De VOORZITTER: 1 augustus. De heer HOEKSTRA: Waar wordt dan school gehou den? De VOORZITTER: Dat is wat anders. Maar als je in Overhees wilt starten, moetje wel een hoofd hebben. Op de ruimte vinden we wel wat. Aan een ruimte zonder hoofd of zonder onderwijzer heb je helemaal niets. De heer HOEKSTRA: Neen, maar een hoofd zonder school is natuurlijk ook niets. Ik weet niets van de ene kandidaat over wie we nu moeten stemmen. Zou het niet goed zijn als we op de een of andere manier even een toelichting kregen? De VOORZITTER: Daar kan de heer Ebbers mis schien wel voor zorgen. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Het stond in de stukken. Wethouder EBBERS: Mijnheer de voorzitter! Er is in de onderwijscommissie uitvoerig over gesproken en ik meen, dat de in deze commissie en in de oudpf^ raad gegeven informatie bijzonder goed is geweest. Er heeft een goed overleg plaats gehad met de commis sie, de inspecteur en de ouderraad. De VOORZITTER verzoekt de heren Blaauw en Ol- denboom met hem het stembureau te vormen. Met algemene (22) stemmen wordt de heer D. van den Berg benoemd. De VOORZITTER dankt de heren Blaauw en Olden- boom voor de verrichte werkzaamheden. Vervolgens stelt hij aan de orde: 92 Brief d.d. 15 april 1975 van de heer J. Visser inzake de omstandigheden waaronder persvertegenwoordi gers openbare commissievergaderingen moeten verslaan. De heer OLDENBOOM: Het wordt nu toch te dol, mijnheer de voorzitter. De VOORZITTER: Waarom? De heer OLDENBOOM: Als u de bespreking van deze brief uitstelt tot de volgende vergadering, kan de ver gadering nu worden gesloten. Ik meen dat de heer Visser daarmede akkoord gaat. De VOORZITTER: Ja? De heer VISSER: Ja, mits u alleen maar ja zegt op de brief. Dan ben ik volkomen tevreden. U heeft van avond ook vele dingen opgelezen die de pers niet heeft gehad. Maar als u gewoon ronduit ja zegt, behoeft er nu niet over te worden gesproken. De VOORZITTER: Neen, daar zult u echt niet op kunnen rekenen. De heer VISSER: Dan heb ik er geen bezwaar tegen dat de brief de volgende keer op de agenda komt. De VOORZITTER: Goed. De heer VISSER: Maar dan wel ergens vooraan. De VOORZITTER: Allicht. De heer DE WILDE: Waarom gaat u de in de brief ge stelde vragen niet gewoon schriftelijk beantwoorden, mijnheer de voorzitter? De VOORZITTER: Dat kan wel. De heer DE WILDE: Dat doen we toch regelmatig? De VOORZITTER: Jawel, maar de brief is eergiste ren binnengekomen en de heer Visser vroeg om be handeling in de raad en daarom hadden we het zo wil len doen. De heer DE WILDE: Ik stel voor dat de vragen van de heer Visser schriftelijk worden beantwoord. De VOORZITTER: Dat doen we. De VOORZITTER sluit hierna, te 00.10 uur, de ver gadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest d.d. 19 juni 1975. De secretaris, De voorzitter, 178

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 179