;rege-
lissie.
i wil-
;en. In-
nissie
van die
de orde
blijft
>eter
st col-
meel
ir plaats-
delijke
igen van
g ge-
mevrouw
?an Pop-
Detmar,
ein, Van
itra.
oten, Le
de com-
:gelen
ie. Daar-
delen.
la nogal
aangaan-
verzon-
dpost
de on
derdag
tand
ierdag-
immissie
;t tijd-
iderd in
de com-
g zien dat
est dat
nen ver
dus het
s weer
inde het
icommis-
Spreker
op aan
taan in
in de
wijzigen
lissie zal
junt van
eker dit
lig en hij
aken ver
lat er
bij dit
of maan-
>mmissie,
geweest.
'P papier>
orde ge-
jepoogd dat
voorstel in stemming te brengen. Het werd hem door
de wethouder van onderwijs echter onmogelijk gemaakt
dat voorstel in te dienen, want de wethouder zei: „Wan
neer u dat voorstel nii indient, sluit ik onmiddellijk de
vergadering." Spreker zou nu aan deze regelen een arti
kel 5 toegevoegd willen zien, waarin wordt gezegd hoe
voorstellen van commissieleden moeten worden behandeld
indien die tijdens een vergadering van de commissie wor
den ingediend.
Dat het voorstel van de heer Van Vloten thans in deze
raadsvergadering zal worden behandeld, vindt spreker on
juist, want het stuk is gericht aan de leden van de onder
wijscommissie en door de wethouder is toegezegd dat het
ook in die commissie zou worden behandeld. Het is niet
juist dit nu in deze raadsvergadering aan de orde te stel
len, omdat in de onderwijscommissie niet over het voor
stel kon worden gediscussieerd. Hij verzet zich dan ook
tegen een behandeling in deze raadsvergadering van het
voorstel van de heer Van Vloten.
Spreker heeft voorts moeite met artikel 2, lid c, de rond
vraag, en dit nog meer dan bij de andere commissies, om
dat juist in de onderwijscommissie de rondvraag een be
langrijke functie heeft gehad, omdat daarbij altijd verte
genwoordigers van de schoolraad of de ouderraad aanwe
zig waren, die daaraan konden deelnemen. Daarom be
treurt hij het dat in de toelichting op het voorstel wordt
geschreven:
„Alhoewel deze vergaderingen met uitzondering van de
plaatselijke pers sporadisch door anderen dan de com
missieleden worden bijgewoond,
Dit is onzorgvuldig geformuleerd, daar juist genoemde
vertegenwoordigers de vergaderingen van de onderwijs
commissie zeer regelmatig bijwoonden.
Spreker wil thans voorstellen de regelen voor de vergade
ringen van de onderwijscommissie aan te houden en daar
over in een volgende raadsvergadering te beslissen wan
neer daarbij een advies van de onderwijscommissie aanwe
zig zal zijn. Tevens kan dan het voorstel van de heer Van
Vloten aan de orde komen. Spreker zal hoofdelijke stem
ming over zijn ordevoorstel vragen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION steunt het voorstel om de
behandeling van dit punt uit te stellen, ook omdat het
niet bij de stukken heeft gelegen, zodat de andere raads
leden er niets van af wisten.
De heer DE GROOT wil het voorstel van de heer Joosten
graag ondersteunen. Het schrijven van de heer Van Vlo
ten is inderdaad gericht aan de onderwijscommissie en
dient dus eerst daar te worden behandeld en van advies
te worden voorzien, waarna het moet worden doorge
stuurd naar burgemeester en wethouders. Het college kan
zich dan beraden over de vraag of het wel of niet een voor
stel ter zake aan de raad zal doen.
De heer JOOSTEN wijst er nog op dat zijn voorstel tot
aanhouding zowel het voorstel van de heer Van Vloten
als de nu aan de orde zijnde regelen betreft.
De VOORZITTER heeft begrepen dat de regelen voor
de financiële commissie en de commissie openbare wer
ken in die commissies aan de orde zijn geweest.
