Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: We
zullen moeten hangen, mijnheer Oldenboom. Slik
maar even.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
44 Voorstel tot het voteren van een extra krediet voor
het treffen van verbeteringen c.q. voorzieningen aan
de hal van de o.l.s. Soesterberg.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter!
In de commissie is dit voorstel uitvoerig besproken.
Wij hebben de mogelijkheden onder ogen gezien, de
tekeningen bekeken en ik ben tot de overtuiging ge
komen, dat de voorgestelde voorzieningen en verbe
teringen moeten worden aangebracht en dat, hopelijk
tijdelijk, de hal van de school zal moeten worden op
geofferd om de achtste leerkracht voldoende gelegen
heid tot het geven van onderwijs te bieden. Nu ik een
maal tot deze overtuiging ben gekomen, zeg ik: Hoe
eerder, hoe liever.
Ik zou het op prijs stellen als, zodra een en ander met
de minste stoornis voor de leerlingen tot stand is ge
bracht, de brandweer er even een kdj lge kon nemen,
omdat er misschien toch wel veranderingen in het
vluchtschema zullen moeten worden aangebracht.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Me
vrouw de voorzitter! Nadat het voorstel door drie
commissies was goedgekeurd zijn er enige problemen
gerezen, die ik eigenlijk wil terugbrengen tot commu
nicatiestoring. Ik stel hierbij uitdrukkelijk, dat de hui
dige wethouder daar geen enkele bemoeienis in heeft
gehad, omdat de belangrijkste besprekingen al had
den plaats gevonden voordat hij de wethouderszetel
innam. De wethouder verdient niets dan lof, want hij
heeft alleen maar erg veel haast achter het voorstel
gezet en dat was hem ook gevraagd.
Er wordt in de school te Soesterberg toch nog wat
scheef tegen het voorstel aangekeken. Daarom zou ik
de wethouder willen vragen of hij enigszins aan de
problemen van de school wil tegemoet komen. Er
kan met betrekking tot de voorzieningen zoals ze vol
gens het voorstel worden getroffen in ieder geval niet
worden gesproken van weggegooid geld. De verwar
ming en de verlichting zijn slecht, de toegangsdeur is
in een slechte staat, het tocht er erg, de tochtdeuren
zijn op zich zelf van belang, opdat men in een ge
meenschapsruimte toch een beetje beslotenheid
heeft en niet in een groot gangencomplex zit. Met an
dere woorden: ook als de te verbeteren ruimte als ge
meenschapsruimte zou worden gebruikt, zouden de
voorgestelde voorzieningen de enig juiste zijn. Nu
moet deze ruimte voorlopig worden gebruikt als les
lokaal. Daarmede komt de gemeenschappelijke
ruimte te vervallen. Ik zou de wethouder willen vra
gen of hij tegenover het onderwijzersteam eens wil
benadrukken, dat wanneer er zich bijzondere gele
genheden voordoen waarbij een gemeenschapsruim
te van belang zou zijn, het aanspraak zou mogen ma
ken op een ruimte hetzij in het dorpshuis hetzij in een
van de leegstaande lokalen in Soesterberg.
Ik zou graag zien dat wanneer het plan Egghermonde
van de grond komt en er een kans bestaat, dat het
aantal leerlingen van de school toeneemt, de wethou
der nog eens zou bekijken of uitbreiding van de school
alsnog verantwoord is dan wel er alsnog een noodge
bouw zou kunnen komen.
Wanneer de verbouwing plaats vindt overeenkomstig
het voorstel en de nooduitgang als ingang wordt ge
bruikt, moet er wel op worden gelet, dat niet alleen
de toegangsdeur, maar ook het pad, dat veel te smal
is, zal moeten worden verbreed.
Daartoe moet een stuk van de tuin bij het huis van de
heer Boer worden verkleind. Daarbij zou een tamelijk
grote boom moeten worden gekapt. Ik zou dat erg
jammer vinden. Ik zou er dan ook voor willen plei
ten, dat in de verbrede ingang de boom wordt ge
spaard en de struiken zoveel mogelijk worden ver
plaatst en dus niet zonder meer worden verwijderd.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het
spreekt vanzelf dat als de zaak gereed zal zijn, er
maatregelen zullen moeten worden genomen om de
brandveiligheid te waarborgen. Ik zeg gaarne toe, dat
ik mijnerzijds zal proberen om dit te bewerkstelligen.
Er zijn wellicht inderdaad enige misverstanden met
betrekking tot de schoolverbouwing. Maar na rugge
spraak en overleg met de afdeling onderwijs en van
middag met de inspecteur ben ik tot de overtuiging
gekomen dat de afspraken indertijd toch wel erg dui
delijk zijn gemaakt en dat het hoofd der school er
ook duidelijk van op de hoogte was, dat er ook reke
ning werd gehouden met zijn keus. Zijn keus heeft
tot resultaat gehad dat wij nu met de verbouwing be
zig zijn. Ik meen dat deze zaak toch wel heel duide
lijk ligt.
Ik kan het er met mevrouw Van Stiphout volko
men over eens zijn dat het hier geen weggegooid geld
betreft.
Wanneer de school bij bijzondere gelegenheden de be
schikking moet krijgen over een bepaalde ruimte, be
staat er uiteraard geen enkel bezwaar tegen dat het
hoofd der school zich schriftelijk tot de afdeling on
derwijs wendt. Mondelinge besprekingen zonder
meer hebben in het verleden waarschijnlijk proble
men geschapen en ik wens daarom wel schriftelijk op
de hoogte te worden gesteld van de wensen, die dan
natuurlijk op redelijke wijze op hun merites zullen
worden bekeken, ik geloof dat het hoofd der school
er niet bang voor behoeft te zijn dat er voor een
eventueel gebrek aan gemeenschapsruimte niet een
oplossing zal worden gevonden.
Met betrekking tot de opmerking van mevrouw Van
Stiphout dat als Egghermonde gereed zal zijn, het
wellicht aanbeveling verdient om in de gaten te hou
den, dat er een uitbreidingsmogelijkheid blijft be
staan, geloof ik dat als het aantal leerlingen daartoe
aanleiding geeft, uiteraard de noodzakelijke maatre
gelen zullen moeten worden getroffen. Daarbij zullen
noodlokalen niet uitgesloten zijn. Maar er is een aan
tal alternatieven; men zou eventueel ook ruimte in
andere scholen kunnen vinden. Dit is iets dat te zij
ner tijd natuurlijk de volle aandacht krijgt.
Ik zou zeggen dat hetgeen mevrouw Van Stiphout
naar voren heeft gebracht met betrekking tot het toe
gangspad, een boom en struiken iets is dat misschien
door de plantsoenendienst zou moeten worden beke
ken. Ik hoop dat tot die tijd de kinderen zich maar
langs de boom zullen wringen. De hele situatie met
betrekking tot het groen bij de toegang tot de school
verdient natuurlijk de aandacht en zal te zijner tijd
moeten worden bekeken, opdat er te dien aanzien
geen problemen blijven bestaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
114