pelen, Ebbers, Verheus, De Groot, Oldenboom, Detmar, mevrouw Alting-Ambrosius, Smit, Van Logtenstein, Van Ee, Blaauw, De Haan, Storimans, Stam en Hoekstra. Tegen hebben gestemd de leden: Jonker, Van Vloten, Le- vinga, mevrouw Oranje-Entink en Joosten. De regelen voor de vergaderingen van de financiële com missie worden hierna vastgesteld De VOORZITTER stelt hierop aan de orde de regelen voor de vergaderingen van de onderwijscommissie. Daar na wil zij de brief van de heer Van Vloten behandelen. De heer VAN VLOTEN stelt vast dat deze agenda nogal wat onderwijspunten vertoont. De stukken dienaangaan de zijn op vrijdag 4 januari op het gemeentehuis verzon den. Op maandag 7 januari kreeg hij bij de avondpost plotseling de mededeling dat de vergadering van de on derwijscommissie zou worden gehouden op donderdag om twee uur 's middags, terwijl hij de gehele maand niet anders wist dan dat die vergadering op donderdag avond zou plaatsvinden De voorzitter van de commissie heeft echter plotseling en zonder enig overleg het tijd stip waarop de vergadering zou aanvangen veranderd in twee uur 's middags. Dat mag de voorzitter van de com missie, maar spreker zou in het vervolg wel graag zien dat er overleg werd gepleegd. Het gevolg is nl. geweest dat de onderwijscommissie helemaal niet heeft kunnen ver gaderen, daar er slechts één lid aanwezig was en dus het quorum niet werd bereikt. Het gevolg daarvan is weer geweest dat men bij alle raadsvoorstellen aangaande het onderwijs de aantekening mist dat de onderwijscommis sie al of niet met die voorstellen akkoord gaat. Spreker wil de voorzitter verzoeken er bij de wethouder op aan te dringen dat de commissievergaderingen voortaan in overleg en ruim van te voren worden belegd. De heer JOOSTEN onderschrijft de woorden van de heer Van Vloten ten aanzien van het plotseling wijzigen van de vergadertijd. De voorzitter van de commissie zal dit formeel wel mogen doen, maar uit een oogpunt van collegialiteit en van behoorlijk bestuur acht spreker dit niet juist. Het is zelfs bijzonder afkeurenswaardig en hij hoopt dan ook in de toekomst van dergelijke zaken ver schoond te blijven. Hij betreurt in hoge mate dat er nu geen advies van de commissie van onderwijs bij dit agendapunt is, omdat juist in de laatste weken of maan den de regelen voor de vergaderingen van de commissie, in die commissie onderwerp van discussie zijn geweest. Het voorstel van de heer Van Vloten staat nu op papier, maar deze heeft dit al eerder mondeling aan de orde ge steld in de onderwijscommissie en heeft toen gepoogd dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 7