Welke wethouder heeft de adviseurs aangetrokken? De tegenwoordige of de vorige? De heer VAN POPPELEN: Of het college. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Over de prijsstijgingen wil ik niet veel meer zeggen. Het krediet is een paar jaar geleden verstrekt en er hebben sedert dien inderdaad prijsstijgingen plaats gehad. Ik ben wel uitgegleden over de honoraria van advi seurs, die naar ik meen niet door de wethouder, maar door het geweldige architectenbureau zijn aangetrok ken. Ik ben er blij mee dat dit bureau niet het plan Kerckenlandt uitvoert; anders zou de gemeente waar schijnlijk failliet gaan. Als de heer Van Aalst valt over f. 150,- voor blokschaven voor Artishock, moet hij van hetgeen waarover wij het nu hebben wel een hart verlamming krijgen, want de bedragen die in dit geval de pan uit vliegen liegen er niet om. Ik kan dan ook beslist mijn stem niet geven aan dit gegoochel. Ik heb de kosten van de adviezen en werkzaamheden die gemeentewerken gemakkelijk zelf had kunnen ge ven en verrichten bij elkaar opgeteld en ik ben toen op een bedrag van f. 250.000,- gekomen. Als je dit be drag deelt door hetgeen een ambtenaar verdient, blijkt dat voor dit bedrag tien mensen van gemeentewerken een jaar lang kunnen adviseren en toezicht houden bij het leven. Ik geloof dat dat ook veel leuker voor die mensen is. Want zij moeten straks in dit gebouw werken. Ik neem het het college zeer kwalijk, dat de mensen van gemeentewerken totaal geen inspraak hebben gehad in de totstandkoming en de inrichting van het gebouw. Er wordt gesproken over luchtventi- latie, vloerverwarming, vloerbedekking, binnenwan den en zelfs een kunstwerk - dat schijnt ook al in kannen en kruiken te zijn Mevrouw KORTHUIS-ELIONMaar daarover hebben zij grote inspraak gehad. De heer VISSER: Dan zou ik wel eens een lijstje wil len zien van de ambtenaren die daarover inspraak hebben gehad. Mijnheer de voorzitter. Het gebouw moet helemaal vreemd zijn voor de mensen van gemeentewerken die er straks in gaan werken, want zij staan er helemaal buiten. Ik geloof dat wij verschrikkelijk veel geld hadden verdiend als deze mensen bij de totstandko ming en de inrichting waren ingeschakeld. Want er is een groot brok deskundigheid bij gemeentewerken. Allen die daar werken, gaan dagelijks met dit soort dingen om. Ik vind het dan ook een kwalijke zaak dat een en ander is gebeurd op de manier waarop het is gebeurd. Blijkens de desbetreffende notulen heeft wethouder Ebbers in de raadsvergadering van 16 november 1972 gezegd: Ik meen dat er in de investeringsnota een ho ger bedrag is genoemd dan het in dit voorstel genoem de. Dat blijkt helemaal niet waar te zijn; in de investe ringsnota staat f. 2,5 miljoen, terwijl er toen een kre diet van f. 2.850.000,— is verleend. De wethouder heeft blijkens de genoemde notulen ook gezegd: Ik dacht dat er zelfs enigszins rekening is gehouden met een eventuele aanvulling van inventa rissen. Als ik dan zie dat er in het voorstel een bedrag van f. 75.000,- apart wordt genoemd voor verhuizing en ingebruikneming en dat er in de fraaie brief van de heer Van der Dussen voor vaste inventaris, vier pater noster kasten, stellingen en archiefruimte nog eens f. 65.920,- wordt genoemd, dan meen ik dat die paar blokschaven er wel af kunnen. Ik behoud mij mijn stem nog even voor. Wethouder EBBERS: Mijnheer de voorzitter! Men heeft er zich indertijd wel degelijk over georiënteerd hoeveel ruimte per man nodig zou zijn. Men heeft zich verdiept in gegevens over een aantal gebouwen in de utiliteitsbouwsector, onder andere het gebouw van gemeentewerken in Arnhem en het gebouw van openbare werken in Haarlem, en een aantal gemeen ten benaderd met de vraag: Hoe groot moet zo'n ge bouw zijn? In de huidige, bijzonder slechte situatie beschikt men bij gemeentewerken met 68 man over 636 m2. In het nieuwe gebouw zal men gemiddeld ongeveer 10 m2 tot zijn beschikking hebben. Dit is een vrij aardig gemiddelde, ook als men het verge lijkt met hetgeen er aan onderzoek is gedaan in ver band met de bouw van dit gebouw. _Er is wel een programma van eisen geweest. Er is een aantal punten bij elkaar geraapt. Maar dat is vóór mijn tijd gebeurd, met name al in 1970, toen het eerste be gin van het gebouw speelde. Ik kan het mij niet exact herinneren, maar ik meen wel dat er een programma van eisen is opgesteld. De heer DE WILDE: Mijn vraag was natuurlijk of de raad een programma van eisen heeft vastgesteld. Ik vind nl. dat de raad moet beginnen met het vaststel len van een programma van eisen en dat er op basis van dat programma een opdracht moet worden gege ven aan een architect. Ik zeg dit niet om u achteraf te kritiseren, maar dit is een schot voor de boeg waar het college meteen goed rekening mee moet houden. Bij dit soort projecten dient de raad een programma van eisen vast te stellen. Wethouder EBBERS: Ik ben het hierover helemaal met u eens. Ik weet wel dat het ontwerp in de com missie openbare werken is besproken en dat deze commissie zich daarmede heeft verenigd. De heer VAN POPPELEN: Meermalen zelfs. Wethouder EBBERS: Inderdaad. Het is zelfs meer malen in de commissie geweest. De commissie is ook een aantal malen betrokken geweest bij de gang van zaken rondom het aannemen van het werk enz. Wat dat betreft is de raad er dus wel in gekend. Het budget is bewaakt. Er zijn eens per twee a drie maanden aan de hand van de bouwbesprekingen ver slagen verschenen. Die verslagen zijn vermoedelijk nooit in het totale college geweest. De wethouder heeft ze wel gehad, hetgeen wil zeggen dat de wethou der als zodanig op de hoogte was van de gang van za ken en dat de stelling dat er herhaaldelijk op is aan gedrongen dat men binnen het budget moest blijven, nog onverkort overeind staat. Ik moet aannemen dat mijn vorige collega, toen zij erop aandrong dat men binnen het krediet moest blijven, daarbij heeft be doeld: rekeninghoudende met de normaal optreden de loon- en prijsstijgingen. Ik geef toe dat de presentatie in het voorstel inder daad duidelijk aan de summiere kant is en een ongeluk kige zaak. Wij hebben op een gegeven moment gezegd: Wij moeten het maar proberen. Ik had het voorstel na tuurlijk kunnen aanhouden en er een uitvoerig ver haal van kunnen maken, maar ik dacht dat ik de raad vanavond het een en ander duidelijk zou kunnen ma ken. 154

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 155