van burgemeester en wethouders op te stellen aan de hand waarvan de zaak wat het gemeentelijke beleid betreft dat ons voor ogen staat in de raad ter discussie kan komen. Met het oog hierop stel ik met nadruk vast, dat ik het voorstel van burgemeester en wethou ders om de voorgelegde aansluit- en leveringsvoor waarden te doen zijn voorwaarden voor Soest, niet wil accepteren. Er is nu opnieuw een ad hoe regeling aan de orde en er kan naar mijn mening geen sprake van zijn, dat als de nu voorgelegde voorwaarden wor den vastgesteld, de indertijd met betrekking tot Overhees vastgestelde voorwaarden vervallen, zoals in onderdeel II van het ontwerp-besluit staat. Dat zou nl. in strijd zijn met hetgeen wij ten aanzien van Over hees hebben afgesproken. In de aanhef van het besluit staat: „Algemene voorwaarden voor de aansluiting op het kabelnet van de centrale antenne-inrichting in de ge meente Soest en voor de levering van radio- en televi siesignalen." Dat stond ook in de ons indertijd met betrekking tot Overhees voorgelegde voorwaarden, die overigens ge lijkluidend zijn met de voorwaarden die ons nu zijn voorgelegd, maar op grond van een door mij inge diend amendement zijn daarin toen de woorden „voor de wijk Overhees" ingevoegd. Ik stel voor om in de voorwaarden die ons nu zijn voorgelegd, vast te leggen dat ze gelden voor Soesterberg. Hierbij wil ik benadrukken dat wij hier van geval tot geval beslissin gen nemen in afwachting van de algemene beleidslijn die wij ten opzichte van deze zaak zullen vaststellen. Ik heb het gevoel dat het college het voorstel iets exacter had kunnen formuleren. Ik begrijp dat het college het ten aanzien van Overhees gevoteerde kre diet van f. 300.000,-- teruggebracht wil zien tot f. 150.000,- en dat het vervolgens de aldus vrijko mende f. 150.000,-voor de onderhavige zaak beschik baar gesteld wil zien. Ik heb begrip voor deze wijze van financiering. Ik vraag mij evenwel af of dan niet in een officieel raadsbesluit moet worden vastgelegd, dat de ten aanzien van Overhees gevoteerde f. 300.000,- wordt teruggebracht tot f. 150.000,- en dat er een nieuw krediet van f. 150.000,- wordt ge voteerd ten aanzien van Soesterberg. In feite bedoelt het college dit wel, maar ik vind dat dergelijke dingen iets exacter in de formuleringen naar voren zouden moeten komen. Ik ga akkoord met het voorstel van het college om het systeem Siemens te kiezen. Ik heb de offertes bekeken en ik ben tot de gedachte gekomen, dat dit systeem ons in Soesterberg evenzeer als in Overhees goede mo gelijkheden biedt. In de tarievenstaat wordt onder C verwezen naar arti kel 7, lid 2. Ik zeg dat daar lid 2 moet worden vervan gen door lid 1 en dit zeg ik alleen maar omdat ik wil aangeven, dat ik de stukken heb gelezen. Deze veran dering moet worden aangebracht; dan is het goed. Dat is de vorige keer op mijn verzoek ook gebeurd. Ik wil het nu nog hebben over wat voor mij het kern punt van de zaak vormt. Ik heb de nota van staats secretaris Van Huiten gelezen en daarin gezien welke lijn de regering op dit gebied wil volgen. Mijn indruk is dat wat wij hier doen past in de lijn van wat de staatssecretaris aangeeft terzake van het vhf/uhf-sy- steem en het pleidooi om het te beperken tot een aan tal aansluitingen. Ik ben niet zo onder de indruk van de stelling dat wij de BRT hier per se moeten hebben. Als wij de Nederlandse en de Duitse kanalen hebben, hebben wij waarschijnlijk het aantal kanalen dat in het westen des lands nog lange jaren de keuzemogelijk heden zal inhouden - althans op het gebied van de te levisie; voor radio moeten er meer mogelijkheden zijn. Ik heb begrepen dat uitbouw van het vhf/uhf-systeem mogelijk is, datje het kunt faseren en dat naarmate er behoefte aan meer aansluitingen komt, je het geld be schikbaar moet stellen om in de behoefte te voorzien. Bij vergelijking van wat wij van plan zijn in Soester berg te doen heb ik, vaststellende dat dit wel degelijk onder de PTT-kwaliteitsnormen valt, het gevoel ge kregen dat wij met een gerust hart in Soesterberg op de voorgestelde manier te werk kunnen gaan. Ik ben dan ook wel geneigd om mij achter het voorstel te plaatsen. Ik hoop dat ook de wijkraad van de juist heid hiervan wordt overtuigd. Als dat vanavond niet gebeurt, meen ik dat wij even de tijd moeten nemen om er met de wijkraad over te praten, omdat hij in Soesterberg ook ten opzichte van deze dingen een belangrijke stem in het kapittel dient te hebben. Mevrouw KORTHUIS-ELIONMijnheer de voorzit ter! Onze fractie vindt het jammer, dat de algemene studienota waarin op alle aspecten wordt ingegaan, ons pas in augustus wordt voorgelegd en niet nu aan de orde is. Maar omdat wij de onderhavige zaak zien als een experiment waarmede wij vóór de behande ling van de nota ervaring kunnen opdoen en omdat het noodzakelijk is om in de onderhavige nieuwbouw wijken meteen van start te gaan, omdat dat wordt toegezegd aan de bewoners die daar komen, hebben wij besloten om met het voorstel akkoord te gaan. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Mijn frac tie kan ook helemaal akkoord gaan met de centrale antenne-inrichting. Het verheugt ons zeer dat het college de zeer goede nota van staatssecretaris Van Huiten als richtsnoer heeft genomen. Ik moet de waarschuwing laten horen, dat in een hoofdartikel in het blad Op't Hoogt de zaak wel erg rooskleurig wordt voorgesteld. Want de Consumen tenbond zet toch wel enkele vraagtekens achter de ontvangstkwaliteit, die dikwijls niet zo goed is als wordt voorgespiegeld. Ik zie bij de centrale antenne-inrichting in de toe komst mogelijkheden voor lokale televisie in Soest. U kunt een desbetreffend notaatje van mijn fractie verwachten. Ik heb bijzonder veel bedenkingen ten opzichte van de aansluit- en leveringsvoorwaarden. Ik wil deze voorwaarden vanavond beslist niet goedkeuren. Het college moet ze maar terugnemen. Ik heb er spijt van dat ik in januari mijn goedkeuring heb gegeven aan de voorlopige aansluit- en leveringsvoorwaarden voor Overhees. Want als ik in de Consumentengids lees, dat de contracten die de toekomstige c.a.i.-kijkers en -luisteraars nu worden aangeboden, doorgaans zijn opgesteld door de beheerder, die alles mag, en dat de aangeslotene weinig of niets mag enz., dan geloof ik dat ik als raadslid de plicht heb om de Soester inwo ners ervoor te waarschuwen het contract dat nu voor ons ligt aan te gaan met de gemeente. Want de televi siekijker heeft geen poot om op te staan. Ik kan hier aan mijn goedkeuring niet hechten. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: En eerst was u het ermee eens. De heer VISSER: Daar heb ik, zoals ik al heb gezegd, spijt van. 162

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 163