schikking. De door mij in december jl. gevraagde in
formatie is door de burgemeester toegezegd en dan
wordt het nu tijd dat die informatie inderdaad wordt
gegeven.
De heer OLDENBOOM: Mijnheer de voorzitter! Er
spelen nu nog twee zaken. Dit betreft in de eerste
plaats het corrigerende element van de raad, in die
zin dat het college nu nota heeft genomen van onze
ernstige bezwaren tegen de gang van zaken waarme
de wij zijn geconfronteerd. In de tweede plaats be
treft het de inhoudelijke kant van de zaak. Daarom
zouden wij toch willen voorstellen, dat het college het
voorstel zoals het nu voor ligt terugtrekt en ons in
de volgende raadsvergadering een uitvoerig gedocu
menteerd en gespecificeerd geheel voorlegt. Dan zijn
wij zeker ook beter verantwoord ten opzichte van de
burgers. In het nieuwe voorstel zou waar mogelijk
exact ook het effect van de prijsstijgingen moeten
worden vermeld, niet in indexcijfers, maar in cijfers.
Ik meen dat dat wat een heel groot deel betreft inder
daad mogelijk is, aangezien het college de desbetref
fende supplementaire rekeningen heeft. De prijsstij
gingen worden nl. apart gefactureerd in aannemings
sommen. Alle desbetreffende bedragen kunnen ge
woon bij elkaar worden opgeteld. Voor het deel dat
later is aanbesteed tegen hogereprijzen dan oorspronke
lijk werd verwacht, kan hét college de indexcijfers
wel hanteren. Al met al kan het college vrij goed de
invloed van de prijsstijgingen gaan lokaliseren. Wij
hebben er bezwaar tegen om op dit moment zo
maar f. 4 miljoen, op de zijkant van de krant bere
kend, goed te keuren.
Ook wij hebben grote bewondering voor het mea cul-
pa van het college.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzit
ter! Ik wil de heer Ebbers mijn grote respect betui
gen. Hij heeft het voorstel nl. uitstekend verdedigd en
de verantwoordelijkheid op zich genomen voor een
zaak waarbij hij slechts voor een zeer klein gedeelte di
rect betrokken is geweest.
De heer OLDENBOOM: Nou nou, dit gaat mij wat te
ver.
De heer BLAAUW: Het is jullie beleid geweest.
De VOORZITTER: Laten wij ons zakelijk opstellen.
Het woord is aan de heer Van Ee.
De heer VAN EE: Mijnheer de voorzitter! Ik wil het
nog even hebben over het inschakelen van de advi
seurs. In de kubieke-meterposten zit onder andere een
post verwarming. Dat neem ik nu even als voorbeeld.
Als je een huis koopt onder het beding dat in de
bouwkosten de prijs van een keuken is opgenomen,
kun je die keuken op twee manieren kopen:
1. je kunt zelf alle winkels die keukens verkopen, be
zoeken en dan op een gegeven moment een keuze ma
ken en de gekozen keuken via de bouwer aanschaffen;
2. je kunt de architect of de binnenhuisarchitect op
dragen een keuken voor je uit te zoeken en je dan bij
voorbaat bij zijn keuze neerleggen.
Hoe je het ook bekijkt, de kosten van de adviseur zit
ten in de prijs.
De door de heer De Wilde voorgestelde werkwijze,
waarbij men iedere keer ook voor een deeladviseur
helemaal moet teruggaan naar de raad, is naar mijn
mening niet praktisch. Het lijkt mij wel zinvol dat het
probleem van tevoren in de commissie wordt bespro
ken. Maar ik meen dat het niet praktisch is dat men
met de zaak helemaal naar de raad terug moet gaan
en aan de raad specifiek toestemming moet vragen. Ik
vind dat de commissie hierover maar eens moet na
denken en dan met een voorstel moet komen.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter!
Alle fracties hebben duidelijk hun ongenoegen uitge
sproken over de presentatie van de onderhavige zaak.
Ik vind het unfair om nu te trachten de oud-wethou
der, die hier niet aanwezig is, de schuld in de schoe
nen te schuiven, Ik vind dat pertinent niet op zijn
plaats. Als men het toch per se wil handhaven, zou ik
willen zeggen dat men het ter harte zou moeten ne
men, dat in de tweede vergadering van deze raad door
de voorzitter is gezegd: De uitspraak van één lid van
het college is wanneer er geen opmerkingen bij wor
den gemaakt, een uitspraak van het hele college. Ik
geloof dat ik nu maar moet ophouden. Anders ga ik
de heer Ebbers verwijten maken en dat wil ik niet
doen. Maar ik vind het niet juist dat wordt geprobeerd
om de zaak goed te praten door de oud-wethouder de
schuld in de schoenen te schuiven.
De heer DE WILDE: Vandaar dat ik het ook betreur
dat de financiële kwartaalverslagen niet in het college
zijn geweest.
De heer VAN POPPELEN: Ik doelde op een geheel
andere uitspraak. Met u ben ik het wel eens.
De VOORZITTER: Wij moeten er nu voor oppassen
emotioneel te gaan doen, want ik kreeg niet de in
druk dat het zo bedoeld was.
De heer VAN POPPELEN: Nou nou Het werd wel
gezegd.
De VOORZITTER: Goed, laten we op deze toer lie
ver niet doorgaan.
De heer VAN POPPELEN: Dan wil ik nog het vol
gende zeggen, mijnheer de voorzitter. Wij hebben hier
heel wat gewijzigde cijfers gekregen. Ze zullen wel
kloppen, ik twijfel daar helemaal niet aan, maar zou
het nu zo erg zijn als het voorstel een maand werd
aangehouden met de bedoeling dat wij hier de vol
gende keer een net voorstel op tafel krijgen? Het lijkt
mij goed dat de vele door wethouder Ebbers genoem
de cijfers even op pajsier worden gezet. Dan heeft
iedereen een duidelijk overzicht van hetgeen waarover
wij besluiten. Ik vind het niet juist om nu te beslui
ten op basis van wat ik op een blaadje heb genoteerd
en op basis van de suggestie van de wethouder om nu
maar het krediet aan te vullen tot f. 4 miljoen.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer de voorzit
ter! Ik heb een vraag in verband met de gewijzigde
tekeningen zoals ze bij de stukken liggen. Een half
jaar geleden heeft de burgemeester expliciet verklaard
dat de huidige gebouwen ten dienste zouden komen
van andere diensten die momenteel in het gemeente
huis of aan de overzijde zijn gehuisvest. Op de gewij
zigde tekeningen zijn deze gebouwen helemaal weg-
bestemd. Er is op de betrokken plaats een parkeer
terrein gepland en ik mag dus aannemen, dat ze zullen
worden gesloopt. Het excuus inzake het handhaven
van de gebouwen is verleden jaar gebruikt voor het
goedkeuren van een krediet van plus minus
f. 50.000,-- in verband met de aanleg van een nieuwe
hoofdlijn tussen het gemeentehuis en gemeentewer
ken met honderd aders voor telefoon. Men heeft toen
getallen gebruikt die nu worden gelogenstraft door
de in de gebouwen aanwezige mensen. Mijn vraag is
nu: Is die lijn nog nodig of is ze al aangelegd?
158