de
te
ge-
;ht
het
e-
:t be-
g
heer-
r
er
de
)men,
ning
dt
latie,
cht.
teld.
ethou-
t ver-
aan
tvel-
Er
laten
ppen
:t
:ns
:ant
Het is
mdaan
ijzon-
le
mag.
lar wij
resul-
werkt.
:reni-
dopen
:e
ort-
De
:lang-
innen
)gin-
lmarkt
le stuk-
:n dat
ir dat
)n al-
jd af-
k haal-
maar
In de
/orden
.et is
of de
een
eeft
krijgen.
■eling
/-- niet
wijz. ggk.
De VOORZITTER meent dat een extra moeilijkheid
voor S.E.C. is gelegen in het feit dat er wordt gebouwd
op grond die geen eigendom van de vereniging is. Het
verkrijgen van een lening wordt daardoor uitermate
moeilijk. Wanneer de verhuur van het terrein wordt
beëindigd, is de opstal het eigendom van de eigenaar
van de grond. Dat blijft een moeilijkheid.
De heer OLDENBOOM zegt de lengte van de termijn
als onjuist te hebben bestempeld. Hij vreest dat deze
termijn voor de banken aanleiding is geweest om de
gevraagde lening niet te verstrekken. Dat zou beteke
nen dat de gemeente op onjuiste gronden wel in het
verzoek van S.E.C. trapt.
Wanneer akkoord wordt gegaan met een termijn van
40 jaar, wordt een verlies van nu verschoven naar de
toekomst. Dat is onjuist.
De heer HOEKSTRA merkt op dat op bladzijde 1
van de voordracht de vylgende alinea voorkomt:
„Het is deze vereniging gelukt bij derden een lening
met een door haar gewenste looptijd te verkrijgen."
Daaruit blijkt dat het verstrekken van de lening niet
vastzit op het feit dat de grond gemeente-eigendom is,
maar op de looptijd.
De heer EBBERS meent dat wethouder De Haan
heeft gezegd dat S.E.C. een lening met een looptijd
van slechts tien jaar kon krijgen. Die termijn was voor
S.E.C. beslist te kort.
De heer JOOSTEN ziet na hetgeen de heren Van Log-
tenstein en Storimans hebben opgemerkt wel in, dat
het verbinden van een extra voorwaarde aan het ver
strekken van de lening niet zo'n sympathieke zaak is.
Spreker wil die suggestie dan ook weer ongedaan ma
ken. Wellicht is het echter mogelijk dat de raad aan
alle sportverenigingen die gebruik maken van een ge
luidsinstallatie een brief schrijft, waarin wordt ge
vraagd een zo bescheiden mogelijk gebruik van de in
stallatie te maken.
De VOORZITTER: Dat kunnen wij altijd doen. Dat
lijkt mij een goed idee.
De heer JOOSTEN: Wanneer dat door de raad kan
worden verzocht, vind ik dat ook een goede oplos
sing.
De VOORZITTER vraagt of er raadsleden zijn die
overwegende bezwaren hebben tegen de in het voor
stel genoemde termijn van 40 jaar.
De heer OLDENBOOM: Ja.
De VOORZITTER vraagt welke termijn de heer Olden-
boom dan wenst.
De heer OLDENBOOM: Vijf en twintig jaar en dan te
vens nagaan of op die basis buiten de gemeente om
geld is te lenen.
De VOORZITTER: Dat kan niet, want het eigendom
speelt toch een rol.
De heer VAN POPPELEN: Dat is niet waar.
De heer OLDENBOOM: Kunt u het toch niet infor
meren, wanneer de termijn op 25 jaar wordt gesteld?
De VOORZITTER: Wij kunnen alles informeren.
De heer VAN POPPELEN: Er kan altijd een lening
worden aangegaan, wanneer de gemeente maar garant
staat voor rente en aflossing. Dat hebben wij toch al
meer gedaan in het verleden?
