iets waar je niet direct zelf zekere voordelen in ziet. Dit schijnt een menselijke eigenschap te zijn, die blijk baar ook de gemeenten hebben. Wij zullen moeten proberen daarmede te leren leven. Maar ik geloof dat ik namens u allen mag spreken, wanneer ik constateer dat Soest altijd bijzonder geporteerd is geweest voor het stappen in een groter samenwerkingsverband. Er is wel eens gezegd: Wij hebben één grote broer in de buurt. Te dien aanzien zou ik willen zeggen: Je kunt altijd beter met de broer samen iets doen, dan de broer alleen iets laten doen, aangezien hij het dan toch van het kleine zusje wint; je kunt hem veel beter meteen mee inpalmen. Ik geloof dat dit toch een beet je de teneur is die hier altijd heeft gegolden. Ik ben van mening dat de in het voorstel genoemde f. 20.000,- bijzonder nuttig wordt besteed. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 107 Voorstel tot het verlenen van een subsidie in de kos ten van herstel van een gedeelte van het rieten dak op het pand Kerkpad Z.Z. 99. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat in de ter inzage gelegde brief van het minis terie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk wordt gezegd, dat de subsidie die de betrokkene uit betaald krijgt, niet vóór 1977 betaalbaar is. Houdt dit ook in dat het subsidiabele bedrag hoger wordt als de reparatie pas in 1977 plaats vindt? Of moet betrokke ne dan de rest zelf bijpassen? De VOORZITTER: Dames en heren! Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk gaat er altijd van uit, dat de reparatie nu wordt uitgevoerd en de subsidie enige jaren later wordt uitbetaald. Betrok kene moet dan in afwachting van de uitkering van de subsidie het benodigde geld maar lenen of uit eigen zak betalen en hij krijgt ter zake geen rentevergoe ding. Maar wij zijn netjes en betalen meteen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 108 Voorstel tot het voteren van een extra krediet ten behoeve van de aanschaf van een bandrecorder en een biologiemethode voor de openbare lagere school Soes- terberg. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 109 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een extra krediet voor de aanschaf van meubilair en spel- en ontwikkelingsmateriaal ten behoeve van de openbare kleuterschool De Blokkendoos. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Me vrouw de voorzitter! Het belangrijkste punt in dezen is, dat een schoolhoofd dat een aantal jaren dit werk doet, bij het in gebruik nemen van een nieuwe school wordt gevraagd om een lijstje op te stellen van de za ken die zij denkt nodig te hebben voor haar kleuters, dat de lijst bij de wethouder van onderwijs en de des betreffende gemeente-ambtenaar komt en daar dan het fiat krijgt, dat de lijst vervolgens naar de inspec- trice van het kleuteronderwijs gaat en dat je dan hier maar moet afwachten wat de inspectrice op dat mo ment goedvindt. Er schijnt een lijstje te zijn aan de hand waarvan de inspectrice nagaat wat wel en wat niet verantwoord is. Een en ander komt erop neer, dat er veel mensen en veel tijd in worden gestoken, dat er een lijst wordt opgesteld door mensen van wie je mag aannemen dat ze niet op hun achterhoofd gevallen zijn en dat er ten slotte iemand met een rood potlood gaat schrappen zonder dat iemand weet op grond van welke argumenten er wordt geschrapt. Wij' zijn tot de conclusie gekomen, dat in het onderhavige geval 50% van het gevraagde materiaal zonder argumentatie wordt geweigerd. Dat is een rare zaak en ik vind dat je daar in 1975, waar iedereen de mond vol heeft over open heid, toch wel iets aan mag doen. Ik verzoek het col lege zich tot de onderwijscommissie van Eemland of tot de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te wenden om bezwaar aan te tekenen tegen de huidige gang van zaken en aan de minister te verzoeken of de normen voor het lager onderwijs en het kleuteronder wijs openbaar gemaakt kunnen worden. Het nodige materiaal waarvoor geen krediet wordt verleend, wordt nu wel aangeschaft vanuit de exploitatiemiddelen, maar ik blijf het een rare zaak vinden dat mensen die wel capabel worden geacht om als wethouder, ambte naar of schoolhoofd te fungeren, niet capabel worden geacht door een onderwijsinspecteur of -inspectrice. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De wet die deze zaak regelt en de normen met betrekking tot het kleuteronderwijs en het lager onderwijs zijn ver ouderd, zoals wij hebben gemerkt aan de manier waarop er met het rode potlood is gewerkt. Ik ben het volstrekt eens met de opvatting dat daar iets aan zou moeten worden veranderd. Ik weet alleen niet of dat het beste kan gebeuren via de wegen die mevrouw Van Stiphout zoeven heeft aangewezen. Wel kan ik toezeg gen dat zal worden getracht na te gaan op welke wij ze openbaarheid van de normen kan worden nage streefd, waardoor kan worden voorkomen dat bepaal de zaken die een zekere hiërarchieke weg volgen, zo danig worden afgekapt en uitgedund, dat er eigenlijk niets meer overblijft. Er kan dezerzijds worden gepro beerd met betrekking tot de normen openheid en/of verbetering te bevorderen. Er moet ons wel even de tijd worden gegeven om na te gaan welke in dat op zicht de beste en snelste wegen zijn. Hierover kan mis schien aanstaande maandag ook nog worden gespro ken in de onderwijscommissie. Ik neem aan dat het hier een probleem betreft dat niet alleen in Soest speelt, maar landelijk grote zorgen baart in identieke gevallen. Misschien kunnen wij ook dat nagaan. De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De inspecteur van het lager onderwijs heeft een groen boekje waarin hem van hogerhand richtlijnen zijn ge geven en aan de hand waarvan hij schrapt. Als je hem vraagt of je dat groene boekje eens mag inzien om te kunnen nagaan hoe ver je mag gaan, dan is hij zo open als wat. Als een inspecteur iets schrapt, vermeldt hij er meestal bij op grond waarvan hij dat doet. Met be trekking tot de bandrecorder waarvan sprake is in het hiervoor aan de orde gekomen voorstel, heeft de in specteur geschreven, dat het desbetreffende bedrag overeenkomt met zijn groene boekje. Er zijn bandre corders die f. 2.000,- kosten, er zijn er ook die f. 200,— kosten. In het groene boekje staat een bedrag waarvoor je een redelijke bandrecorder kunt kopen. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Als wij het groene boekje hadden, dan zouden de school hoofden, de wethouder van onderwijs, de onderwijs commissie en de raad veel minder werk en tijd aan dergelijke zaken behoeven te besteden. Dan zouden wij van tevoren weten wat wel en wat niet is toege staan. De heer HOEKSTRA: Als je je van tevoren op de 188

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 189