168 Voorstel tot het treffen van voorzieningen aan het
halfverharde trainingsveld bij het sportpark Bosstraat-
West.
Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Al één jaar na de aanleg kwamen
er van de zijde van SEC klachten over het halfverhar
de veld. In hetzelfde jaar -1972 - spreekt de NSF al in
een brief over een matige toplaag. Een analyserapport
van de NSF uit 1973 is negatief, De NSF spreekt dan
al over vernieuwing als de beste oplossing. In een
brief van november 1972 van de dienst van gemeen
tewerken aan de sportstichting kan men onder andere
het volgende lezen:
„De NSF geeft als oordeel: redelijk goede opbouw.
Hoewel de toplaag wat te wensen overlaat, kan bij
goed onderhoud een bespeelbaar oppervlak worden
verkregen.".
Iets verderop staat in de brief:
„Ik ben van mening dat van Alteveer niet geëist kan
worden, het veld alsnog te verbeteren.".
Wij vragen ons af of dat goede onderhoud er dan wel
licht niet geweest is.
De firma Alteveer heeft zich nu volkomen gedistan
tieerd van deze zaak; vernieuwing komt ons dus nu
op een fors bedrag te staan. In een veel eerder sta
dium - 1972 of 1973 - was waarschijnlijk wel een veel
beter overleg mogelijk geweest. Wij vragen het colle
ge daarom dringend, goed te overwegen met welke fir
ma wij nu in zee moeten gaan en verdergaande garan
tiebepalingen op te stellen. Het is hier immers al de
tweede keer - de eerste keer was het het dak van de
sporthal Beukendal, dat trouwens nog een vervolg zal
krijgen - in korte tijd dat wij met garantiebepalingen
zitten. SEC kan natuurlijk van een en ander niet de
dupe worden, reden waarom wij akkoord gaan met dit
voorstel.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben het volkomen eens met de opmerkingen
van mevrouw Greefhorst over de garantiebepalingen.
Dit veld gaat ons in de loop van enkele jaren heel wat
geld kosten, terwijl wij nog geen voldoende zekerheid
hebben of het nu wél een goede conditie zal krijgen.
Bovendien vragen wij ons af of er bij de dienst ge
meentewerken wel mensen zijn die voldoende deskun
dig zijn om een en ander te controleren, want een
goede controle is natuurlijk onmisbaar. Kan anders
wellicht een bepaalde instantie de controle uitvoeren?
Overigens staat regelmatig in de pers dat voetbalvere
nigingen in het algemeen helemaal niet zo blij zijn met
een halfverhard veld. Nu weet ik wel dat het om een
noodoplossing gaat en dat het grote voordeel is dat
men op een dergelijk veld altijd kan spelen, behalve bij
opdooi, maar ik vind het toch wel onaangenaam dat
wij er zoveel geld aan besteden, terwijl degenen die er
gebruik van moeten maken, er niet eens zoveel plezier
in hebben.
Ik hoop in ieder geval, mevrouw de voorzitter, dat het
college ons garanties kan geven voor de controle op de
uitvoering van de werkzaamheden en het onderhoud.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter! Uit de correspondentie is mij niet gebleken dat
de gebruiker - in dit geval de vereniging SEC - ruim
schoots heeft méégesproken in deze zaak. Ik zal graag
zien dat dit voortaan wel gebeurt.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
de indruk gekregen dat men betwijfelt of het onder
houd goed is geweest. Ik kan echter de verzekering ge
ven dat dit wél goed is verricht. In de analyse die bij
de stukken heeft gelegen, is ook vermeld dat het veld
van de S.O. Soest één van de beste velden in Neder
land is, juist dankzij het goede onderhoud dat is ver
richt. Het onderhoud is bij de gemeente dus echt wel
in goede handen en ook de nodige deskundigheid is
bij de gemeente aanwezig. Voor iedereen, ook de des
kundigen van de NSF, is het dan ook een volkomen
raadsel hoe het komt dat het veld van SEC in zo'n
slechte staat verkeert. Dit kan beslist niet worden ge
weten aan het hoogteverschil tussen de twee terrei
nen, waar in de commissie op gezinspeeld is. Vermoe
delijk is het te wijten aan een fout bij de aanleg van
het veld, maar daarover bestaan nog twijfels.
Het veld zal nu worden verbeterd door een maatschap
pij met een zeer goede naam; er zal ook toezicht op
de werkzaamheden worden gehouden. Garanties kan
men echter nooit hard maken in dit soort zaken. Wel
zal vooraf nog een analyse worden gemaakt van de te
gebruiken materialen, maar dat betekent dat het nog
veel moeilijker zal zijn om een garantie hard te ma
ken.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De
kwestie van de inspraak van SEC moeten wij in in de
sportstichting bezien. Ik meen overigens dat er steeds
zoveel openheid wordt betracht jegens de clubs door
de sportstichting, dat dit geen probleem behoeft te
zijn. Het gaat ten slotte om de goede kwaliteit van
het veld, waarover de clubs en de sportstichting toch
wel in de meeste gevallen gelijk zullen denken.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Wat de inspraak van de verenigingen betreft, ben
ik het helemaal met de wethouder eens. Toch be
vreemdt het mij dat bij voorbeeld bij het begin van de
competitie in de Voetbalkrant door de trainers op
nieuw negatieve opmerkingen zijn gemaakt over de
halfverharde velden. De bevolking krijgt nu de indruk
dat de gemeente die halfverharde velden opdringt aan
de verenigingen, terwijl die verenigingen het zelf niet
willen. De besturen van de verenigingen staan er ech
ter in vele gevallen wél positief tegenover. Ik meen dan
ook dat maar eens in de sportstichting moet worden
besproken of de trainers zich op dit punt niet minder
negatief zouden moeten opstellen.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Het
lijkt mij zinvol dat in de sportstichting eens wordt
bezien hoe het staat met de kosten en de exploitatie
lasten van een veld met kunstgras. Daar zijn immers al
proeven mee genomen en voor zover mijn informa
ties strekken, voldoet dat soort velden veel beter dan
de halfverharde velden.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Niemand is gelukkig met die
halfverharde velden, maar wij hebben via de sport
stichting stapels lectuur gekregen hierover, rapporten
van de NSF, rapporten van allerlei voetbalbonden
enz. Iets anders is echter in Soest niet mogelijk, om
dat de verenigingen eenvoudig niet op gras mógen
trainen.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Hetgeen
de heer Van den Brakel heeft gezegd, kan zeker eens
in de sportstichting worden besproken. De heer Ver-
heus heeft nog gewezen op velden van kunstgras.
Voor zover mij bekend is, is dat nog nooit in de sport
stichting ter sprake gekomen, maar het is zeker de
moeite waard om daarover eens na te denken.
Inderdaad kan men in Soest niet op gras trainen, het
geen mevrouw Greefhorst terecht heeft gesteld. Een