sloten deuren gebeurt. Het positieve effect van de in
stelling van een planologische inspraakcommissie zou
daarmee immers volslagen om hals worden gebracht.
Uitgangspunt en nauw verbonden met het eerste deel
is dan ook het in principe openbaar maken van de
vergaderingen van de commissie voor ruimtelijke orde
ning.
Mevrouw de voorzitter! Men zal bemerkt hebben dat
ons voorstel niet tot in alle details is uitgewerkt. Een
aantal punten is meer als voorbeeld bedoeld, zoals bij
voorbeeld het gesuggereerde aantal van 10 leden voor
de commissie. De hoofdlijn moet echter mijns inziens
duidelijk zijn, nl. het openen van een reële mogelijk
heid voor de Soester burgers om mee te bepalen, hoe
hun directe omgeving eruit moet gaan zien, dit door
het instellen van de inspraakcommissie en het open
baar maken van de vergaderingen van de commissie
voor ruimtelijke ordening Op dit ogenblik stellen wij
de raad dan ook voor met deze grondgedachte akkoord
te gaan en het college uit te nodigen op korte termijn
een en ander uit te werken
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Wij zijn het er van harte mee eens, dat verbete
ring van de inspraak in het ruimtelijk beleid nodig is.
Dat blijkt ook al uit het feit dat deze zomer in mijn
reisbagage onder andere zat het advies inzake het be
trekken van de bevolking bij de vorming van het ruim
telijk beleid, waaruit de heer Goote zojuist heeft geci
teerd. Ik heb daar ook druk in gestudeerd,
Het gaat er nu om een meer geordende weg te vinden
voor het gezamenlijk aanspreekbaar maken van de be
volking en in het bijzonder van bepaalde groeperingen
en instellingen. Toch worden in het advies dat ik zo
juist noemde, suggesties om dit te institutionaliseren
weer uitdrukkelijk afgezwakt, door te constateren dat
het hierbij slechts gaat om één aspect van inspraakver
lening en dat men enorm moet oppassen dat een geïn
stitutionaliseerde adviesinstantie, ook al is er sprake
van een representatieve samenstelling en van door
wrochte beleidsaanbevelingen van die adviesinstantie,
niet de verantwoordelijkheid voor het ruimtelijk be
leid gaat dragen, Immers, de gemeenteraad heeft als
eerste de taak de meningen en de behoeften van de be
volking te peilen.
Hierbij rijst in de eerste plaats de vraag hoe men aan
zo'n adviescommissie komt Daarover staat in het ini
tiatiefvoorstel van de heren Goote en De Wilde dat
men een openbare bijeenkomst zou moeten uitschrij
ven, waar de leden van die commissie zouden kunnen
worden gekozen uit degenen die zich voor dit werk be
schikbaar stellen. Nu wil ik niet meteen van iemand
iets slechts zeggen, maar het zijn meestal niet de aller-
geschiktsten of degenen die de meeste mensen verte
genwoordigen die zich op zo'n openbare bijeenkomst
aanbieden. Dit kan wel, maar het hóeft niet; er is dan
geen enkele garantie dat men iemand krijgt die werke
lijk voeling heeft met zijn achterban.
Daarnaast is er het punt dat een groep die geen ver
antwoordelijkheid heeft, enorm gemakkelijk kan spre
ken, ook al bedoelt men het goed Voor die groep lig
gen de consequenties immers geheel anders dan voor
degenen die werkelijk verantwoordelijk zijn en die
moeten staan voor hetgeen zij zeggen. Bovendien heb
ben deze laatsten, doordat zij bezig zijn met besturen,
uit de aard der zaak een wijder inzicht in de materie.
Voorts ontstaat er het probleem, als men de leden van
de commissie periodiek laat aftreden, dat de leden weg
gaan op het moment dat zij juist ingewerkt zijn in de
materie. Anderzijds is het ook niet eenvoudig om
mensen te vinden die bereid zijn zich werkelijk vier of
zes jaar lang met dit werk bezig te houden.
Ook kan nog worden genoemd dat mensen, wanneer
zij zelfbij een bepaalde zaak betrokken zijn, wel ge
neigd zijn om zich helemaal in te zetten daarvoor; ik
kan daarvoor verwijzen naar bij voorbeeld de Kerkpad-
commissie of de groep die zich heeft ingezet voor het
stadspark Ik heb daar groot respect voor, maar als
men dit voor ieder aspect dat naar voren komt, wil
doen, moet men langzamerhand een beroepsman wor
den. Ik vraag mij af of de inspraakcommissie dan niet
de mening van een bepaalde groep gaat vertolken,
zonder de mening van de gehele gemeente te verte
genwoordigen. De raad is eigenlijk ook een soort in
spraakcommissie; daar heeft men 25 mensen, gekozen
uit de bevolking, maar die weten het kennelijk niet
goed genoeg of vervreemden van de bevolking, terwijl
de inspraakcommissie echter ook zo'n groepje zal
gaan worden.
Ik wil hiermee niet zeggen, mevrouw de voorzitter,
dat ik het initiatiefvoorstel afkeur. Ik wijs alleen
maar op enige moeilijkheden en gevaren die zijn ver
bonden met dit voorstel.
Ik kan voorts nog noemen dat de raad nooit voeling
kan gaan houden met de bevolking via de commissie.
Men kan nooit stellen dat de commissie precies de
mening van de bevolking vertoont. De adviezen van
de commissie kunnen zeker in vele gevallen goed zijn,
maar ze zullen toch met reserve tegemoet worden ge
treden door de raad Daarnaast wordt nog in het ini
tiatiefvoorstel genoemd dat de commissie eigener be
weging zaken zal kunnen organiseren, kanaliseren en
evalueren. Op ieder gewenst ogenblik zou de commis
sie dus bijeenkomsten kunnen gaan houden, ongeacht
de vraag of dat wel geschikt en nuttig is op dat ogen
blik,
Nu kunnen wij dit initiatiefvoorstel vanavond nooit
uitputtend behandelen; wij kunnen er alleen kantteke
ningen bij maken en meer is ook, naar ik heb begre
pen, niet de bedoeling van de heren Goote en De Wil
de. Ik wil dan ook voorstellen om dit initiatiefvoorstel
ter nadere uitwerking in handen van het college te
stellen. Het college kan dan ook nog eens bij de
V,N G. informeren ten einde na te gaan, of iets der
gelijks al eens ergens is toegepast en hoe dat dan ver
lopen is. Ik heb bij voorbeeld wel eens vernomen dat
er in Emmeloord veel inspraak is geweest, maar dat
dit toch misgelopen is Daarna zou er dan weer over
het initiatiefvoorstel kunnen worden gesproken in
een openbare vergadering van de commissie voor
ruimtelijke ordening, openbaar overigens bij uitzonde
ring In het algemeen zijn wij nl, van oordeel dat het
uit een oogpunt van gevaar voor grondspeculatie e.d.
niet juist zou zijn om de commissie voor ruimtelijke
ordening in het openbaar te laten vergaderen. Er zijn
echter zeker ook onderwerpen waarover de commissie
van ruimtelijke ordening wél in het openbaar zal kun
nen vergaderen. Ook daarover zou het college wellicht
met een advies kunnen komen.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter!
Wanneer er iets verbeterd moet worden kan men
daar natuurlijk niet tegen zijn. Ik meen echter dat de
heer Goote niet waar kan maken dat er in het verle
den helemaal geen inspraak is geweest. Wij zijn het er
overigens wel mee eens dat voortdurend gedacht
272