Joseph. tot het nemen van de nodige stappen. Wij menen dat er een bestemmingsplannetje moet worden gemaakt, waardoor de gehele Molenstraatzaak (inclusief riole ring e.d.) aan de orde komt. De brief van St. Joseph is net een paar dagen binnen. St, Joseph verzoekt de voor nieuwbouw noodzakelijke procedure in werking te stellen. Deze brief wordt dinsdag a.s. door het college behandeld. Burgemeester en wethouders zijn van plan om deze zaak zo snel mogelijk af te handelen, waarna de raad voorstellen te behandelen zal krijgen voor nieuwbouw aan de Molen straat. De heer VISSER: Dit is geen antwoord op mijn vra gen. De heer DE WILDE: Mijnheer de voorzitter! Ik wil nogmaals vragen of het niet verstandig is dat het colle ge een notitie maakt waarover wij een gesprek kun nen hebben. Deze zaak heeft natuurlijk te maken met de hele Engbestemming en hoe dat bestemmingsplan er zal uitzien. Ik begrijp dat daarover moet worden nagedacht, maar ik zou graag willen dat de raad goed in deze zaak wordt betrokken. De VOORZITTER: Over die notitie zullen burgemees ter en wethouders overleg moeten plegen; in principe kunnen wij wel akkoord gaan met uw voorstel om de zaak te verduidelijken. De heer VAN EE: Begrijp ik het goed dat hier dan sprake is van een postzegelbestemmingsplannetje? Wethouder HOEKSTRA: Dat zal, wanneer men wil opschieten, moeten. Wij kunnen dan natuurlijk niet wachten tot het ontwikkelingsplan aan de orde is, want dan zou de Molenstraat weer veel te lang moeten wachten. De bewoners van de Molenstraat worden al een hele poos aan het lijntje gehouden en het college is het er dan ook volledig mee eens dat er nu moet worden opgeschoten. Evenals de heer De Wilde willen wij de zaak met een bepaalde snelheid afwikkelen, opdat de bewoners eindelijk weten waaraan zij toe zijn. Bovendien zal de hele Molenstraat moeten wor den opgeknapt. Daarom zal er sprake dienen te zijn van een postzegelplannetje. De heer VAN EE: Ik vind dat een interessante ont wikkeling. Toen wij destijds suggereerden dat er voor het stadhuis misschien ergens anders een postzegel plannetje moest komen, was dat niet mogelijk. Maar dat is waarschijnlijk achteraf praten. De heer VISSER: Ik meen geen goede antwoorden op mijn vragen te hebben gekregen. Het verhaal van de heer Hoekstra was interessant, maar ik zou graag wil len dat hij in het kort ingaat op de onder a, b, c en d gestelde vragen. Wethouder HOEKSTRA: Met alle plezier. Mijnheer de voorzitter. De eerste vraag luidt: „Zijn de berichten juist, dat het College van B en W plannen heeft t.a.v. de Molenstraat? Die berichten zijn niet juist. De woningen zijn van St. Vraag 2 luidt: „Kunt U deze plannen kort toelichten als ze be staan? Natuurlijk kan ik die plannen niet toelichten, want ze zijn er niet. Vraag 3 luidt: „Wat is er besproken (en afgesproken) tussen het Col lege van B en W en de vertegenwoordigers van de Wo ningbouwvereniging? Die vraag heb ik reeds beantwoord. Vraag 4 luidt: „Wanneer wordt de hele Molenstraat-kwestie aan de Raad voorgelegd? Die vraag is ook reeds beantwoord. Dinsdag a.s. wordt de brief van St. Joseph in het college behandeld. In dit verband zij opgemerkt dat wij de suggestie van de heer De Wilde in het college zullen behandelen. Daar enboven zullen wij proberen zo snel mogelijk met een postzegelplannetje te komen. De VOORZITTER: Dames en heren! Dan zijn thans aan de orde de vragen van de heer Van den Brakel. Wethouder HOEKSTRA: Mijnheer de voorzitter! In Soesterberg is men ongerust over de ongelijkvloerse kruising in de rijksweg, waardoor de sportvelden moei lijk kunnen worden bereikt. Ik heb een groot verslag gelezen van een bijeenkomst tussen de wijkraad Soes terberg en enkele mensen van de provinciale directie van rijkswaterstaat. De mensen van de provinciale di rectie hebben medegedeeld dat de kansen op aanleg van een tunnel nihil zijn. Zij hebben er bovendien op gewezen dat over twee jaar rijksweg 28 klaar zal zijn, waardoor het aantal voertuigen dat over de weg rijdt (thans 30.000) wordt gehalveerd (dan 15.000). In middels hebben wij echter in de krant kunnen lezen dat de aanleg van rijksweg 28 twee jaar is uitgesteld, waardoor de zaak in de eerste jaren urgent blijft. De wijkraad heeft in zijn laatste vergadering wederom over deze zaak gesproken. Ik had aanvankelijk de in druk dat wij over deze kwestie nog een brief zouden krijgen van de wijkraad, maar ik geloof dat ik terzake abuis ben. Die brief zal, wanneer hij komt, voor ons aanleiding zijn om verder in te gaan op deze kwestie. Wij zullen zelf stappen ondernemen, wanneer die brief niet komt. Op het ogenblik heeft het college nog geen contact met rijkswaterstaat. Het college is bereid besprekin gen op korte termijn te openen en de in aanmerking komende raadscommissies op de hoogte te stellen van het resultaat van het overleg. De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! De heer Hoekstra zegt dat het college bereid is om contact op te nemen met rijkswaterstaat. Destijds is de door ons ingediende motie op het ministerie van verkeer en waterstaat terecht gekomen, terwijl de wijkraad con tact had met de provinciale directie van rijkswater staat in Utrecht. Langs elkaar heenwerken moet wor den voorkomen. Daarom zal het college contact moe ten opnemen met dezelfde instantie als waarmede de wijkraad contact had of - en dat is misschien nog be ter - met beide instanties. Wethouder HOEKSTRA: Ik meen dat met beide in stanties contact moet worden opgenomen. De VOORZITTER! Dames en heren! Ten slotte heeft de heer Goote de vraag gesteld of de pas in ge bruik genomen sportzaal 't Hart één of twee keer per week kan worden opengesteld voor de oudere jeugd in verband met het ontbreken van speelgelegenheid voor deze groep. De brief van het bewonerscomité is doorgespeeld aan de sportstichting en zal in deze stichting worden be sproken. Er zal moeten worden gesproken over de in de brief genoemde vrije opzet en de deskundige lei ding, terwijl ook aandacht zal moeten worden be steed aan de kosten en eventuele gevolgen voor ande re accommodaties. In de sportstichting zal alles in het werk worden gesteld om tot een positief resultaat te komen. 280

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 281