lijk lering willen trekken uit het gepasseerde en de
raad heel concrete toezeggingen willen doen, dat zij
een krachtig, sturend en besturend beleid in dit soort
zaken zullen voeren.
Vanuit de gedachte dat een gewaarschuwd mens voor
twee telt, wil ik hieraan het volgende toevoegen. Ik
heb bij de begrotingsbehandeling in december jl. aan
het college gevraagd om de nieuwe raadsleden in het
bijzonder in te lichten over de geschiedenis van het
raadhuis en wat er tot nu toe is gedaan. Die toezeg
ging is gedaan, maar is, hoewel het nu april is, niet ge
honoreerd. Ik verzoek het college zijn medewerkers
te vragen om aan de hand van de notulen van de be
grotingsbehandeling na te gaan welke toezeggingen er
zijn gedaan en de gedane toezeggingen te honoreren.
Uit een inlichting die ik heb gekregen van mijn frac
tiegenote die in de raadhuiscommissie zit, heb ik be
grepen dat er ten opzichte van het raadhuisproject
voortgang wordt gemaakt. Ik vind dat wij dan ten
aanzien van zo'n belangrijk project zeker ook als
nieuwelingen in deze raad eens moeten weten hoe het
met deze zaak staat, of er een programma van eisen is
en of er bepaalde beslissingen zijn genomen. Wij zitten
nu bijna acht maanden in de raad. Wij zitten hier
niet voor wissewasjes, maar juist voor dit soort belang
rijke projecten. Ik vind dat ik mij erover moet bekla
gen dat wij, ondanks het feit dat het is toegezegd, niet
de informatie krijgen waarmede wij naar onze mening
als raad moeten werken juist met betrekking tot de
hoofdlijnen van het beleid.
De heer OLDENBOOM: Mijnheer de voorzitter! De
in het voorstel gegeven zeer summiere toelichting is
volslagen onvoldoende en nog misleidend ook. Het
betreft hier een aanvullend krediet dat in feite uit drie
delen bestaat.
1. De overschrijding door prijsstijgingen Ik heb be
grepen dat in het algemeen zulke overschrijdingen
zelfs automatisch via begrotingswijzigingen kunnen
worden gedekt. Ik kan mij voorstellen dat, wanneer
het, zoals in het onderhavige geval, om een groot be
drag gaat, men een aanvullend krediet vraagt. Ik heb
echter het vermoeden dat dit is gebeurd om er de an
dere zaak mee te camoefleren.
2. Er moeten uitgaven worden gedaan die niet zijn
opgenomen in de oorspronkelijke begroting. Dit be
treft meubilair en bestrating en is ergens redelijk.
3. Er moeten uitgaven worden goedgekeurd die zijn
gedaan zonder dat de raad erop enigerlei wijze in is
gekend.
Het is gewoon misleiding wanneer het college met be
trekking tot het oorspronkelijke bedrag gewaagt van
50% prijsstijging, dan echt goochelt met indexcijfers
en ten slotte zegt: Wij hebben het nog niet zo slecht
gedaan, want we zijn er nog niet bovenuit. Ik doel
hier op iets dat in een brief van gemeentewerken staat
en door het college in het voorstel is aangehaald. Ik
kan mij voorstellen dat iemand van gemeentewerken
een keer uitglijdt, maar ik vind dat de wethouder dit
beslist niet zo had mogen overnemen en in het voor
stel had mogen neerzetten. Wat de 50% prijsstijging
betreft doet men het voorkomen alsof het gehele kre
diet nu wordt uitgegeven. Ik geloof dat het college er
verstandig aan doet er zijn verontschuldigingen voor
uit te spreken, dat het de overschrijding op deze wijze
heeft willen motiveren.
Wat de adviseurskosten betreft zijn er uitgaven tot in
totaal f. 184.000,- gedaan zonder dat de raad daar
ook maar enigszins over is geïnformeerd laat staan
daarover inspraak heeft gehad. Wij vinden dit een zeer
ernstige zaak. Wij hebben op geen enkele wijze kun
nen beoordelen en kunnen nu nog niet beoordelen wie
de adviseurs zijn en of het noodzakelijk was hen in te
schakelen. Behoren de adviezen in kwestie niet tot de
normale werkzaamheden van een architect? Worden
adviezen ten aanzien van installaties niet gratis gege
ven door de leverancier? Had gemeentewerken niet
zelf de benodigde adviezen kunnen geven? Het colle
ge heeft terzake in het geheel geen toelichting gege
ven, doch heeft volstaan met de mededeling dat het
f. 184.000,- heeft uitgegeven voor adviseurs. Wij vin
den dit onbehoorlijk.
Een aantal der uitgaven die nog moeten worden ge
daan, vinden wij wat aan de hoge kant. Wij kunnen
ons met deze uitgaven toch in grote lijnen verenigen,
hoewel wij graag zouden zien dat bijvoorbeeld het
meubilair in tegenstelling met een incident dat eerder
is voorgekomen, in Soest wordt gekocht.
Met betrekking tot de omvang van het gebouw heb ik
indertijd gevraagd naar de bezetting. Daar is toen wat
omheen gepraat en helemaal tevreden gesteld zijn wij
toen niet. Onze gemeente groeit niet meer zo snel als
indertijd werd aangenomen; onze prognoses gaan
minder ver. Ik neem aan dat er dan ook minder amb
tenaren nodig zijn en dat de onderbezetting van het
gebouw manifester zal zijn dan ik toen al in de gaten
had. Een te grote ruimte trekt mensen aan, moet op
de een of andere manier worden gevuld. Dat is een
psychologisch feit. Wij zouden dat toch wel kritisch
willen benaderen. Welke vulling heeft het college op
het ogenblik op het oog voor de leegstaande ruimte?
Zijn daar al plannen voor? Ook dit had best eens
over de tafel kunnen komen.
Wij hebben eigenlijk de indruk dat wanneer wij in
eigen regie en onder eigen architectuur hadden ge
bouwd, het beter zou zijn geweest dan nu het geval
is geweest. Onze fractie behoudt zich vooralsnog haar
stem geheel voor. Wij laten onze beslissing geheel af
hangen van het antwoord van het college.
De heer VAN EE: Mijnheer de voorzitter! In de
financiële commissie heb ik gevraagd welke indexen
er zouden worden gebruikt. Men heeft daar een in
dex gesuggereerd alsof de kosten met 50% omhoog
zijn gegaan. Blijkens de stukken zijn de indexen van
de materiaal- en loonkosten gebruikt. Deze indexen
en dus de 50% mogen echter alleen maar ten aanzien
van een deel van de contractsom worden gehanteerd.
Men had dus ook een andere index moeten gebruiken.
Wat dit betreft geeft het voorstel eigenlijk een fou
tieve voorstelling van zaken. Men had moeten uitgaan
van de indexcijfers van de bouwkosten. Als men dat
doet, komt men niet tot een stijging van 50%, maar
tot een stijging van 37,5%. Dit komt overeen met de
door ons in de praktijk gehanteerde cumulatieve stij
ging van 1% per maand. De presentatie door het col
lege is onjuist en geeft een verkeerde voorstelling van
zaken.
Wat de totaliteit betreft vind ik, dat er vele zaken
door elkaar gegooid zijn. Dat had men ten onrechte
willen vangen onder het percentage 50. Dat kon ik in
de commissie nog niet doorzien, maar het is mij wel
duidelijk geworden door de documentatie waarover
ik sedertdien de beschikking heb gekregen.
Ik hoop dat het college klaarheid in deze zaak geeft.