De plaats naast de r.k.-kerk hebben wij steeds in de bespreking betrokken, maar wij hebben ook een aan tal alternatieven genoemd. Gekozen is daarop voor een alternatief dat nu weer niet het goede blijkt te zijn. Het lijkt mogelijk dat de muziekvereniging in de aangevraagde bespreking op het laatste plan wil terug komen en dat alsnog zal worden medegedeeld, dat de muziekvereniging wil bouwen op het perceel grond naast de r.k.-kerk. Uiteraard zijn wij bereid om te trachten daaraan iets te doen. Men dient zich echter te realiseren, dat er een aantal obstakels is. De grond is van een ander waarop een gebouw van de ge meente moet komen In de daaraan verbonden proce dure gaat natuurlijk tijd zitten. De VOORZITTER: Dat is mogelijk met een artikel 19- procedure. Wethouder PLOMP: Dat is in de besprekingen die ik heb bijgewoond ook steeds gezegd. Het is echter van belang dat er snel een oefenlokaal beschikbaar komt. Wij menen dat een grotere snelheid kan worden be reikt, wanneer met de Stichting jeugdwerk wordt samengewerkt. Men was het eens met deze gedachten- gang. Inmiddels is het bestuur van de muziekvereniging te ruggekomen op zijn standpunt. (Ik had liever gezien dat de muziekvereniging de op dit punt betrekking hebbende brief wat eerder had geschreven, want de ze brief ontving ik pas vanmiddag). Wij zijn altijd gaarne bereid over de zaak te praten. Dat zal een dui delijke zaak zijn. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik ver heug mij over het feit dat wethouder Plomp heeft willen toezeggen, dat er over de plaats naast de r.k.- kerk nog kan worden gesproken. U sprak toen over een artikel 19-procedure. Ik meen dat een artikel 19- procedure normaal gesproken vrij snel kan worden ge realiseerd. Misschien ben ik een beetje optimistisch, wanneer ik dat zeg De VOORZITTER: U bent erg optimistisch. Op het ogenblik duurt een artikel 19-procedure heel lang. Daarom wil ik illusies voorkomen. Er dient een ge bouw te komen op andermans grond, hetgeen een ex tra probleem is. Over deze zaak valt te praten, maar dan moet de muziekvereniging echt niet denken dat er nog dit jaar zal kunnen worden gebouwd. De heer VERHEUS: Het is goed dat wij dat weten, want er wordt wel eens gesuggereerd, dat een artikel 19-procedure in twee of drie maanden rond is. De VOORZITTER: Dat was vroeger zo. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter. Het verheugt mij dat het college heeft toegezegd bereid te zijn over de bouw van een oefenlokaal naast de r.k.-kerk te praten met het bestuur van de muziekver eniging. Ik kan mij voorstellen, dat de muziekvereni ging bij voorkeur het oefenlokaal naast de r.k.-kerk wil realiseren. Om verschillende redenen kan er wor den gesproken van een bijzonder mooie plaats. Nie mand zal lawaaioverlast worden aangedaan. Ter plaat se wonen geen mensen. De zaak ligt misschien juridisch wat moeilijk, omdat er op andermans grond een gemeentelijk bouwwerk moet worden geplaatst. Ik meen dat dat bezwaar wel zal kunnen worden ondervangen. Wanneer de muziek vereniging zelf het gebouw neerzet (en daarvoor geld leent), zal er gewoon sprake zijn van een privaatrech telijke overeenkomst tussen de muziekvereniging en het kerkbestuur. De VOORZITTER: Dan zal de muziekvereniging toch zeker een gemeentelijke garantie willen hebben en zo'n garantie wordt door gedeputeerde staten niet goedgekeurd, wanneer er sprake is van een particulier gebouw op andermans grond. De heer OLDENBOOM: Op erfpacht niet? De VOORZITTER: Juist niet. Wij zeggen maar hard op wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn, want de indruk wordt min of meer gevestigd, dat wij van alles niet willen, terwijl er ik weet niet hoeveel besprekingen zijn geweest. De moeilijkheden om ter plaatse een gebouw van de grond te krijgen moet men niet onderschatten. Dat is het enige dat wij er vanavond over kunnen en willen zeggen. Het gebouw zal in ieder geval op die door de muziek vereniging gewenste plaats dit jaar niet van de grond kunnen komen. Wanneer er een postzegelplannetje moet worden ontworpen, zal dat ook eerst moeten worden ontworpen. Dan gaat dat plan in het voor overleg en dat duurt een hele tijd. Uit een rondschrij ven is ons .bekend, dat er nooit meer een artikel 19- vergunning wordt afgegeven vóór het vooroverleg is geëindigd. Ook is ons uit een rondschrijven bekend, dat wij pas drie maanden na een artikel 19-aanvraag heel voorzichtig mogen informeren hoe het met de zaak staat. Op dat moment zijn wij al echt aan het einde van dit jaar of het begin van volgend jaar. De heer VERHEUS: Dat is in ieder geval duidelijke taal. Er wordt erg vaak gesuggereerd dat zo'n arti kel 19-procedure erg snel gaat, maar dat blijkt thans heel anders te zijn. Mevrouw de voorzitter. Een feit is dat de muziekver eniging dat oefenlokaal graag naast de r.k.-kerk wil doen verrijzen. Samenwerking met de Stichting jeugd werk behoorde vier a zes weken geleden wellicht tot de mogelijkheden, maar wanneer ik goed ben geinfor- meerd, zijn er voor deze stichting op dit moment an dere mogelijkheden (ik geloof niet dat ik die moge lijkheden mag noemen), waardoor een combinatie tussen de stichting en de muziekvereniging erg moei lijk is geworden. Bovendien zijn er sinds dat 40-jarige jubileum alweer twee jaar voorbij zonder dat er één steen is gemetseld en één plank is getimmerd. Mede daarom verheugt het mij, dat het college in elk geval niet zonder meer het plan van de muziekvereniging afwijst. In de brief aan de muziekvereniging is zuiver het ac cent gelegd op de planologische bezwaren. Wethou der Plomp heeft zojuist gezegd, dat het oefenlokaal volgens de voorschriften van het bestemmingsplan niet naast de r.k.-kerk kan worden gebouwd. De VOORZITTER: Neen, dat kan ook niet. De heer VERHEUS: Volgens de geest ook niet? De VOORZITTER: Neen, ook niet. De heer VERHEUS: Dan zal er een aanpassing moe ten komen via een postzegelplannetje of een artikel 19-procedure (ik weet niet waarmee het vlotste kan worden gewerkt). Wil het college toezeggen dat het naar aanleiding van de laatste brief van de muziekvereniging opnieuw om de tafel wil gaan zitten met deze vereniging om te trachten het plan van deze vereniging te realiseren? Wij zouden het college bijzonder erkentelijk zijn, wanneer deze toezegging kan worden gedaan. 125

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 126