Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het treffen van voorzieningen aan de woningen
Generaal Spoorstraat te Soesterberg.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter!
Dit voorstel wordt door onze fractie zeer toegejuicht.
Het gevraagde krediet van f. 445.000,- bestaat uit
twee delen, nl. f. 162.000,— voor het verrichten van
achterstallig onderhoud en f. 283.000,- voor het aan
brengen van verbeteringen. Het laatste bedrag komt
in de loop van de komende jaren in de vorm van een
huurverhoging in onze kas terug. De f. 162.000,- voor
achterstallig onderhoud wordt onttrokken aan de risi
coreserve. Blijft er daarna in deze reserve nog voldoen
de over om werkzaamheden aan deze huizen in de
toekomst te verrichten?
De bewoners zullen zelf behangen nadat de nodige
werkzaamheden zijn verricht. Zijn de bedragen die
zijn uitgetrokken voor het verstrekken van behang
aan de bewoners, als voldoende aan te merken?
Wij vinden deze verbeterings- en onderhoudswerkzaam
heden aan oudere huizen van grote betekenis. Is het
mogelijk de verbetering van de oude woningen te ver
snellen? Kan met name het groot onderhoudsrapport,
bedoeld voor de jaren 1974 tot en met 1984, in een
hoger tempo dan eerst bedoeld worden uitgevoerd?
Onze fractie heeft op haar vraag of door de beschik
baarstelling van meer financiën door het rijk ook spoe
diger op grotere schaal verbeteringswerkzaamheden
aan naoorlogse woningen zullen kunnen plaats vin
den van burgemeester en wethouders een naar ons ge
voel niet bevredigend antwoord gekregen. Het college
zegt daarin, dat opvoering van dit tempo vooral ook
afhangt van het verloop van het overleg dat met de
bewoners van de te verbeteren woningen wordt ge
voerd. Onze fractie denkt dat als dit overleg goed
wordt aangepakt, er geen vertraging hoeft op te tre
den. Juist omdat er aan de oudere naoorlogse woning
wetwoningen zoveel mankeert, dringen wij, mede
met het oog op de werkgelegenheid in de bouw, erop
aan dat de verbeteringswerkzaamheden met spoed
zullen plaats vinden.
De heer VAN AALST: Mijnheer de voorzitter! Het
voorstel vindt bij ons grote instemming.
Het college stelt in het voorstel dat het mogelijk is om
de bewoners een passende en redelijke vergoeding te
geven voor verbeteringen die zij hebben aangebracht.
Hoe zal dit in de praktijk gaan? Wanneer denkt het
college de bedoelde vergoeding uit te keren?
De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! Ruim
een jaar geleden is het groot onderhoudsrapport ver
schenen. Daar werd aanvankelijk erg geheimzinnig
mee gedaan; toen mocht niemand precies weten wat
erin stond. Toen het openbaar werd en men zag wat
erin stond, met name ook ten aanzien van deze wo
ningen, die het eerst aan de beurt zouden zijn, is men
natuurlijk enorm geschrokken. Ik meen dat het mede
de verdienste van de wijkraad is, dat er, niet alleen
voor de onderhavige wijk, maar ook voor alle andere
wijken in Soesterberg, bewonerscommissies zijn op
gericht en dat dat heeft geleid tot een goed overleg
met het college, waarvan dit voorstel het resultaat is.
Wanneer zal met de werkzaamheden worden begon
nen? Hoe lang zal het duren voordat het krediet van
f. 445.000,- zal zijn goedgekeurd?
Indertijd is gezegd dat via een enquete zou worden na
gegaan wie centrale verwarming wil hebben. Voorts is
toen gezegd dat als de meerderheid die verwarming
wil, de rest haar ook zou moeten nemen. Ik weet niet
of dat standpunt nog keihard overeind staat.
Velen willen als zij centrale verwarming krijgen, graag
de schoorsteen uit de woonkamer verwijderd hebben,
aangezien zij daardoor meer ruimte zouden verkrijgen
en die schoorsteen toch geen dienst meer doet als de
c.v.-ketel in de kelder komt. Wordt aan deze wens vol
daan?
Wethouder EBBERS: Mijnheer de voorzitter! Op de
vraag of het tempo van de werkzaamheden aan de
hand van het groot onderhoudsrapport kan worden
versneld moet ik zeggen, dat wij bij de opstelling van
dat rapport de totale planning hebben gebaseerd op
de inkomsten die in de vorm van stortingen in het
onderhoudsfonds zouden terugkomen. Een versnel
ling van deze zaak door het beschikbaar stellen van
extra kredieten, waarvoor er naar mijn mening wel
mogelijkheden zijn, zou bijzonder aantrekkelijk zijn.
De werkgelegenheid in de bouw zou daardoor aan
zienlijk worden bevorderd. Ik wil informeren naar de
desbetreffende mogelijkheden.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van
den Brakel dat het overleg met de bewoners niet lang
behoeft te duren moet ik, in alle vriendelijkheid, zeg
gen dat ik nog steeds zit te wachten op een antwoord
van de bewonerscommissie waarvan de heer Van den
Brakel voorzitter is. Dat houdt natuurlijk wel op.
Binnenkort begin ik met de gesprekken met de bewo
ners van de woningen die volgens ons plan aan de
beurt zijn. Onze benaderingswijze is op het ogenblik
zo, dat wij tegen de betrokken bewoners zeggen:
Vormt u een commissie, bespreekt u wat u zou wil
len en komt u dan in gesprekken met de wethouder
tot een compromis. Op deze wijze kom je veel vlug
ger en beter tot een akkoord dan wanneer je het hele
groot onderhoudsrapport ter discussie stelt in bijeen
komsten met bewoners. Er bestaan nogal verschillen
van mening over dat rapport. Men is met name ge
schrokken van hetgeen men over huurverhogingen las.
Men wil soms niet eens alles wat men aanvankelijk
heeft gevraagd. Daardoor zou er misschien al vanzelf
een versnelling optreden, aangezien er dan minder be
hoeft te worden gefinancierd dan het geval zou zijn
bij uitvoering van alles wat wij in het groot onder
houdsrapport hebben opgenomen.
De door de heer Van Aalst bedoelde redelijke vergoe
ding willen wij graag in overleg met de betrokken be
woners vaststellen aan de hand van het tijdstip waar
op zij de verbeteringen in kwestie hebben aangebracht.
Het is de bedoeling om zo gauw mogelijk met de
werkzaamheden te beginnen. Ik heb met de bewo
nerscommissie afgesproken dat er op 6 mei een verga
dering zal plaats vinden waarvoor de commissie de be
woners van alle onderhavige woningen uitnodigt. De
commissie zal de bewoners in die vergadering vragen
of zij tevreden zijn over de gang van zaken zoals die
tot nu toe is geweest. Ik zal in die vergadering aanwe
zig zijn om eventuele kleinigheden glad te strijken.
Ten aanzien van de elektriciteitsvoorziening is een
kleine complicatie opgetreden; wij moeten nog even
bekijken wat er te dien aanzien moet worden gedaan.
Voor de uit de verbeteringen voortvloeiende huurver
hogingen hebben wij de goedkeuring van het ministe
rie nodig. Wij hebben een goede reden om aan te ne-