Overigens zou het jammer zijn als in het bewuste ge
bied ooit zou worden gebouwd, gezien de prachtige
omgeving.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb wat
rondgewandeld in het bewuste gebied, een bijzonder
mooi gebied, waar ook nog een leuk bospad loopt en
koeien in de wei staan. Ik ben het eens met de op
merking in de antwoordbrief dat het een agrarisch ge
bied is, maar dat kan natuurlijk snel veranderen. Ik zal
graag horen wat er daar nu precies aan de hand is; er
zijn daar mensen verschenen die gemeten hebben en
bomen hebben geteld. Van wie is dat stuk land eigen
lijk en wat gaat daar gebeuren? Is het college van
plan, ook in de toekomst geen bouwvergunning voor
dat gebied af te geven?
Verder verbaas ik mij over het vlotte antwoord. De
brief van de bewoners is 6 juni binnengekomen en het
college heeft geantwoord op 25 juni. Toch komt de
zaak nu pas in de raad.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben het helemaal eens met de vorige sprekers,
dat dat mooie stukje Soest niet bebouwd mag worden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wijs erop
dat, zo voor het gebied een wijziging van de bestem
ming wordt voorgesteld, dit zal moeten zijn vervat in
een bestemmingsplan dat door de raad moet worden
vastgesteld. Vroeger, een aantal jaren geleden, was het
nog wel mogelijk om te werken met een verklaring
van geen bezwaar ex artikel 19, maar tegenwoordig
lukt dat nooit meer zonder dat de raad voor het des
betreffende gebied een voorbereidingsbesluit heeft
genomen. Zónder een voorbereidingsbesluit of een be
stemmingsplan, aangenomen door de raad, kan het
college niets doen in deze zaak, ook al zou het colle
ge van plan zijn om een bouwvergunning af te geven.
De enige instantie die op dit punt in de gemeente
Soest dus een beslissing kan nemen, is de gemeente
raad.
De heer Visser heeft zich er wat over verwonderd dat
wij de brief van de bewoners zo snel hebben beant
woord. Dit hebben wij met opzet gedaan, ten einde
de ongerustheid zo snel mogelijk weg te nemen.
Van wie de bewuste grond is, weet ik op dit ogenblik
niet. Ook weet ik niet wie er paaltjes in de grond
heeft gezet In ieder geval is duidelijk, dat er op die
grond niet gebouwd kan worden.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb er geen behoefte aan om te zeggen, van wie die
grond is. Het gaat hier trouwens niet om een zaak van
dé laatste maanden; al verschillende keren hebben
maatschappijen getracht, op dat bewuste stuk grond
te gaan bouwen. Ik meen dan ook dat het goed is dat
het college zo'n duidelijk antwoord heeft gegeven.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik weet
wél van wie die grond is en het verbaast mij dat u als
hoofd van de gemeente dat niet weet. Ten slotte gaat
koop en verkoop van grond toch niet buiten de ge
meente om.
De VOORZITTER: Zeker wel, als een particulier
grond gaat verkopen
De heer VISSER: En is er dan geen kadaster waar be
kend is wie de grond gekocht heeft? Ik heb het nage
vraagd en ik weet zelfs, dat er al een man in Soest is
die probeert op papier te zetten, wat er allemaal moet
komen in dat gebied. Ik houd mijn hart vast op dit
punt. Als ik dan verder nog hoor dat de gemeente ook
een paadje heeft gekocht dat in dat gebied loopt,
vraag ik mij af, of het college soms van plan is om daar
een weg aan te leggen.
De VOORZITTER: Dat de gemeente een paadje zou
hebben aangekocht, kan niet juist zijn, want dan zou
de raad ervan op de hoogte moeten zijn. Als de ge
meente van plan is om het paadje aan te kopen, zal de
raad daarover toch moeten beslissen. Verder kan ik
hierover niets zinnigs zeggen.
De heer VISSER: Dat hoor ik dus nog.
De VOORZITTER: Ja, u spreekt in raadselen, mijn
heer Visser, maar die komen dan wellicht nog eens aan
de orde.
De stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
140 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het bouwrijpmaken van gronden in het plan
„Zwarte Wegje" te Soesterberg.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik
meen dat de situatie bij de uitvoering van het bestem
mingsplan thans zodanig is, dat het overleg ex artikel
8 van het besluit ruimtelijke ordening gaande is.
De VOORZITTER: Dat overleg is al afgerond.
De heer DE WILDE: Dit houdt dus in dat het plan ter
visie zal worden gelegd, waarna de gemeenteraad, met
inachtneming van de bezwaarschriften, het bestem
mingsplan zal vaststellen. Het plan moet dus nog ter
visie worden gelegd en wij weten dus ook helemaal
nog niet, welke bezwaarschriften er zullen worden in
gediend. Is het met het oog hierop wel verstandig om
nu al een krediet voor het bouwrijpmaken van gron
den in het plan te vragen? Wellicht komen er hele
maal geen bezwaarschriften, omdat het maar om een
klein plan gaat, maar dat weten wij niet zeker. Wan
neer wij nu al een krediet gaan voteren, wekken wij
de indruk dat wij in ieder geval van plan zijn om de
zaak door te zetten, wat er verder ook voor bezwaar
schriften komen. Wellicht scheelt het maar een paar
maanden, wanneer dit krediet wordt gevoteerd tege
lijk met de vaststelling van het bestemmingsplan. Die
laatste werkwijze lijkt mij veel verstandiger dan het
geen nu aan ons wordt voorgelegd.
De VOORZITTER: Het college tracht altijd om kre
dieten voor het bouwrijpmaken van grond snel aan te
vragen bij de gemeenteraad, omdat de goedkeuring
van dergelijke besluiten nogal eens lang op zich laat
wachten. Bovendien verwachten wij inderdaad geen
bezwaarschriften voor het onderhavige plannetje; wij
kunnen immers op die grond 10 a 14 woningen bou
wen, hetgeen voor Soesterberg altijd een plezierige
zaak is. Het andere deel van het plan zal met toepas
sing van de exploitatieverordening bebouwd moeten
worden. Het gaat daar nl. - in tegenstelling tot het
eerste deel van het plan - om gronden die in eigendom
van de bewoners zijn. Als zij een stuk van hun diepe
tuin zouden willen afstaan, zouden daar ook enige
huizen kunnen worden gebouwd, Wij hebben dan ook
niet de indruk dat iemand moeite zal hebben met dit
bestemmingsplan. Wanneer de heer De Wilde echter
moeite heeft met de kredietaanvraag, wil het college
die aanvraag best enkele maanden aanhouden.
De heer DE WILDE: Ik ben inderdaad geneigd om u
voor te stellen, mevrouw de voorzitter, voortaan der
gelijke kredieten aan te vragen tegelijk met het voor
stel tot vaststelling van het desbetreffende bestem
mingsplan. Ten aanzien van de burgers is dat een veel
duidelijker en betere gang van zaken. Veel tijdverlies