De VOORZITTER: Dat kan ook.
De heer BLAAUW zegt dat hij in wezen hetzelfde als
de heer Van Poppelen had willen zeggen. Naar aan
leiding van een paar door spreker in de financiële
commissie gemaakte opmerkingen heeft hij een vrij
langdurig onderhoud gehad met een van de bestuurs
leden van S.E.C. Zijn opmerking dat gezelligheidsver
enigingen veel geld kosten was bijv. een beetje ver
keerd overgekomen bij S.E.C. Vandaar dat hij van
avond helemaal niets had willen zeggen over deze
kwestie.
Het is gewoon nodig dat de kantine wordt uitgebreid,
omdat de kantine een zeer belangrijke bron van in
komsten is om de onkosten van de vereniging te dek
ken.
Hij is voor het lenen van geld door S.E.C. op de vrije
markt, maar dan zal de gemeente garant moeten
staan. Het is wellicht ook mogelijk met S.E.C. een
regeling te treffen die voorziet in een vervroegde af
lossing, wanneer blijkt dat het de vereniging over een
paar jaar steeds beter gaat, omdat er door een grotere
kantine-omzet meer winst wordt gemaakt. De club
zal echter de das worden omgedaan, wanneer nu
wordt gezegd, dat de lening in 25 jaar moet worden
afgelost. Dat zal zeer zeker niet de bedoeling zijn.
Er zal dan ook voorzichtig te werk moeten worden
gegaan.
Spreker is voor een lening op de vrije kapitaalmarkt,
desnoods met een termijn van 20 jaar. De gemeente
zal dan eventueel moeten bekijken of de gemeentelij
ke garantie over een langere termijn kan worden uit
gesmeerd. Op die wijze zal worden voorkomen dat de
gemeente gaat financieren.
De heer LEVINGA zegt dat blijkens een verslag in de
Soester Courant de wethouder van financiën in de
financiële commissie heeft gezegd dat voor V.V.Z. het
zelfde is gedaan.
De VOORZITTER: Ja, dat klopt.
De heer LEVINGA meent dat er geen onderscheid
moet worden gemaakt tussen verenigingen.
De heer VAN POPPELEN herinnert eraan in eerste
instantie te hebben gevraagd of de termijn van 40
jaar verband houdt met de exploitatie-opzet. Hij
meent dat de aflossingstermijn kan worden verkort,
wanneer S.E.C. meer bronnen van inkomsten krijgt.
In dat verband heeft hij gevraagd of S.E.C. kan wor
den toegestaan reclameborden langs het veld te
plaatsen. Daarom is door de vereniging meermalen
gevraagd.
De VOORZITTER zegt dat S.E.C. de das zal wor
den omgedaan, wanneer de looptijd van de lening op
een kortere periode dan 40 jaar wordt gesteld.
De heer VAN POPPELEN: Ik heb een alternatief ge
noemd.
Wethouder EBBERS: Dat kunnen zij dan pas bekij
ken. Ik zou mij kunnen voorstellen dat de raad de le
ning verstrekt en dat hij de mogelijkheid van vervroeg
de aflossing inbouwt.
De VOORZITTER vraagt of de raad bereid is het
voorstel aan te nemen zoals het voorligt. Er zijn be
paalde subsidievoorwaarden voor alle verenigingen.
Een zelfde gang van zaken is ook gevolgd voor een
andere vereniging. Bovendien bestaat het gevoelen dat
er bijzonder nuttig werk wordt gedaan, wanneer iets
ten behoeve van de sport wordt gedaan.
Wethouder EBBERS zegt dat er wel voorzichtig te
werk moet worden gegaan, omdat dergelijke lenin
gen niet continu kunnen worden verstrekt. De ge
meente is geen bank. Dat punt ligt bij de raad moeilijk.
De heer OLDENBOOM: Ik blijf tegen die termijn van
79