beleid Rijksgenoten om opheldering te vragen. Een
aanvankelijke afspraak van het bureau met de burge
meester is te elfder ure afgebeld. Daarop hebben wij
van onze kant gewoon te kennen gegeven, dat wij dat
niet accepteerden en dat er een nieuwe afspraak
moest worden gemaakt. In het daarop gevolgde ge
sprek heeft de directeur van het bureau zijn veront
schuldiging aangeboden. Daarbij bleek dat hij in ande
re gemeenten een paar maal had gemerkt, dat men
daarjuist het contact niet op prijs stelde, maar juist
ergens de boot wilde afhouden. Het verwonderde
hem eigenlijk dat het gemeentebestuur van Soest te
kennen gaf, dat het wel bij de problematiek betrokken
wilde zijn en echt toch wel het idee heeft, dat deze
mensen ook recht hebben op volledige hulp en tege
moetkoming. Er zijn toen verdere afspraken gemaakt
en vanuit die afspraken zijn de contacten gelegd met
de plaatselijke zakenwereld en met onderwijs, om
van die kant uit de handreiking te doen die op dat
moment kon worden gedaan. Ik meen dat wat dat be
treft de zaak van deze kant zo snel en efficiënt moge
lijk is aangepakt.
Met betrekking tot de overplaatsing van mensen naar
andere gemeenten geldt, dat het voor de gemeente
Soest uitermate moeilijk zal zijn om zich te bemoeien
met de kwaliteiten en de zaken in andere gemeenten.
Ik meen dat er wel andere mogelijkheden zijn om ter
zake toch op de een of andere manier toezicht uit te
oefenen, niet als gemeenten onderling, maar via een
ander orgaan. Hierop kom ik straks nog nader terug.
Wat het feit betreft dat de gemeente Soest positief
heeft gereageerd op het verzoek om medewerking bij
de opvang van rijksgenoten zou ik willen zeggen:
Mag het? Het college heeft gewoon overwogen, dat
wij ons in geen geval mogen onttrekken aan de opgaaf
die is ontstaan door wat je haast zou kunnen noemen
de plotselinge vlucht vanuit vooral Suriname naar Ne
derland en dat het intergemeentelijk gezien beslist
van weinig gemeenschapszin zou getuigen als wij zou
den toestaan, dat bij wijze van spreken alleen maar de
Bijlmer en nog een paar van die vrij grote concentra
ties dienst zouden moeten doen voor de opvang van
deze mensen. Want juist die concentraties hebben
hun problemen opgeleverd en vanuit die concentra
ties is er een groot aantal ook sociale problemen ont
staan. Het begrip „Surinamers" betreft een zo grote
diversiteit in rassen, afkomst en wijze van leven en
doen, dat het eenvoudig onmogelijk is om heel veel
Surinamers zonder meer te concentreren, aangezien
er dan grote onderlinge verschillen aan de orde ko
men. Het belang van een goede spreiding over het
land was voor het college de reden om zich positief
op te stellen ten aanzien van het verzoek van de
staatssecretaris om wat huisvestingsmogelijkheden be
schikbaar te stellen. Dat moest op vrij korte termijn
gebeuren en het college heeft toen die beslissing geno
men met de bedoeling om eerlang bijvoorbeeld met
name in de commissie woonruimte en ook in de com
missie sociale zaken deze hele zaak verder uit te die
pen en uit te werken.
De heer De Wilde heeft een duidelijke kwalificatie ge
geven door te stellen, dat het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk de zaak onzorg
vuldig heeft aangepakt. Als hij de raad een voorstel
wil doen om te dien aanzien als het ware een afkeu
ring uit te spreken, is het aan hem om dat nader te
preciseren.
Wij zijn bereid om er bij Polynorm weer naar te in
formeren hoe de zaken staan. Allereerst was er enige
tijd nodig, met name ook om de betrokken Turken
niet het gevoel te geven, dat zij bij wijze van spreken
als baaltjes meel zouden worden getransporteerd.
Het komt mij wenselijk voor dat, om niet van ge
meente tot gemeente in de problemen te geraken, in
de volgende fase de rijksdienst voor de arbeidsvoor
ziening wordt ingeschakeld. Deze dienst dient zich
nl. in dezen verantwoordelijk te voelen, omdat een
van zijn taken juist is de begeleiding en het toezicht
op de pensions. Wij kunnen als gemeente natuurlijk
niet bij andere gemeenten gezag uitoefenen ten aan
zien van de wijze waarop daar toezicht wordt uitge
oefend.
De bedoeling is dat er in de eerstvolgende vergade
ring van de commissie sociale zaken, die nog deze
maand zal plaats vinden, wordt afgesproken wanneer
wij met de Werkgroep Buitenlandse Werknemers ver
der zullen spreken en de hele zaak nog eens met el
kaar zullen doornemen, vooral ook in het kader van
de vraag wat er in de toekomst moet gebeuren, on
der andere om te zorgen dat er op het stuk van de
communicatie geen problemen ontstaan.
Wat de brief van de bewoners van de Birkstraat be
treft meen ook ik, dat het ergens een beetje pijnlijk
is om op deze wijze angst vooraf te uiten, maar dat
het aan de andere kant ook begrijpelijk is. Ik wil in
het college wel de vraag aan de orde stellen of het zin
vol zou kunnen zijn om nog even te praten met deze
mensen en hen de achtergronden uit te leggen. Het
lijkt mij niet gek. Een brief van de gemeente zonder
meer zegt niet veel. Als er met deze mensen een ge
sprek plaats vindt, hebben zij de mogelijkheid om vra
gen te stellen en daar dan ook een duidelijk antwoord
op te krijgen. Anders wordt het een eenzijdige zaak
Naar aanleiding van het feit dat de heer Blaauw heeft
geprobeerd om na te gaan hoe een en ander eigenlijk
gelopen is, zou ik willen zeggen dat het een complex
van factoren is geweest dat in deze hele zich in zich
zelf versnellende ontwikkeling een rol heeft gespeeld.
De aanleiding om het gebouw Birkstraat 132 te
plaatsen was, dat er een contract met Polynorm inza
ke het onderbrengen van een aanzienlijk aantal Tur
ken in uitzicht was, omdat men tevreden was over de
wijze waarop Het Witte Huis de eerder gecontrac
teerde aantallen onderbracht. Dat contract is, waar
schijnlijk door de recessie, niet geëffectueerd. Toen
bleek alras dat er nog wat meer terugloop was en
toen een van de contracten per 1 januari afliep, heeft
Polynorm opnieuw teruggenomen, met een zekere
termijn. Dat betekende dat er een onderbezetting van
Het Witte Huis als bedrijf zou komen. Dat Het Witte
Huis dan uitziet naar mogelijkheden om een andere
bezetting te krijgen, is op zich zelf niet vreemd. Per
slot van rekening is deze hele nederzetting in haar
huidige vorm ontstaan uit het onderbrengen van men
sen uit de Indonesische Archipel. Dat is toen ook al
tijd naar de mate van de mogelijkheden naar genoe
gen en goed verlopen, zoals ook is gebleken uit uitla
tingen van daarbij betrokken mensen van de centra
le overheid. Daar zijn later de gastarbeiders op ge
volgd.
En nu is er merkwaardiger wijze een derde fase inge
treden en komen de rijksgenoten om de hoek. Dan is
het bedrijfseconomisch geredeneerd gewoon een
175