wens uit, dat de persoonlijke verhoudingen tussen
onze fracties niet (meer) in het geding zullen zijn,
hoe de samenwerking van het College er ook uit zal
gaan zien.
Hoogachtend,
w.g. J.R. van Poppelen, voorzitter,
w.g. C. Verheus, secretaris."
„Gemeenteraadsfractie van de Volkspartij voor Vrij
heid en Democratie
Soest
Secretariaat Vredehofstraat 12
Soest, 1 juni 1975
Aan de raadsfractie van het Christen Democratisch
Appèl te Soest
Geachte Fractie,
In antwoord op Uw brief van 30 mei j.1. willen wij U
gaarne het volgende melden.
a. Voorop staat ook bij ons het gemeentebelang dat
onzes inziens optimaal wordt gediend door een colle
ge, weerspiegelende niet alleen een zo groot mogelijk
percentage raadsleden, maar ook zoveel mogelijk poli
tieke stromingen. Uit dien hoofde hebben wij uitdruk
kelijk gekozen voor een college waarin VVD, CDA en
PvdA zijn vertegenwoordigd met respectievelijk 2-1-1
wethouders, en een college van 2 VVD- 2 CDA afge
wezen. Een 2-1-1 college kon helaas in de afgelopen
periode niet worden gerealiseerd.
b. Onder de gegeven omstandigheden zouden wij een
nieuw begin willen maken met een college van vier wet
houders, daar wij de huidige situatie als marginaal er
varen en het onverantwoord zou zijn uitgaande van
drie wethouders, in de resterende raadsperiode nog
maals - op een later tijdstip - een wethouder aan het
college toe te voegen, hetgeen opnieuw een verschui
ving van portefeuilles zou inhouden.
Wij hebben dan ook het initiatief genomen U en de
PvdA dringend te verzoeken een wethouder ter aanvul
ling en uitbreiding van het college voor te dragen.
c. Ten aanzien van de vergadering van maandag 27
mei j.1. met onze beide fracties willen wij stellen, dat
deze plaats vond op uitdrukkelijk verzoek van Uw frac
tie omdat de diepgaande gesprekken tussen onze frac
tievoorzitters kennelijk bij U nog niet tot een defini
tieve standpuntsbepaling konden leiden.
Na het ook door ons als positief ervaren gesprek zou U
ons donderdag Uw standpunt mededelen. Dit ontvin
gen wij met Uw brief van 30 mei j.1., waarin geen defi
nitief besluit wordt genomen. Wij hebben hiervoor be
grip maar kunnen, zoals hierboven uiteengezet, niet
voldoen aan Uw uitdrukkelijke eerste keuze voor een
2 VVD- 2CDA-verdeling. Wij zijn daarom verheugd
met Uw uitspraak dat 2-1-1 „nauwelijks" aanvaard
baar is, daar wij hieruit toch de hoop mogen putten
dat ook voor U de mogelijkheid van een dergelijk col
lege nog steeds bestaat.
d. Met de door U onder punt 4 van Uw brief aange
haalde uitdrukking bedoelden wij geenszins tot uiting
te brengen een afkeuring van het samengaan met uit
sluitend de PvdA, die zich in de afgelopen periode cri-
tisch doch positief heeft opgesteld. Het was slechts
een onderstreping van onze mening dat het niet deel
nemen van een zo grote fractie als die van de CDA be
slist niet in het belang van de gemeente is. Dit ligt
trouwens geheel besloten in onze uitdrukkelijke wens
zoveel mogelijk partijen in het college op te nemen.
e. Door onze onderhavige brief doen wij op U een
laatste beroep U uiterlijk maandag a.s. na Uw fractiebe-
raad definitief uit te spreken of U aan het nieuw te vor
men college volgens een 2-1-1 opstelling wilt deelne
men.
f. Indien U besluit in het college zitting te nemen, kan
zo spoedig mogelijk met de drie fractievoorzitters (en
met het ,,romp"-college) over de verdeling van de por
tefeuilles in de zin van het op maandagavond bespro
kene, worden overlegd.
Zoals reeds in het gesprek tussen de fractievoorzitters
van de VVD, CDA en PvdA is gesuggereerd, zou door
deze drie een gezamenlijke verklaring voor de raads
vergadering van 12 juni a.s. kunnen worden opgesteld,
waarin vervat de motie inhoudende uitbreiding van
het college tot vier wethouders. Deze verklaring zou
alsdan zonder discussie kunnen worden aanvaard.
Met Uw instemming kan Uw brief en ons antwoord
daarop aan de pers ter hand worden gesteld, met dien
verstande dat alleen de volledige brieven mogen wor
den afgedrukt en niet slechts citaten hieruit.
Met de meeste hoogachting,
w.g. E. Korthuis-Elion
(E. Korthuis-Elion)
voorzitter
w.g. G.G.A. Alting-Ambrosius
(G.G.A. Alting-Ambrosius)."
„Raadsfractie van het C.D.A.
Secr. Gen. Winkelmanstraat 123
Soesterberg
Aan de Raadsfractie van de Volkspartij voor Vrijheid
en Democratie.
p/a Mevrouw E. Korthuis-Elion
Beatrixlaan 37
Soest.
Soest, 2 juni 1975
Geachte dames en heren,
In antwoord op Uw schrijven van 1 juni j.1. berichten
wij U, dat wij het ten zeerste betreuren dat U niet tot
het door ons voorgestelde standpunt (2 V.V.D.-2
C.D.A.) bent gekomen, mede gezien het feit dat een
aanzienlijk deel van Uw achterban een 2-2 formatie
voorstaat.
Toch is de fractie van het C.D.A. bereid om mee te
werken uit de huidige impasse te geraken en geduren
de de nog resterende raadsperiode aan het college van
B en W deel te nemen onder de volgende voorwaarden
en uitgangspunten, welke door U onderschreven die
nen te worden:
1. Het na de door U in september 1974 genomen be
sluit om het college van 4 naar 3 wethouders terug te
brengen is onjuist en niet in het belang van de gemeen
te.
2. De portefeuille-verdeling door het college zal naar
volle tevredenheid van het C.D.A. dienen te geschie
den met name zal de wethouder van het C.D.A. on
der meer de portefeuille van Openbare Werken dienen
te beheren.
Ten aanzien van de portefeuille van Onderwijs stellen
wij de continuering van de huidige wethouder op prijs.
3. De volgorde van de stemming der te kiezen wethou
ders zal door overleg tussen V.V.D, en het C.D.A. naar
tevredenheid van het C.D.A. dienen te geschieden.
204