verlaat op deskundige adviezen van buiten, maar zelf
de hand aan de ploeg slaat en daardoor ook probeert
om de kosten te beperken.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ook
onze fractie is het geheel met het voorstel eens. Het is
inderdaad een minimum dat men tot een aanzet van
een gedachtenwisseling over een structuurplan komt.
Wij hopen dan ook dat er hiermede echt iets op tafel
komt dat op een zinvolle wijze de samenwerking een
stapje in de goede richting brengt. Ik kan mij overi
gens niet onttrekken aan de indruk dat de gemeenten
minder belangstelling voor de samenwerking hebben
naarmate ze meer in de periferie van de regio gelegen
zijn. De vraag is of wij ons op den duur niet ook eens
op de omvang van het Samenwerkingsorgaan Eem-
land moeten bezinnen en of de gemeenten die ver van
het regiocentrum gelegen zijn en de zaak erg ophou
den, niet beter in een vrijhandelszone of zo iets zou
den kunnen worden ondergebracht.
De VOORZITTER: Dames en heren! De provincie
vindt dat de landelijke structuurschets, waarover de
heer De Wilde het zoeven heeft gehad, voorlopig
maar in de ijskast moet worden gezet, zodat de ge
sprekken over die schets op provinciaal niveau enz.
niet worden voortgezet. Ik neem aan dat wij dan ook
in het verband van Eemland er niet verder over zullen
spreken.
De heer DE WILDE: Ik meen dat de minister van bin
nenlandse zaken die schets in de in spraak heeft ge
geven en dat er binnen zes maanden op zou moeten
worden gereageerd.
De VOORZITTER: Ja, maar ze is nu in de ijskast ge
zet.
De heer DE WILDE: En dat heeft u via het provin
ciaal bestuur vernomen?
De VOORZITTER: Ja.
De heer DE WILDE: Dan spreek ik er natuurlijk niet
meer over, want het is weinig zinvol om te spreken
over een stuk dat niet meer bestaat.
De VOORZITTER: Inderdaad. De provincie heeft ons
een dezer dagen een brief geschreven waarvan de in
houd erop neerkomt, dat de landelijke structuurschets
in ieder geval voorlopig niet in discussie komt.
Dames en heren. De concept-gemeenschappelijke rege
ling van Eemland is in eerste lezing behandeld in alle
betrokken gemeenteraden. Dat heeft nogal wat frus
traties opgeleverd, omdat met name bij de behandeling
in Eemnes is gezegd, dat men niet verder wil dan de
tegenwoordig bestaande, nogal lichte regeling, terwijl
ook de gemeenteraad van Baarn zich in die zin uit
drukkelijk heeft uitgesproken. Er zijn op het ogenblik
ook suggesties gedaan om nog eens met de gemeente
besturen van Eemnes en Baarn om de tafel te gaan zit
ten. Er is ook eens een gesprek geweest tussen alle
colleges van burgemeesters en wethouders van de be
trokken gemeenten. Er wordt nu bekeken of er toch
nog met een zekere nuancering van wat er op het
ogenblik in het concept staat tot één gemeenschappe
lijk idee kan worden gekomen, hoewel ik persoonlijk
begin te vrezen, dat bepaalde gemeenten die nogal
aan de periferie liggen en dus ook affecties hebben ten
opzichte van andere soorten van gewestvorming, mis
schien niet over een bepaalde brug heen zullen komen.
De huidige gemeenschappelijke regeling is geweldig
vrijblijvend. Als wij tot een zekere structuurschets
van Eemland komen, dan is het op zich zelf mooi dat
je zo'n conceptie hebt, maar wanneer de gemeenschap
pelijke regeling niet wordt gewijzigd en dus zeer vrij
blijvend blijft, zelfs zo dat ze van sommigen nog niet
eens een richtlijn mag heten, dan vraag je je wel af
wat je eraan hebt. Dan zou het kunnen zijn dat slechts
enkele gemeenten bij hun planologisch beleid reke
ning houden met de structuurschets. Het zou ook
kunnen zijn, dat de provincie er toch veel inziet en er
bij de beoordeling van bestemmingsplannen rekening
meehoudt. De provincie heeft ons duidelijk gevraagd
om door te gaan met de structuurschets van Eemland.
Daar zitten ook vertegenwoordigers van de P.P.D.
van Utrecht en de P.P.D. van Gelderland bij, omdat
men juist ook in het kader van het nieuwe streek
plan Utrecht-Oost graag wil, dat er het een en ander
op elkaar wordt afgestemd. Vandaar dat wij ondanks
het feit dat wij ons wel eens afvragen wat wij er con
creet mee doen, hier toch graag verder aan werken,
met name via de werkgroepen die momenteel bezig
zijn.
Wij zijn wel onder de indruk van het werk dat nu
door de eigen mensen wordt verricht. Ik wil niets ten
nadele van iemand zeggen, maar als je het werk van
de eigen mensen vergelijkt met het werk dat na een
aantal jaren voor een veel hoger bedrag dan het be
scheiden bedrag dat nu wordt gevraagd, uit de handen
van de deskundigen is gekomen, dan valt de vergelij
king toch wel in het voordeel van onze eigen mensen
uit.
In het kader van het secretarissenoverleg wordt mo
menteel nagegaan of er nog wat van de wijziging van
de gemeenschappelijke regeling kan komen. Wanneer
dit laatste het geval is, dan zal dat de raad vanzelf als
wijziging van de gemeenschappelijke regeling met
een notitie worden voorgelegd. Zou dat niet het geval
zijn en zou de zaak in de soep draaien, dan zijn wij
gaarne bereid om een notitie te maken waarin de
standpunten van de verschillende gemeenten zijn ver
werkt en wordt aangegeven waarom het niet lukt.
De heer DE WILDE: Graag.
De heer HOEKSTRA: Ten aanzien van hetgeen ons
met betrekking tot Eemland wordt voorgelegd is er
steeds van een grote vrijblijvendheid sprake, mevrouw
de voorzitter. Volgende week komt in commissies op
nieuw de kwestie van de verkeerssituatie aan de orde
en ook dan zal er weer van een grote vrijblijvenheid
sprake zijn. Ik vind dat wel een beetje een jammerlij
ke zaak. Soest moet nu ruim f. 3.500,-- betalen. In
de volgende vergadering gaat het weer over een der
gelijk bedrag. Al met al wordt er in dit hele geval op
den duur aardig wat geld gepompt.
De VOORZITTER: Ja. Maar ik dacht wel, dames en
heren, dat wij ons er binnen afzienbare tijd over zul
len moeten uitspreken of wij eventueel in kleiner ver
band wel tot zaken kunnen komen, met name tot een
regeling waaraan de betrokken gemeentebesturen zich
moeten houden. Wanneer het gaat over het verkeers-
en vervoersonderzoek, dat naar ik aanneem hier in de
raad ook nog wel eens ter sprake zal komen, dan ge
loof ik dat als het niet verbindend wordt, je als ge
meente moet afwegen wat je er voor je eigen verkeers-
structuur aan hebt. En dan moet je natuurlijk ook
eerlijk zeggen, dat zo'n verkeersonderzoek in de regio
voor bepaalde gemeenten belangrijker is dan voor an
dere, bijvoorbeeld aan de periferie gelegen, gemeenten.
Het is nu eenmaal zo, dat wij met ons allen nog niet
regionaal genoeg denken om te willen meedoen aan