Nr. 12 Soest, 21 augustus 1975
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 21 augustus 1975 te 19.30
uur,
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J, van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J, van den Brakel, J.J.
Ebbers, M, A, van Ee, mevrouw J.W D.P, van Gelder-Corne-
lissen, H.J. Goote, mevrouw J Greefhorst-Van Overdam,
J.W. Hilhorst, D Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van
Poppelen, A.H.F. Smit, G. Stam, mevrouw M.F, van Stip-
hout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Vis
ser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: P.C. Lange, R.A. van
Logtenstein en G.H. Oldenboom
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
De VOORZITTER: Dames en heren! Voordat wij tot de
behandeling van de agenda overgaan, deel ik u mede dat ik
mij vanavond nauwgezet zal houden aan het bepaalde in
artikel 16 van het reglement van orde, nl. dat niemand in
eerste termijn langer dan 15 minuten spreekt en in tweede
termijn langer dan 10 minuten. Ik heb een wekker bij mij
om het te controleren Voorts deel ik u mede dat het in
mijn voornemen ligt, de vergadering vanavond te ongeveer
23.00 uur te sluiten Dit zal waarschijnlijk betekenen dat de
vergadering morgen zal moeten worden voortgezet.
Bericht van verhindering is ingekomen van de leden Lange,
Van Logtenstein en Oldenboom.
159 Notulen van de raadsvergaderingen van 18 december
1974 en 22 mei 1975.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Op blz.
277 van de notulen van de vergadering van 18 decem
ber 1974 staat dat de wethouder van onderwijs zegt
dat er 10 gymnastieklokalen zijn voor 25 scholen, dus
2Vi gymnastieklokaal per school. Is dat een verspre
king van de wethouder, of een fout in de notulen?
De VOORZITTER: Hier moet natuurlijk staan: één
gymnastieklokaal per 2% school.
Met inachtneming van deze wijziging worden de notu
len van de vergadering van 18 december 1974 zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
De notulen van de vergadering van 22 mei 1975 wor
den zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
ongewijzigd vastgesteld
160 Ingekomen stukken.
a. Brief van 10 juli 1975 van het dagelijks bestuur van
de opleidingsschool voor gemeentepolitie „De Bos
kamp", waarbij worden toegezonden de jaarrekening
1974, de le wijziging van de begroting 1975 en de
begroting 1976.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
b. Brief d.d. 23 februari 1975 van de heer G.J. Esen-
dam c.s, inzake gebruik van een perceel grond nabij
de Van Lenneplaan, met voorstel te antwoorden over
eenkomstig het bij de stukken ter inzage liggende con
cept.
De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Het
concept-antwoord is mij, ook na nadere bestudering,
niet helemaal duidelijk. Zo staat er aan het eind van
de brief:
„In verband daarmee zijn genoemde bedrijven inmid
dels aangeschreven om het terrein aan de Van Lennep
laan in de toestand te brengen zoals deze was voordat
een gedeelte aan Peko B.V, was verhuurd,".
Ook komt daar de zin voor:
„Aan de door u vermelde situatie zal daarmee binnen
niet al te lange termijn een einde zijn gemaakt.".
Mag ik hieruit concluderen dat ook het parkeren dan
verboden wordt? Ik neem aan dat geantwoord zal
worden dat het parkeren nog niet verboden kan wor
den, maar dan kan ik helemaal niet akkoord gaan met
het concept-antwoord. Daarin wordt dan immers
voorbij gegaan aan het belangrijkste punt uit de brief
van de heer Esendam, waarin wordt gewezen op de
overlast door geluidshinder, veroorzaakt door het af-
en aanrijden van de kraanwagens. In het concept-
antwoord wordt hierover naar mijn mening helemaal
niet gesproken.
Indertijd heeft het college aan de firma Van de Pol
een vrijstelling verleend van het bepaalde in artikel
352 van de bouwverordening om het bewuste perceel
als parkeer- en opslagterrein te gebruiken. Naar ik
aanneem, kan dit alleen bedoeld zijn voor het eigen
materiaal van de firma Van de Pol. Die vrijstelling is
trouwens indertijd verleend naar aanleiding van een
akkoord tussen de firma Van de Pol en de bewoners
in de buurt. De toestand is nu echter gewijzigd door
de komst van Peko. Ik meen dat de vrijstelling die is
gegeven, maar eens opnieuw moet worden bezien; even
tueel moet zij worden ingetrokken, of gekoppeld aan
een nieuw akkoord tussen de bewoners en de firma
Van de Pol.
Waar blijft immers de rechtszekerheid van de burgers
als hen enerzijds aangeraden wordt, ten einde teleur
stellingen door onverwachte ontwikkelingen te ver
mijden, om het desbetreffende bestemmingsplan in
te zien, terwijl anderzijds toch een ordinair industrie
terrein ontstaat, zonder dat de burgers er enige in
vloed op kunnen uitoefenen? Wij weten allemaal dat
het hier gaat om een perceel met een agrarische be
stemming.
Ik onderken zeer goed het probleem dat Peko heeft
met het parkeren van zijn materiaal. Dit wordt ech
ter niet opgelost wanneer wordt toegestaan dat deze
kraanwagens in een woongebied zoals dat achter de
Van Lenneplaan, kunnen parkeren. Wij zullen zo
snel mogelijk voor dit soort bedrijven een oplossing
moeten zoeken. Wellicht kan hiervoor ruimte wor
den gevonden in komende bestemmingsplannen.
Mevrouw de voorzitter! U zult hebben begrepen dat
ik niet akkoord ga met het door het college opge
stelde concept-antwoord. Ik stel dan ook voor deze
brief niet te doen uitgaan, maar een nieuwe brief op
te stellen waarvan de inhoud overeen stemt met de
door mij geschetste gedachten en waarin tevens ver
ontschuldigingen worden aangeboden voor het lange
uitblijven van een antwoord.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
De heer Hilhorst heeft gesteld dat er een ordinair in
dustrieterrein aan het ontstaan is, maar dat wordt nu
juist door onze antwoord-brief voorkomen. Er staat
immers in dat de herstelinrichting moet worden op-
233