gaat met mij over de toekomst van het gebouw ge sproken. Daarbij bleek dat Artishock het gebouw toch wel als hét honk van de cultuur zag. Men had, gezien het sfeertje en de omgeving en de aard van het gebouw, eigenlijk volstrekt niet de behoefte om eruit te gaan. Het is plezierig als je dat hoort, want er is na tuurlijk een andere visie mogelijk, nl. dat men zegt: De hele boel plat en een mooi cultureel centrum op bouwen. Kort geleden heb ik weer een gesprek gehad met een van de mensen van Artishock en hij zei mij, dat er wat ruimtenood dreigde te ontstaan. Hij zou mij op het moment waarop het aantal leerlingen bekend zou zijn, een inventarisatie geven. Hoe wij de ruimtenood zou den kunnen oplossen, zou dan later kunnen worden bekeken. Ik heb inmiddels al geprobeerd om enige con tacten te leggen met mensen die gaan over ruimten dicht in de buurt en er is alle hoop dat over enige tijd deze ruimten ook beschikbaar kunnen komen voor Artishock als bekend is hoeveel ruimten er nodig zul len zijn. Meer kan ik hierover op dit moment niet zeg gen, eenvoudig omdat de ruimten nu nog niet beschik baar zijn. Artishock wil in verband met de communi catie graag ruimten hebben die zich dicht bij het hoofd- honk bevinden. Alles wijst er dus op dat Artishock niets liever doet dan in het St. Josephgebouw blijven. Welke visie moet je opbouwen nadat je dit hebt ge hoord? Als je vindt dat de visie moet zijn, dat het St. Josephgebouw moet worden afgebroken en dat er ergens een cultureel centrum moet worden neergezet, dan is dat een visie die je zou kunnen uitwerken. Maar als je, zoals ik heb gedaan, met de betrokkenen spreekt, dan krijg je te horen dat hun visie is, dat ze in het St. Josephgebouw moeten blijven zitten. En dan is hun visie mijn visie. Dan zeg ik: Goed, jullie zitten er de hele dag in en als jullie dat het liefste doen, blijf er dan maar in zitten. Maar dan is meteen aan de orde het gevaar dat op dit moment in het St. Josephge bouw heerst. Vandaar dat ter sprake is gekomen, dat de brandveiligheid moest worden gewaarborgd en dat er wat dat betreft nu het een en ander voor ons ligt. De zaak kan mijns inziens nl. alleen maar draaiende blijven als de nodige brandveiligheidsvoorzieningen worden aangebracht, omdat anders binnenkort wel licht ieder ogenblik de vlammen de grootste proble men zouden kunnen veroorzaken. Je hoeft maar één keer tijdens een voorstelling van een balletgroep of van andere kleintjes in het gebouw te zijn geweest om te weten wat voor enorme gevaren daar kunnen ont staan als de zaak nog langer in bouwvallige toestand blijft. De brandveiligheid is een eerste vereiste en een belangrijke verbetering als men überhaupt in dit ge bouw wil blijven. Welnu, op dit moment wil men ge woon niet uit dit gebouw. Uit een opmerking van mevrouw Korthuis heb ik be grepen, dat er een rapport zou worden uitgebracht en dat dat er blijkbaar nog niet is. Als het noodzakelijk mocht blijken dat het er komt, dan meen ik dat wij wel kunnen bewerkstelligen dat het er komt. Het lijkt mij inderdaad hoogst noodzakelijk dat bouwtechnisch wordt nagegaan wat er precies met het gebouw aan de hand is en dat wij wat dit betreft snel iets aan zwengelen. Qua constructie zal het gebouw niet in el kaar storten, maar er zijn natuurlijk meer aspecten. Op de vraag van de heer Hilhorst of het huidige gebruik nog verantwoord is zou ik willen zeggen dat, mits er de nodige voorzieningen worden aangebracht, zou kunnen worden gesteld dat, gezien ook het feit dat Ar tishock in het gebouw wil blijven, het huidige gebruik wel degelijk verantwoord kan worden geacht. Maar wij willen wel een rapportje zien waaruit blijkt of het inwendige van het gebouw al dan niet zal instorten. Het komt mij voor dat de buitenkant van het gebouw bunkerkracht heeft. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Me vrouw de voorzitter! Ik zie niet in, dat het gevaarlijk zou zijn als de zaak nu een maand werd aangehou den en er een algeheel taxatierapport werd gevraagd. De cursussen van het afgelopen seizoen zijn nl. geëin digd en het gevaar is op het ogenblik minder groot dan tijdens het seizoen. Er wordt nu in het kader van de brandpreventie een bedrag gevraagd voor het afsluiten van de zolder. Tij dens de begrotingsbehandeling heb ik gevraagd: Laat nu eens een taxatierapport maken en bekijk dan eens of het mogelijk is om de zolder als nuttige ruimte te gebruiken. Er is nu een verzoek om meer ruimte. De zolder zou kunnen worden gebruikt als ruimte voor filmvoorstellingen, kleine theaterprojecties en extra expositieruimte. Je zou het een en ander even op een rijtje kunnen zetten en dan tot een algehele herzie ning van het gebouw kunnen komen. Dat lijkt mij ef ficiënter dan dat er nu f. 150.000,- voor brandveilig heidsvoorzieningen beschikbaar wordt gesteld en er volgende maand met een taxatierapport wordt geko men waaruit blijkt, dat er met de zolder toch iets te doen is waardoor de extra brandpreventiekosten ei genlijk voor niets zijn gemaakt. Wethouder EBBERS: Neen, die zijn niet voor niets gemaakt. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Jawel, want nu worden de deur en de trap naar de zolder branddicht afgesloten. Wethouder EBBERS: Dat is allemaal goed, ook in de toekomst. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Ik vraag mij af of dat zo serieus moet als je de zolder res taureert en op zich zelf brandveilig maakt. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Als de mensen van Artishock zeggen dat zij graag in het St. Josephgebouw blijven, dan neem ik dat zonder meer aan en dan zou ik dat willen toe juichen. Ik zou dat dan niet willen aantasten, want zij zijn de mensen die in het gebouw werken. Maar ik vind wel dat wij eindelijk op korte termijn een rap port moeten hebben waaruit blijkt hoe het met de al gemene toestand van het gebouw staat. Als daaruit blijkt dat er heel veel aan het gebouw moet gebeuren, dan behoeven wij nog niet te besluiten om dat alles in één keer uit te voeren. Van belang is dat wij weten of het überhaupt te behappen is om het hele gebouw op te knappen. Als dat het geval is, kunnen wij een plan maken om het in fases op te knappen. Maar als er een bouwtechnisch rapport wordt uitgebracht, dan blijkt daar misschien wel uit dat de fundering rot is en dat het gebouw morgen kan instorten. Ik zeg nu maar wat. Maar een feit is dat niemand weet hoe de toe stand van het gebouw precies is, want er is nooit na gegaan hoe het met de middenmuren enz. zit. Ik zou daarover toch wel graag wat weten. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Bij de exploitatie van een gebouw als het onderhavige, moet je natuurlijk voortdurend de kasstromen afwe gen die ontstaan bij de huidige situatie, bij renovatie enz. Ik meen dat wij met betrekking tot het creëren

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 196