betalen. Ik vind het niet juist dat een dergelijk be drag van die mensen wordt gevorderd. De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Zijn in de pachtsom de kosten van de brandwacht begrepen? De VOORZITTER: Over dat aspect hebben wij het juist gisteravond gehad. Ik moet op dit moment het antwoord op die vraag schuldig blijven. Ik meen de vraag bevestigend te kunnen beantwoorden, maar daarvoor steek ik mijn hand niet in het vuur. De heer STAM: De vierde alinea van de concept-brief is niet juist, wanneer mijn vraag ontkennend moet worden beantwoord. De VOORZITTER: Inderdaad. Uit mijn hoofd kan ik uw vraag echter niet beantwoorden. Met 99% zeker heid durf ik de vraag met ja te beantwoorden. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld. De heer Visser krijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen, dat hij zich met de genomen beslissing niet heeft verenigd. De heer VISSER: Wat is nu besloten? Dat ik een lijst je krijg van de gevraagde tijdstippen? De VOORZITTER: Dat mag u hebben, maar besloten is dat de brief zal worden verzonden. De heer VISSER: Maar dan zonder mijn naam er onder. De VOORZITTER: Het lijkt mij moeilijk om te zeg gen met uitzondering van de heer Visser. Wanneer de meerderheid van de raad zoiets besluit, gaat de brief wel weg namens de raad. In de notulen kunt u terug vinden, dat u tegen verzending van die brief was. b. Brief d.d. februari 1975 van het Bedrijfschap voor de Bosbouw en de Houtteelt, waarbij wordt verzocht bij de vaststelling van de verordening op de heffing van onroerend-goedbelastingen enige uitbreiding te geven aan de wettelijk verplichte vrijstellingen van bosgronden en natuurterreinen. Voorgesteld wordt te antwoorden dat, zodra de onroe- rend-goedbelasting aan de orde komt, aandacht aan de uitgesproken verlangens zal worden besteed. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Wordt er - bijvoorbeeld in een informele raadsvergadering - nog informatie ver strekt over de onroerend-goedbelasting? De VOORZITTER: Ik meen dat wij daarvoor al een datum hebben afgesproken, nl. 3 april a.s. Naar mijn mening moeten de uitnodigingen de raad al hebben bereikt. De heer VERHEUS: Ik had hetzelfde willen vragen en ik weet derhalve nu voldoende. De VOORZITTER: Nu begin ik echter te vrezen dat de uitnodigingen niet uit zijn. De heer VERHEUS: Ik heb althans geen uitnodiging ontvangen. De heer HOEKSTRA: Op 3 april a.s. is er wat anders. De VOORZITTER: Er is op 3 april a.s. inderdaad wat anders; ik trek mijn woorden derhalve in. Zo'n voor lichtingsbijeenkomst staat bij ons echter wel op de agenda. In de voorlichtingskrant van maart zal infor matie worden verschaft, waarna er een voorlichtings avond zal worden georganiseerd waarop de gehele be volking aanwezig kan zijn. Mevrouw KORTHUIS-ELIONDat was tijdens de be grotingsbehandeling toegezegd. De VOORZITTER: Inderdaad. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge meester en wethouders is voorgesteld. c. Brief d.d. 5 februari 1975 van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, afdeling Soest, met het ver zoek een „verloren" stukje grond in bruikleen af te staan om hierop een stukje wilde natuur te ontwer pen en te verzorgen met het voorstel deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouders om advies. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! De fractie wil het verzoek van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen van harte on dersteunen. De VOORZITTER: Dat mag u rustig doen, wanneer wij met het advies komen, want het lijkt mij dat u nu een beetje vroeg met uw instemming bent. Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. d. Motie van de gemeenteraad van Gendt d.d. 23 ja nuari 1975 inzake bekostiging van de schoolbegelei dingsdiensten. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. e. Brief d.d. 21 februari 1975 van diverse personen inzake personeel S.S.W. met het voorstel dit schrijven in handen te stellen van burgemeester en wethouders om advies. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! De kwestie die voor ons ligt betreft een erg vervelende situatie, te meer De VOORZITTER: U bent op de verkeerde weg. U kunt vragen de betrokken brief voor kennisgeving aan te nemen of om advies in handen van het college te stellen en u zou zelfs kunnen voorstellen om op dit moment over de brief te gaan discussiëren, maar dan dient de raad daarover te beslissen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Omdat er sprake is van zo'n vervelende situatie stel ik voor de brief in handen te geven van de commissie georgani seerd overleg. De VOORZITTER: Dat mag u er wel bij voorstellen, maar de brief moet natuurlijk eerst in handen worden gesteld van burgemeester en wethouders om advies. Het college zal over deze kwestie toch met het georga niseerd overleg moeten spreken. Burgemeester en wet houders dienen echter advies aan de raad uit te bren gen, want dat kan de commissie georganiseerd over leg niet doen. Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. f. Brief d.d. 4 november 1974 van mevrouw W.C. Ot- ten-Monsees, Plasweg 62 te Soest, waarin zij medede ling doet van de problemen die zullen rijzen bij de op heffing van de buslijn naar Hees, met het voorstel te antwoorden overeenkomstig de voor u ter inzage geleg de ontwerp-brief. De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Bij de stukken lagen twee routekaartjes, nl. de route door Klaarwater en Smitsveen en de route Smitsveen over Hees. De fractie betreurt het dat Honsbergen versto ken blijft van een directe aansluiting op het openbaar vervoer. Wanneer wij beide routes overzien, kiezen wij voor de tweede route.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 119