geen gegevens ten opzichte van zijn of haar werkelijke
aanhang. Wel zou men een ieder kandidaat kunnen
stellen indien er vrije verkiezingen zouden worden
gehouden, maar in dit stadium kan dit niet.
De heer HOEKSTRA wil even ingaan op hetgeen de
heer Verheus heeft gezegd. Als de heer Verheus van
Soest naar Zeist zou verhuizen, zou deze geen raads
lid kunnen blijveivmaar hij zóu volgens de tekst van het
genoemde artikel wel tot voorzitter van de wijkraad
kunnen worden gekozen. Daarom leek spreker de toe
voeging die de heer Verheus voorstelde terecht.
De VOORZITTER meent dat moet worden bedacht
dat de gemeenteraad in zo'n geval zou kunnen ingrij
pen. Als iemand al naar een andere gemeente is ver
huisd, is het zeer de vraag of men deze zal willen gaan
benoemen, want het is algemeen bekend dat gemeen
telijke problemen moeilijk kunnen worden gevolgd
door mensen die buiten de betrokken gemeente wo
nen. Overigens is het jammer dat de commissie die
zich met de wijkraadverordening heeft beziggehouden,
dit punt niet heeft uitgewerkt. Misschien kan de heer
Verheus echter enige opheldering geven.
De heer VERHEUS stelt dat de commissie bestond
uit twee raadsleden - de heer Pieren en hij - en drie
wijkraadsleden. De intentie van de minderheid van de
commissie - dat waren waarschijnlijk de raadsleden -
was dit artikel zo te redigeren dat de voorzitter van
de wijkraad buiten de kring van de elf leden zou moe
ten komen. Als compromis is er toen uitgekomen dat
de voorzitter zowel uit die elf leden zou kunnen voort
komen als buiten die elf leden. Het is nu bepaald niet
de bedoeling dat het mogelijk moet zijn desgewenst
een niet in het betrokken gebied wonende kandidaat
als nr. 1 op de voordracht voor het voorzitterschap te
plaatsen. Vandaar sprekers voorstel dit uit te sluiten.
Daardoor wordt verzekerd dat de gehele wijkraad en
de voorzitter daarvan woonachtig zijn in het gebied
dat onder die wijkraad valt. Spreker wil zijn voorstel
graag in stemming gebracht zien.
De VOORZITTER: Wij moeten dan wel even een pre
cieze redactie hebben.
De heer VERHEUS: Ik heb gezegd dat achter „voor
zitter" een komma zou moeten komen en daarna de
woorden: „die eveneens woonachtig moet zijn in het
in artikel 17 bedoelde gebiedsdeel,".
De VOORZITTER meent dat dan lid 1 van artikel 22
in die zin moet worden aangevuld, want daar wordt
over de voordracht gesproken. Men moet dan de in
houd van die voordracht omschrijven. Overigens is
het voor spreker een vraag of het verboden moet zijn
eventueel eens iemand uit Soest op de voordracht te
zetten, ook als deze dan niet in Soesterberg woont,
maar daar bijvoorbeeld wel een aantal jaren hééft ge
woond.
De heer HOEKSTRA: De redactie komt toch wel
goed? Het gaat nu om het principe.
De VOORZITTER vervolgt dat, als het voorstel van
de heer Verheus zou worden aangenomen, de raad het
college zou moeten machtigen een en ander in de
geest zoals is bedoeld te formuleren. De intentie is
echter wel geweest het niet uitsluitend te beperken
tot de wijkraadsleden en tot Soesterberg, maar het ook
mogelijk te doen zijn eventueel iemand uit Soest aan
te trekken. Het is dan aan de gemeenteraad om daarme
de wel of niet in te stemmen. Bovendien is het net als
met de jurisprudentie: De uitleg van een wet steunt
vaak ook op de wijze van behandeling in het wetgeven
de orgaan. In dit geval wijst die behandeling uit dat
men hier van oordeel is dat men niet op voorhand
iemand van buiten de gemeente moet voordragen. Men
moet echter niet de mogelijkheid afsnijden om binnen
de gemeente met een outsider-voorzitter aan te komen.
Overigens geldt ook voor deze verordening dat zij pas
zal worden gebruikt als er een verschil van mening is.
Men is natuurlijk bezield met de intentie te beginnen
met een voordracht van drie mensen uit Soesterberg.
Het kan ook iemand zijn die in Soesterberg werkt en
aldus dagelijks de sfeer daar kan proeven, maar die
zelf in Soest woont.
De heer HOEKSTRA: Er staat: „De Wijkraad stelt
daartoe een voordracht van maximaal drie personen."
Hij kan dus ook een voordracht van één persoon stel
len.
De VOORZITTER: Ja, en de gemeenteraad kan zo'n
voordracht eventueel terugsturen.
De heer VERHEUS: Inderdaad, ik trek mijn voorstel
in.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
103 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan
„Overhees".
De heer VAN POPPELEN wil ingaan op het onder nr.
4 genoemde bezwaarschrift van de stichting Kasko-
woningen Soest. In het stuk wordt daarvan gezegd:
„dat uit de inhoud van de ingediende brief blijkt, dat
hier geen sprake is van een bezwaarschrift, doch eer
der een adhesie-betuiging;"
In ieder geval moet het de raad deugd doen dat in dit
geval een bezwaarschrift met 300 handtekeningen is
ingediend tegen een ander bezwaarschrift. Dit is een
uniek feit. Spreker is het geheel eens met de inhoud
van die adhesie-betuiging. Wanneer er veel beroepsma
tige bezwaarschriften worden ingediend, kan dit veel
teleurstellingen en misschien zelfs onoverkomelijke
financiële bezwaren met zich brengen voor de aan
staande kopers die in het betrokken gebied willen
gaan wonen. Zijn vraag is of het mogelijk is een raming
te maken van de kosten van bestemmingsplannen die
in de laatste vier jaar zijn opgehouden door bezwaar
schriften die later ongegrond zijn verklaard. Iedere
burger heeft er recht op bezwaar aan te tekenen, maar
spreker meent dat deze adhesiebetuiging duidelijk het
beleid van de gemeente ten aanzien van het bestem
mingsplan Overhees ondersteunt, iets wat hem overi
gens, gelet op de gehouden voorlichtingsavond, niet
verbaast.
De heer VAN VLOTEN vindt het spijtig dat hij pas
zaterdag deze stukken en de agenda in huis kreeg. Dat
is dan in het weekend; maandag moet men aan het
werk, dinsdag kan men even het gemeentehuis bezoe
ken, woensdag was het gemeentehuis gesloten en dus
moet men eigenlijk in één dag deze bezwaarschriften
en het antwoord van burgemeester en wethouders
doornemen. Hij vindt de tijd daarvoor erg kort en hij
heeft op dit moment dan ook geen afgerond oordeel.
Spreker begrijpt wel dat dit bestemmingsplan haast
heeft en hij wil ook in geen geval de indruk wekken
dat hij de woningbouw zou willen stagneren, maar
wel wil hij vragen of het mogelijk is vandaag alvast
wel goedkeuring te geven voor de eerste fase, zodat de
woningbouw niet stagneert, doch de rest van het be
stemmingsplan nog één vergadering aan te houden, zo
dat men rustig alle binnengekomen stukken kan bekij
ken.