sprekingen plaats gevonden. In de brandweerkazerne heeft uitgebreid overleg met de betrokkenen plaats gehad. Men meende dat een andere plaats misschien beter was. Er is daarop een kleinere gespreksgroep ge formeerd waarin onder meer vertrouwenslieden van de marktmensen zitting hadden. Deze gespreksgroep heeft vergaderd met vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken en de Vereniging voor de ambulante handel, de voorzitter van de toenmalige winkeliersvereniging Soest, de rijksconsulent voor de middenstand en vertegenwoordigers van de politie en de contactcommissie die begin 1970 was ingesteld en waarin consumenten zijn vertegenwoordigd. Met de betrokkenen is de materie uitvoerig besproken. Er werd een kleinere werkgroep gevormd en deze werk groep heeft een aantal alternatieven (waaronder Dal- weg, Talmalaan, Albert Cuyplaan en Parallelweg) on derzocht. Na ampel overleg is die kleinere werkgroep met haar bevindingen teruggekomen in die grote club. De conclusie was dat de markt het best zou kun nen worden verplaatst naar de Weegbreestraat. Vandaag kwam ik toevallig in het bezit van het or gaan De Marktkoopman. In dit orgaan schrijft de voorzitter van de Vereniging voor de ambulante han del met nadruk, dat marktverplaatsingen bijzonder vervelend zijn voor de marktkooplieden; er wordt ernstig geprotesteerd tegen het verplaatsen van mark ten zonder overleg met de marktkooplieden; onder zoekingen van het Centraal Instituut voor het midden- en kleinbedrijf zouden recentelijk hebben aangetoond, dat winkeliers aanzienlijke verliezen zullen lijden, wan neer een in hun omgeving aanwezige markt wordt ver plaatst. Dat is mijns inziens ook een duidelijke zaak. Terecht is opgemerkt dat het belang van de consu ment groot is. Daarom is ook een vertegenwoordiger van de in Soest aanwezige contactcommissie bij de be sprekingen betrokken geweest. Na afloop van de vrij uitvoerige besprekingen hebben wij in 1973 in die grote club besloten om alsnog te trachten de Soester markt op de huidige plaats te handhaven totdat een definitieve plaats in het dorps centrum beschikbaar zou komen (waar veel meer mo gelijkheden zullen zijn). Dat besluit werd unaniem genomen. Wel werd besloten om de huidige markt op te peppen. Daarvoor werd een soort reclamecommis sie in het leven geroepen. Er werd een reclamefonds gevormd waarvoor de gemeente een klein startsubsi die gaf. Na verloop van tijd zouden de marktkooplie den zelf op de zaak terugkomen. Dat wordt ook in het antwoord aan de C.D.A.-fractie medegedeeld. Wij hebben gewoon formeel gehandeld en wij menen dat wij juist hebben gehandeld door zoveel mogelijk mensen in het overleg te betrekken. Er is zelfs een en- quete gehouden door de winkeliersvereniging Soest onder de winkeliers in de buurt van de markt. De uit komsten van deze enquete waren niet erg bemoedi gend; men had kennelijk weinig fiducie in de aanwe zigheid van de markt. Bij plannen om de markt te verplaatsen zullen de winkeliers opnieuw moeten worden geënqueteerd. Er heeft inmiddels wel alweer een gesprek plaats ge vonden met de marktkooplieden om de zaak op nieuw te bekijken. Ik kan niet beoordelen of uitbreiding van de markt wordt tegengehouden door Amersfoortse vertegen woordigers in de Vereniging voor de ambulante han del. Het selecteren gebeurt in overleg met die vereni ging, nl. door de aanwezige selectiecommissie. Op een kleine markt kunnen niet alleen marktkooplieden met groente komen; er moet een algemeen assorti ment zijn dat de consument aanspreekt. Voorkomen moet worden dat er een eenzijdige markt ontstaat. De zaak zal bij alle betrokkenen opnieuw moeten worden aangezwengeld. De eerste gesprekken hebben plaats gevonden en de politie is gevraagd te rapporte ren. Ook de contact-commissie zal weer in het overleg worden betrokken. Het resultaat van dat overleg kan ik uiteraard niet voorspellen. De gedachten gaan we derom uit naar de Weegbreestraat, omdat deze straat in de buurt is van de plaats waar straks misschien het nieuwe centrum komt, waardoor de verplaatsing min der zwaar zal terugslaan op de rest. Natuurlijk zal er ook moeten worden gepraat met de winkeliers in de Weegbreestraat. Een uitgebreide inspraakprocedure is noodzakelijk. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! U ziet hoe nuttig het is om vragen te stellen, want het geen de heer Ebbers heeft verteld kan men niet terug vinden in het antwoord van het college op onze schrif telijke vragen. Ik had een motie klaar om burgemees ter en wethouders uit te nodigen hun passiviteit te la ten varen, zelf initiatieven te ontwikkelen en om de consument centraal te stellen. Ik zal die motie nu niet indienen, omdat ik heb begrepen dat het college - waarschijnlijk na onze brief - bijzonder actief is gewor den. Verschillende zaken spelen een rol. Ik heb begrepen dat het verkeerstechnische aspect door de politie als bijzonder slecht wordt beoordeeld. Wethouder EBBERS: Ook de politie was bij de be sprekingen aanwezig. Iri dat overleg is besloten de Raadhuisstraat een blauwe zone te geven om daar weer wat meer mogelijkheden te creëren. De heer OLDENBOOM: Ik heb niet gesteld dat de marktkooplieden van Amersfoort of de Vereniging voor ambulante handel iets hebben tegengehouden; ik heb kanttekeningen geplaatst bij de functie en de belangen van die vereniging. De heer Ebbers moet niet zeggen dat ik heb beweerd, dat die vereniging de uit breiding van de markt - en als zodanig de vergroting van de concurrentie - tegenhoudt. Wethouder EBBERS: Dat was wel in hetgeen u zei te beluisteren. De heer OLDENBOOM: Ik heb alleen gewezen op de onderliggende motieven die zouden kunnen meespe len. Wethouder EBBERS: U hebt het wel gesuggereerd. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter. Wij hadden gedacht dat er in 1976 een aanzet zou wor den gegeven aan het nieuwe winkelcentrum; wij we ten inmiddels allen dat dat niet haalbaar is. Ik meen dan ook dat het niet verstandig is om met het ver plaatsen van de markt te wachten totdat het winkel centrum klaar is. Het verheugt mij zeer dat het college de indruk van passiviteit heeft weggenomen. Ik hoop dat het college voortvarend voortgaat ten einde op korte termijn te komen tot een grondige aanpak van deze problema tiek. Wethouder EBBERS: Ik meen reeds grondig genoeg te zijn geweest in de voorbereidingen. Dat heb ik dui delijk medegedeeld. 122

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 123