De heer VERHEUS: Niet in de commissie openbare wer
ken.
De VOORZITTER constateert dat dit blijkbaar toch geen
moeilijkheden met betrekking tot die commissie heeft
opgeleverd. Zij zou zich evenwel kunnen voorstellen dat
een vergadering van de onderwijscommissie wordt belegd
op een tijdstip waarop de verschillende leden aanwezig
zullen kunnen zijn, teneinde deze zaken daar formeel nog
even aan de orde te stellen.
Wethouder DIJKSTRA wil eerst even ingaan op de op
merkingen over het 's middags houden van de commis
sievergadering. Dit betekent het herstel van een oude
gewoonte, die in 1970, 1971 en in een deel van 1972 is
gevolgd. De commissievergaderingen werden toen om
de beurt 's middags en 's avonds gehouden, daar een
aantal leden bezwaar maakte tegen avondvergaderingen
en een aantal andere leden bezwaar had tegen middag
vergaderingen. Van de huidige leden van de onderwijs
commissie geven drie leden de voorkeur aan avondverga
deringen, geven twee leden - spreker inbegrepen - de voor
keur aan middagvergaderingen en is het voor één lid om
het even. Vandaar dat hij weer is overgegaan tot de aan
vankelijk gevolgde procedure van om de beurt 's mid
dags en 's avonds vergaderen. Hij wil graag maximaal re
kening houden met de verlangens van de leden en het
spijt hem dan ook dat deze wijziging niet in de voor
laatste commissievergadering is aangekondigd.
In de laatste vergadering van de onderwijscommissie,
waarin geen adviezen konden worden vastgesteld omdat
slechts twee leden en de voorzitter aanwezig waren - het
quorum bestaat uit de voorzitter en drie leden -, heeft
spreker met betrekking tot de ingekomen brief van de
heer Van Vloten medegedeeld dat die brief in deze raads
vergadering zou worden behandeld. Dit is ook aldus in
burgemeester en wethouders besloten, omdat dit voor
stel, waartegen spreker ernstige bezwaren heeft, ook
voor andere commissies consequenties heeft. Hij is ech
ter gaarne bereid het voorstel de volgende maand met
een formeel advies van de commissie aan de orde te stel
len.
De VOORZITTER stelt vast dat de regelen voor de ver
gaderingen van de onderwijscommissie alsmede de brief
van de. heer Van Vloten worden verwezen naar de onder
wijscommissie. De volgende maand komt men hierop
dan terug.
7 Voorstel tot verpachting van grond.
8 Voorstel tot het verlenen van voorschotten als bedoeld
in:
a. artikel 75, 4e lid van de Kleuteronderwijswet aan di
verse schoolbesturen voor het jaar 1974;
b. artikel 103, 5e lid der Lager-onderwijswet 1920 aan
diverse schoolbesturen voor het jaar 1974;
c. artikel 191, 4e lid van het besluit buitengewoon onder
wijs aan een schoolbestuur voor het jaar 1974;
d. artikel lOlbis der Lager-onderwijswet 1920 aan diver
se schoolbesturen voor het jaar 1974.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor
het aanbrengen van centrale verwarmingsinstallaties in
gemeentelijke premiewoningen.
De heer VERHEUS gaat akkoord met dit voorstel. In de
brief van de directeur van gemeentewerken wordt echter
gezegd dat op dit moment een verzadigingspunt is be
reikt, zodat dit het laatste krediet voor dit doel zou zijn.
Nu heeft hij al eens vakerbepleit om ook in gemeentelij
ke woningwetwoningen over te gaan tot het aanleggen
van centrale verwarming. Hiermede loopt hij misschien
iets vooruit op het grote onderhoudsplan, want daarin
komt deze post inderdaad voor, maar ligt het ook los
daarvan niet op de weg van de gemeente om ten aanzien
van de woningwetwoningen hetzelfde te doen als in de
afgelopen jaren met betrekking tot de premiewoningen is
gebeurd, dus door die bewoners van woningwetwoningen
die er prijs op stellen hun woning van centrale verwar
7