Deze boerderij is tien jaar geleden tot volle tevreden
heid van en in overleg met monumentenzorg geres
taureerd. Daar heeft zich in derde instantie een bedrijf
in gevestigd. Als een bedrijf zich in een oud pand ves
tigt, vind ik dat het zich bewust moet zijn van wat
het doet. Wanneer je in een oud pand trekt, heeft dat
consequenties. Als je die consequenties niet wilt trek
ken, moetje in de nieuwbouw gaan zitten; dan weet
je dat je je veel meer kunt permitteren.
Ik vind het afschuwelijk dat de ruimte om de boerde
rij zeven jaar geleden is weggehaald door verkoop
van grond en het realiseren van nieuwbouw dicht bij
de boerderij. Laten wij ons na die fout in het bestuur
revancheren en uitspreken dat de boerderij op de
monumentenlijst hoort.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter!
Hetgeen hier nii is gesignaleerd met betrekking tot
het feit dat de boerderij tien jaar geleden is opge
knapt hebben wij in de vorige vergadering ook gesig
naleerd ten aanzien van Van den Hengel.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Maar
in dit geval is de restauratie geschied onder auspiciën
van monumentenzorg.
De heer VAN POPPELEN: In dat geval ook.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Neen.
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Ik ben he
lemaal niet overtuigd door uw argumenten. Als u uw
referaat besluit met te zeggen, dat er over smaak niet
valt te twisten en dat smaken verschillen, dan ben ik
niet kapot van uw motieven. Ik begrijp ook niet pre
cies waarom er in beroep wordt gegaan. Ik blijf tegen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Zaken als deze
worden steeds per pand behandeld. De staatssecreta
ris zal zich nimmer laten verleiden tot een algemene
uitspraak in dezen. Hij gaat steeds pand voor pand de
zaak na. Dit betekent dat deze zaak moeilijk kan
worden gekoppeld aan de zaak aan de Eigendomweg,
want die zaak wordt op zich zelf bekeken en beant
woord en dat zal met deze zaak ook moeten gebeu
ren. Dat is juist ook het motief voor het college om
het voorstel te doen, om over dit pand een uitspraak
te krijgen.
De heer DE WILDE: Heeft u toen u zo'n onbevredi
gend antwoord van de staatssecretaris kreeg, gepro
beerd om ondershands, bijvoorbeeld telefonisch, na
dere adstructie te verkrijgen? Dat lijkt mij voor de
hand te liggen. Zo'n zware procedure als in beroep
gaan waarbij de afdeling van geschillen van bestuur
van de Raad van State wordt gehoord, probeer je
toch in de eerste plaats te voorkomen door gewoon
rechtstreeks contact op te nemen? Als dan het ant
woord opnieuw onbevredigend is, kan ik mij voorstel
len dat je besluit tot de nu voorgestelde procedure.
De VOORZITTER: Wij hebben in dezen te maken
met een beroepstermijn die bepaald niet lang is. Als
je je dan te lang bezighoudt met pogingen om nadere
informatie te verkrijgen, loop je het risico dat de ter
mijn verstrijkt, omdat wij ten opzichte van de raad
gehouden zijn om binnen een redelijke tijd met voor
stellen te komen, die dan kunnen worden bestudeerd.
Wat dat betreft is de zaak een beetje moeilijk. Ik heb
niet de indruk dat er in dit geval nader advies is ge
vraagd.
Er is niet alleen een jaar of zeven geleden nieuwbouw
gerealiseerd dicht bij de boerderij. Ook veertig jaar ge
leden is daar, en wel op het erf vlak voor de boerderij,
nieuwbouw gerealiseerd. De boerderij is dus al heel
wat langer als het ware weggestopt dan uit de woor
den van mevrouw Van Stiphout zou kunnen worden
opgemaakt.
Een punt is ook dat men de boerderij nu en niet op
het moment waarop de restauratie aan de gang was
op de monumentenlijst heeft geplaatst. Wanneer een
pand bij de restauratie op de lijst wordt gezet, is het
een veel duidelijker zaak dan wanneer het op de lijst
wordt gezet nadat het in de derde hand is gekomen.
Ik meen dat deze nuance de vorige keer bij de me
ningsvorming een rol heeft gespeeld.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: In een
andere raad.
De VOORZITTER: Goed. Ik noem het alleen maar.
Ik zeg niet dat u het zonder meer hetzelfde moet doen.
De heer OLDENBOOM: De raad is continu.
Het voorstel wordt hierna in stemming gebracht en
aangenomen met 17 tegen 5 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden: Van Poppelen, me
vrouw Greefhorst-Van Overdam, mevrouw Korthuis-
Elion, Van Logtenstein, Smit, Van Ee, mevrouw Oran-
je-Entink, mevrouw Alting-Ambrosius, Stam, Ebbers,
Blaauw, Verheus, Oldenboom, Van Aalst, Hilhorst,
Hoekstra en De Haan.
Tegen hebben gestemd de leden: mevrouw Van Stip-
hout-Croonenberg, De Wilde, mevrouw Van Gelder-
Cornelissen, Van den Brakel en Visser.
75 Voorstel tot het verlenen van ontheffing van het be
paalde in artikel 1 van de Zoneverordening Hinder
wet ten behoeve van het oprichten, in werking bren
gen en in werking houden van een apparatenfabriek
annex constructiewerkplaats op/in het perceel Veld
maarschalk Montgomeryweg 63 te Soesterberg.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
76 Voorstel tot opheffing van de ouderraad voor het
openbaar lager onderwijs en de ouderraad voor het
openbaar kleuteronderwijs.
De heer HOEKSTRA: Mijnheer de voorzitter! Wij
gaan graag akkoord met het voorstel.
In het huishoudelijk reglement van de schoolraad
staat, dat de in artikel 3c bedoelde leden telkens voor
ten hoogste drie jaren worden benoemd. Deze leden
zijn een ambtenaar van de gemeente en een gemeen
teraadslid. Ik vind het een beetje eigenaardig dat zij
voor ten hoogste drie jaren worden benoemd. De
gemeenteraadsleden worden over het algemeen voor
vier jaren benoemd, welke termijn overeenkomt met
de zittingsperiode van de raad.Zou het niet beter zijn
het huishoudelijke reglement zodanig te wijzigen, dat
de gemeentelijke bestuurders in de schoolraad voor
vier jaren worden benoemd?
De VOORZITTER: De wet schrijft in artikel 20 het
benoemen voor drie jaren voor. De schoolraad is er
op grond van de wet en wij hebben ten aanzien hier
van de wet dan ook toe te passen.
De heer HOEKSTRA: Voor de wet geef ik mij dade
lijk gewonnen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
77 Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan me
vrouw Y.C. van Kalleveen-Doornveld als hoofdleid-
ster van de openbare kleuterschool „De Regentuu-
ter".
148