Utrecht hebben groot gelijk wanneer zij goedkeuring onthouden aan de bouwplannen van Overhees, fase drie en vier. Het is afgelopen met de extreme bouw in Nederland. In 1986 wonen in Nederland minder men sen dan wij nu hebben. Volgens het CBS stonden al op 1 april van dit jaar 106.000 woningen leeg. In de provincie Utrecht bestaan er maar drie groeiker nen; dat zijn de stad Utrecht, Nieuwegein en Amers foort. Gedeputeerde staten hebben groot gelijk en het getuigt van goede realiteitszin dat zij nu op tijd weten in te grijpen, te meer daar de gemeente Soest solt met de grens van het streekplan Utrechtse Heuvelrug. Al op 16 januari 1974, derhalve vier maanden voor de vaststelling door de raad op 16 mei 1974, hebben ge deputeerde staten meegedeeld ernstige bezwaren te hebben tegen de uitbreiding van het stedelijk gebied. U vindt daar in de raadsnotulen niets van terug, ster ker nog: er is geen gemeenteraadslid die dit weet, want deze stukken lagen niet in de leeskamer. Natuurlijk hebben gedeputeerde staten nooit goedkeu ring onthouden aan de aankoop van gronden in dit gebied. Als de gemeente grond koopt moet ze dat zelf weten. De gemeente is autonoom, maar het is niet van zelfsprekend datje deze gebieden ook mag bebouwen. Walkietalkies kun je ook zo kopen in de winkel, maar daarom mag je ze nog niet gebruiken zonder toestem ming. De grenzen in het nieuwe streekplan Utrecht-Oost dat nu voorbereid wordt, zullen zeker niet anders zijn dan de huidige grens die de maximale capaciteit van de bebouwde kom aanduidt. In het bestemmingsplan Overhees staat op bladzijde 4 van de toelichting dat de gemeente verwacht dat er dan in Soest 48.000 mensen wonen. Een giller, Majesteit; de prognoses sluiten nu op hoogstens 41.000. Wanneer de gemeente Soest stelt dat er voor uitbrei ding van het bedrijfsleven in de regio 7300 woningen extra beschikbaar moeten komen, kan men deze op merking van de Kamer van Koophandel gevoeglijk naar het rijk der fabeltjes verwijzen in een tijd van be drijfssluitingen en werkloosheid. Resteren de 1250 woningen voor de hele regio. Laat Soest er dan 300 bouwen, dan maakt zij een goede beurt. Deze komen in Overhees fase twee. Wanneer u, Majesteit, een Koninklijke blik slaat in het P.P.D.- rapport werkgroep woningvoorziening regio Eemland, samenvatting pag. 40 en het grafiekje van het provin ciale directoraat van de volkshuisvesting en bouwnij verheid, figuur 4, kunt u zien dat de bestaande be hoefte en de huidige bouw elkaar nu al volkomen in evenwicht houden. Deze belangrijke stukken krijgen de raadsleden kennelijk nooit te zien; het bezwaar schrift rept er ook niet over. De cijfers op blz. 4 van het bezwaarschrift van het minimum groeimodel van het in voorbereiding zijnde ontwikkelingsplan wijken sterk af van de prognoses in het bestemmingsplan Overhees. De geboortesaldi in percentages liggen landelijk nog lager dan de ge meente nu stelt. Allemaal argumenten die de bezwa ren van de gemeente alleen maar ondergraven. Nu al kunnen ze in Soest de huizen aan de straatstenen niet kwijt. Illustratief zijn de volgende drie krantenkopjes uit de Gooi- en Eemlander - bijlage 1 - „Veel woon vergunningen voor niet-Soestenaren; uit 33 gemeenten 155 mensen", een maand later „Ook deze maand weer veel woonvergunningen voor niet-Soestenaren" en weer later „Weer veel woonvergunningen voor niet- Soestenaren". Na 1980 zal een negatief migratiesaldo bereikt zijn. Wat de natuurlijke aanwas betreft: elk inzicht in leeftijdsopbouw en prognoses voor werkvoorziening ontbreekt in de stukken. Nu het tweede bezwaar, dat betreft de bouw van meergezinswoningen in ten hoogste zes lagen. Daar schrijf ik maar niet eens over. Ik stuur u ook nog de notulen van de raadsvergadering van 22 augustus. Dan kunt u nog eens rustig nalezen hoe onze burge meester dat verdedigde.". Ik zal nl. graag zien, mevrouw de voorzitter, dat u nog eens het verhaal vertelt dat u al in de commissie voor ruimtelijke ordening hebt verteld, nl. dat het, als men op de Wieksloterweg loopt, allemaal zo mooi is als het zo hoog is. De brief vervolgt dan: „Ik eindig met de woorden van mevrouw Corver- van Haaften die zij uitsprak op 16 mei 1974 - notu len blz. 97 - in de raadsvergadering waarin het plan Overhees in no time werd aangenomen en de toen ge uite bezwaren van de tafel werden geveegd met deze volzin: Als iemand ten principale voor zichzelf het hoogste recht verlangt, kan hij daardoor ten opzichte van honderden andere mensen het hoogste onrecht plegen. Uw dienstwillige dienaar, etc. etc.". De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Van Poppelen, hoe het zit met onderdeel II van het beroepschrift, over de onthouding van de goedkeuring aan artikel 4, lid 1, sub c van de voorschriften. Als ik mij goed herinner, was de commissie voor ruimtelijke ordening nl. una niem van mening dat wij met betrekking tot artikel 4, lid 1, sub c niet in beroep moesten gaan tegen de ont houding van de goedkeuring door gedeputeerde sta ten. Zonder dat wij enig nader stuk hebben gekregen, legt u ons echter hetzelfde stuk voor als wij in de commissie hebben gezien. Ik neem toch aan dat het resultaat van de bespreking in de commissie voor ruimtelijke ordening in het college is besproken en dan is het logisch dat het college formuleert, waarom het hét niet eens is met het standpunt van de commissie voor ruimtelijke ordening - dat is immers blijkbaar het geval - en dit ook mededeelt aan de commissie voor ruimtelijke ordening. Dit had het beste kunnen gebeu ren door middel van een begeleidende brief bij dit beroepschrift, waarin het college had aangegeven waar om het, in afwijking van het unanieme advies van de commissie voor ruimtelijke ordening, toch meent te moeten vasthouden aan onderdeel II van het beroep schrift. Inhoudelijk pleit ik ervoor, onderdeel II van het be roepschrift te laten vervallen. De geschiedenis is uit drukkelijk vermeld in dit onderdeel. Eerst is er ge dacht aan 8 lagen op een onderhuis, zij het voor een zeer beperkt gebied (enkele winkels). De P.P.C. is daarmee niet akkoord gegaan; die heeft geadviseerd om zich te beperken tot 6 lagen. Dat is gebeurd, maar gedeputeerde staten stellen nu dat om esthetisch- architectonische redenen een beperking moet plaats vinden tot 3 lagen op een onderhuis. Er wordt even wel helemaal niet gemotiveerd waarom het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de esthetische overwegingen meent, andere inzichten te moeten lanceren. Er wordt niet ingegaan op de schaal van de bebouwing ten zuiden van de Koningsweg. Ik acht het het verstandigste om ten zuiden van de Ko-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 262