voorzitter. Ik meen echter dat het duidelijk is. Hier
wordt bedoeld het ontwikkelingsplan 1974, waarmee
ik natuurlijk eigenlijk bedoel het structuurplan ex ar
tikel 7 van de wet op de ruimtelijke ordening.
De VOORZITTER: Dan lijkt het mij het beste om
ook in de tekst van de motie op te nemen „ontwikke
lingsplan 1974". Later kunnen wij dan nog discussië
ren over de vraag wat wij daarmee precies bedoelen.
De term „ontwikkelingsplan 1974" is nu voor ons al
len duidelijk genoeg. Ik constateer dat de heer De
Wilde daarmee instemt.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben het helemaal eens met de formulering
van de heer De Wilde. Ik vraag mij alleen nog af, of
het mogelijk is om de termijnen bij het bestemmings
plan Zuidereng zo lang te verlengen. Immers, in de
motie wordt uitgesproken dat men na de behande
ling van het ontwikkelingsplan nog wil terugkomen
op het plan Zuidereng en als het nu niet mogelijk is
om termijnen te verlengen, verdwijnt het plan Zuider
eng op deze wijze eenvoudig van de tafel, hetgeen niet
de bedoeling zal zijn van de heer De Wilde en ook
niet onze bedoeling is.
De VOORZITTER: Ik meen zelf dat het woord „voor
rang" niet zo gelukkig is. Immers, wanneer uit het
ontwikkelingsplan zou blijken dat het plan Zuidereng
helemaal geen doorgang moet vinden, is het niet hele
maal juist om te spreken van „voorrang". Beter is
het om te zeggen dat afhankelijk van de uitkomsten
van de behandeling van het ontwikkelingsplan de be
handeling van het plan Zuidereng eventueel zal wor
den voortgezet.
De heer DE WILDE: Dat is een veel stringentere for
mulering waar ik helemaal geen bezwaar tegen heb,
mevrouw de voorzitter. Men zou ook kunnen formu
leren dat het ontwikkelingsplan moet worden vastge
steld vóórdat tot de verdere behandeling van het plan
Zuidereng wordt overgegaan.
De VOORZITTER: Nu, ik meen dat de raad er meer
voor voelt om in de motie een formulering op te ne
men waarbij behandeling van het plan Zuidereng af
hankelijk wordt gesteld van de uitkomsten van het
ontwikkelingsplan. Zo ver wil de raad wel gaan naar
mijn indruk.
De heer VAN POPPELEN: Als de raad zo ver wil
gaan, zullen de meeste bezwaarden ook geen moeilijk
heden meer maken.
De VOORZITTER: De bedoeling van de raad is, naar
mijn indruk, dat eerst het ontwikkelingsplan moet
worden behandeld en dat daaruit moet blijken of het
plan Zuidereng nog wel verder moet worden behan
deld, dan wel naar de prullebak moet worden verwe
zen.
De heer DE WILDE: En dat kan dus op ieder moment
gebeuren? Ook een moment dat ligt vóór de vaststel
ling door de raad van het ontwikkelingsplan? Im
mers, het kan ook duidelijk worden zodra het primai
re voorkeursmodel door de raad is aanvaard.
De VOORZITTER: Dan kunt u spreken van „behan
delen door de raad" in plaats van „vaststellen door
de raad".
De heer DE WILDE: Dan meen ik dat de door mij
voorgestelde tekst bepaald nog niet zo slecht is. Het
gaat mij erom dat het plan Zuidereng met de bezwaar
schriften voorlopig blijft rusten en dat nu verder
wordt gewerkt aan het ontwikkelingsplan. Op het mo-
252
ment waarop wij in het kader van het ontwikkelings
plan zicht krijgen op Zuidereng, kunnen wij ons weer
bezig gaan houden met dat plan Zuidereng. Als wij
dan tot de conclusie komen dat het plan Zuidereng
geen doorgang moet vinden, kunnen wij de bezwaar
den mededelen dat wij aan een nieuw plan zullen
gaan beginnen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Blijft mijn vraag of de
termijnen verlengd kunnen worden, opdat wij niet
weer opnieuw behoeven te beginnen met het overleg
als wij tot de conclusie komen dat wij toch moeten
doorgaan met het plan Zuidereng.
De VOORZITTER: De termijn van maximaal zes
maanden na de tervisielegging is geen fatale termijn.
Welke termijn wél fataal zal zijn, is thans moeilijk te
zeggen; dat hangt af van het inzicht van gedeputeer
de staten. Daarover zal moeten worden gesproken
met gedeputeerde staten. Immers, wanneer wij pas
over 2 of 3 jaar voortgaan met het plan Zuidereng, is
de kans groot dat gedeputeerde staten zich zullen af
vragen of de exploitatie-opzet nog wel klopt en of er
geen nieuwe onderzoeken moeten worden ingesteld.
De heer DE WILDE: Dit punt is ook al besproken in
de commissie voor ruimtelijke ordening, mevrouw de
voorzitter, waarbij mij twee K.B.'s zijn overhandigd
op dit punt. Na bestudering van die Koninklijke Be
sluiten ben ik aanzienlijk minder optimistisch ge
stemd ten aanzien van de termijn dan u. Ik zal hier
niet verder op ingaan, want dat komt wel eens een
andere keer, maar ik vrees dat bij overschrijding van
de termijn van maximaal zes maanden de Kroon haar
goedkeuring zal onthouden aan het bestemmingsplan,
niet vanwege de inhoud, maar vanwege de over
schrijding van de termijn. Bovendien moet men het
plan opnieuw ter visie leggen als men er fundamen
tele wijzigingen in wil aanbrengen.
Het gaat mij met mijn motie erom dat ik voorrang
wil geven aan het ontwikkelingsplan en het bestem
mingsplan Zuidereng wil laten rusten. Wanneer er
voldoende zicht op een en ander aanwezig is, willen
wij er echter graag aan meewerken dat het plan Zui
dereng weer ter hand wordt genomen. Daarbij wil ik
mij niet aan een bepaalde termijn binden, omdat ik
de vragen die rijzen bij het ontwikkelingsplan, zo be
langrijk acht dat ik ruimschoots de tijd wil nemen om
mij daar grondig op te bezinnen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik neem aan
dat de bedoeling van de motie thans duidelijk is voor
u allen. Overeenkomstig het verzoek van de heer Vis
ser zal ik nu de vergadering voor korte tijd schorsen.
De vergadering wordt voor enige tijd geschorst en
daarna hervat.
De VOORZITTER: Ter vervanging van de eerder door
de heer De Wilde ingediende motie is nu de volgende
motie ingediend:
„De raad, in vergadering bijeen op 21 augustus 1975,
gelezen het stuk nr. 3 van de agenda van deze verga
dering,
spreekt uit dat behandeling van het ontwikkelingsplan
voorrang moet hebben voor de behandeling van het
bestemmingsplan Zuidereng,
nodigt burgemeester en wethouders uit bezwaarden
dit besluit mede te delen onder toevoeging dat de be
zwaarschriften in behandeling zullen worden geno
men als de stand van zaken ter zake van de behande
ling van het ontwikkelingsplan een beslissing over het
bestemmingsplan Zuidereng mogelijk maakt.".