I len dat het college via persberichten toch duidelijk op de hoogte was gesteld van de problematiek. Hoe het ook zij, zoals wij zaterdag bij elkaar waren vonden wij dat er op een snelle en effectieve wijze moest worden gehandeld. De daarbij aanwezige frac ties hebben met elkaar afgesproken dat zij de Twee de-Kamerfracties van hun partijen zouden benaderen en ook zouden proberen het college te benaderen. De betrokken Turken hadden slechts uitstel tot maandagochtend negen uur en u kunt begrijpen, dat het voor de toen aanwezige raadsleden en vakbonds leiders en de Werkgroep Buitenlandse Werknemers verdraaid moeilijk was om hen een geruststellend ad vies te geven. Deze mensen durfden niet te gaan wer ken, omdat zij vreesden dat dan hun spulletjes uit Het Witte Huis zouden worden verwijderd. Het verheugt ons bijzonder dat de Tweede-Kamerle den direct het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk hebben geraadpleegd en dat dat tot een snelle beslissing heeft geleid. Ik ben er erkentelijk voor dat nu ook het college snel heeft gewerkt door direct Polynorm te benaderen. De Turkse gastarbeiders waarover het gaat zijn inwo ners van Soest. Wanneer de werkgever te kort schiet in die zin dat hij deze mensen geen deugdelijke huis vesting biedt, moet naar mijn mening de plaatselijke overheid zich degelijk bezighouden met wat er met deze plaatsgenoten gaat gebeuren. Er is aan honderd gemeenten gevraagd om medewer king bij het beschikbaar stellen van woonruimte voor rijksgenoten. Daarop is door 43 gemeenten positief gereageerd. Mag de raad eens horen wat voor Soest de beweegredenen zijn geweest om positief te reageren? Ik zeg hiermede niet dat Soest verkeerd heeft gerea geerd. Mogen wij ook eens vernemen met welke com missie er is overlegd? Betreft het hier een beslissing van alleen het college of is er terzake overlegd met een raadscommissie? Zijn de plaatselijke instanties die zich met buitenlandse werknemers bezighouden, geraadpleegd? Een aantal mensen is vanuit Het Witte Huis overge plaatst; in Het Witte Huis moet een andere groep mensen worden ondergebracht; in Lunteren moet ruimte worden gemaakt voor mensen die uit Soest ko men enz. Hebben het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en de plaatselijke overheid deze problematiek over het hoofd gezien? U heeft gesteld dat de rijksgenoten hier maar twee tot drie maanden blijven. De VOORZITTER: Twee tot drie weken. De heer VAN POPPELEN: Als ik goed geïnformeerd ben, zal een bepaalde groep hier gedurende een lange re tijd blijven. Zal die groep alleen in de woningen die beschikbaar worden gesteld of ook in Het Witte Huis gehuisvest worden? Wij hebben wel begrip voor de brief van de bewoners van de Birkstraat. Ik vind het zeer gelukkig dat de ongerustheid van verleden jaar ten onrechte heeft be staan. Ik doe een beroep op het college om erop toe te zien, dat de begeleiding, de zorg, de controle etc. goed zijn. Het heeft onze fractie deugd gedaan en wij hebben er buitengewoon waardering voor, dat zaterdag een groep Soester ingezetenen (ik laat de raadsleden nu buiten beschouwing) zich vrijwillig heeft ingezet om de Turkse werknemers te begeleiden. Dit mag ook wel eens gezegd worden. Wij hebben ook veel waardering voor de kalmte en de rust die de Turken zaterdag hebben weten op te bren gen ondanks de moeilijkheden waarin zij verkeerden. Ik meen dat er juist daardoor en doordat zij hebben weten te luisteren een goede oplossing is gekomen. Er blijft één zorg: Wat gaat er nu gebeuren met de Turken die nog in Het Witte Huis verblijven? Hebben zij slechts een maand uitstel of is er alsnog een kans, dat er voor hen in de omgeving van Soest of Bunscho ten onderdak wordt gevonden? Wat voor perspectie ven zijn er voor deze mensen, die als ze in Lunteren zouden worden ondergebracht, dagelijks 70 km zou den moeten reizen? Ik zou graag zien dat ook het college tracht een oplossing voor deze mensen te vin den. De heer DE WILDE: Mijnheer de voorzitter! Ik kan mij in belangrijke mate aansluiten bij het naar voren gebrachte gevoel dat het gebeurde ontoelaatbaar was. Ik vond het beschamend. De eerste conclusie die ik trek is, dat het beleid van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk terzake zeer on zorgvuldig is geweest. Het ministerie van cultuur, re creatie en maatschappelijk werk bespreekt plaatsen in Het Witte Huis en beweert, dat dat zal gaan zonder dat de Turken daar de dupe van zullen worden. In feite gebeurt dit laatste wel, want een deel van de mensen uit Het Witte Huis moet elders worden on dergebracht om plaats te maken voor de Surinamers. Een deel van hen wordt geplaatst in andere pensions. Die pensions blijken niet voldoende te zijn. Zeven Tur ken moeten terug en dan blijkt dat er nog 24 met die zeven naar Lunteren moeten, waar zestien Turken ge huisvest zijn. De zestien Turken, die werkloos zijn, moeten elders worden ondergebracht alvorens de 31 in de daardoor vrijkomende ruimten kunnen worden geplaatst. Het is ronduit een schandelijke toestand. Ik kan mij voorstellen dat het iemand doet zeggen: Het lijken wel balen meel. Met betrekking tot het feit dat de ministet van cul tuur, recreatie en maatschappelijk werk zich over een en ander niet eerst met het gemeentebestuur van Soest in verbinding heeft gesteld vind ik, dat de raad er ver standig aan zou doen uit te spreken, dat hij een der gelijk beleid onzorgvuldig vindt en afkeurt. De heer VISSER: Ik maak hier bezwaar tegen, mijn heer de voorzitter. Als ik niets mag zeggen over de on zorgvuldigheid van een architectenbureau dat zich bier niet kan verdedigen, vind ik het onjuist dat de heer De Wilde nu het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, een instantie die zich hier niet kan verdedigen, allerlei dingen in de schoenen schuift ten aanzien waarvan op dit moment helemaal niet bewezen is of de schuld ook inderdaad bij het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk ligt. De heer DE WILDE: Ik vind het natuurlijk wel leuk gevonden van de heer Visser, mijnheer de voorzitter, maar het is volstrekt onjuist. Het gaat hier over over heden. Wij hebben te maken met het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk als rijks overheid die in een zeker geordend verband met ons moet werken. U heeft zoeven nota bene medege deeld dat het Centraal Bureau Vestigingsbeleid Rijks genoten heeft besloten tot de plaatsing van Surina mers in Het Witte Huis. zonder dat het gemeentebestuur op wiens grondgebied dat gebeurt daarin is gekend. Dit betekent dat de rijksoverheid niet eerst aan het entraal lu Vestigings- Rijksgenoten R.g.k. 172

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 173