tl de
wordt
In
m de
Daar-
et
thans
:el.
r! In
srse
t moei-
rslag
Soes-
sctie
le di-
nleg
:n op
zijn,
rijdt
In-
;zen
teld,
ierom
le bi
lden
rzake
ons
estie.
e
act
kin-
king
;n
e heer
iet op
r ons
en
con-
:er-
wor-
moe-
de de
igbe-
e in-
te
ige-
ir per
:ugd
leid
d aan
1 be
de in
lei-
e-
ande-
in het
at te
De zaak zal worden besproken in de eerstvolgende
vergadering van de sportstichting Daarna zal het be
wonerscomité ten spoedigste bericht worden gestuurd.
De heer VAN AALST: Mijnheer de voorzitter! Ik ga
wel kapstokken, hoewel ik niet weet of u dat toestaat.
De VOORZITTER: Dat sta ik niet toe.
De heer VAN AALST: Dan houd ik onmiddellijk op.
De VOORZITTER verklaart het vragenhalfuurtje
voor geëindigd.
188 Voorstel tot het verlenen van ontheffing van het be
paalde in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinder
wet", zulks ten behoeve van het uitbreiden van het
benzine- en gasolie-verkooppunt met een L.P.G.-in-
stallatie aan de Kerkstraat 49 te Soest.
189 Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening
1971.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
190 Voorstel tot behandeling van de eerste lezing van het
ontwerp gemeenschappelijke regeling centrale post
ambulancevervoer regio Amersfoort.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMijnheer
de voorzitter! Mijn fractie staat geheel achter de
voorgelegde regeling De belangrijkste reden hiervoor
is, dat wij deze regeling zien als een eerste stap naar de
regionalisering van de gezondheidszorg. Het is een
duidelijke zaak dat wij naar de regionalisering toe
moeten, wanneer wij in de toekomst een maximaal
voorzieningenniveau tegen aanvaardbare kosten wil
len kunnen handhaven
Hoe is de stand van zaken met betrekking tot de op
richting van een regionale gezondheidsdienst? Kun
nen wij binnenkort voorstellen van het college in die
zin verwachten of moeten wij wachten op een lan
delijke regeling?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-C ROONEN-
BERG: Mijnheer de voorzitter! Er is nog steeds een
ambtelijke commissie aan het studeren over de instel
ling van een regionale gezondheidsdienst. Uit krante-
berichten van vandaag blijkt dat hét probleem is het
feit dat de kosten dusdanig hoog zullen zijn, dat wij
nauwelijks kunnen verwachten dat op korte termijn
een dergelijke regeling van de grond komt.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik heb het
krantebericht niet gelezen, maar mag worden ver
wacht dat dit punt binnenkort ter sprake zal komen
in de commissie voor maatschappelijk werk?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Neen. Staatssecretaris Hendriks heeft daar
over enkele dingen gezegd. Hij heeft onder meer ge
zegd dat de kosten uitzonderlijk hoog zullen worden;
hoger dan werd verwacht.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
191 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften
tot het nemen van een beslissing op een ingesteld be
roep tegen de weigering van een bouwvergunning
door:
a, de Nederlandse Fotografische Industrie B.B.
De heer VAN LOGTENSTEIN Mijnheer de voorzit
ter! Namens de commissie voor de beroepschriften
deel ik mede dat de aanwezige commissieleden de ad
viezen voldoende duidelijk achten en een nadere toe
lichting op dit moment overbodig vinden De commis
sie wacht eventuele vragen met betrekking tot de pun
ten 7a, b en c af.
De heer GOOTE: Mijnheer de voorzitter! Ik heb
nogal wat moeite met dit voorstel. Er is sprake van
een geval waarbij mij het gevoel bekruipt, dat wij de
slaaf van onze eigen voorschriften dreigen te worden.
Wanneer wij een letterlijke (mijns inziens een nogal
formele) interpretatie van het voorschrift volgen, kan
het bouwplan met worden uitgevoerd. In de voor
schriften staat immers duidelijk dat een afstand van 8
meter tot beide zij-erfafscheidingen aanwezig moet
zijn Ik meen echter dat de zaak ook van een wat an
dere kant moet worden bekeken; men dient zich af
te vragen wat de bedoeling is van het voorschrift. Het
voorschrift moet mijns inziens niet alleen zuiver for
meel worden benaderd, maar ook de materiële in
houd ervan zal moeten worden nagegaan, Naar mijn
gevoel heeft het voorschrift de bedoeling te voorko
men dat er dicht op elkaar wordt gebouwd. Ik meen
dat bij uitvoering van het voorgestelde bouwplan
wordt voldaan aan de materiële inhoud van het voor
schrift De dichtst bijzijnde bebouwing zal zich nl.
op een afstand van 50 meter bevinden, hetgeen bete
kent dat er in materiële zin aan de inhoud van het
voorschrift wordt voldaan
Gelet op het vorenstaande meen ik dat wij er goed
aan doen om het beroepschrift wel gegrond te verkla
ren.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer de voor
zitter! De commissie voor de beroepschriften heeft
het beroepschrift getoetst aan de huidige voorschrif
ten. Ons is gebleken dat de bouwvergunning formeel
niet kan worden verleend
Over wat de bedoeling van een bepaald voorschrift is
en wat er op papier staat kan heel lang worden gedis
cussieerd Wij hebben geconstateerd dat de afwijzing
niet onoverkomelijk is, omdat er een andere oplos
sing is te vinden. Het bouwplan kan op een andere
wijze worden geëffectueerd Daarom menen wij dat
een afwijzing op haar plaats is, waardoor de voor
schriften kunnen worden nageleefd.
Het voorstel wordt in stemming gebracht en aange
nomen met 16 tegen 5 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden: mevrouw Van Stip-
hout-Croonenberg, Plomp, mevrouw Korthuis-Elion,
mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Lange, Van den
Brakel, Van Poppelen, mevrouw Oranje-Entink, me
vrouw Alting-Ambrosius, Verheus, Van Aalst, Van
Logtenstein, Van Ee, Hilhorst, Smit en Hoekstra.
Tegen hebben gestemd de leden: Visser, Goote, De
Wilde, mevrouw Van Gelder-Cornelissen en Stam.
b. H.A. van Beusekom,
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen,
c. A.J. Diekman.
De heer DE WILDE: Mijnheer de voorzitter! Met be
trekking tot deze zaak is er nogal wat stof opgewaaid
en er zijn uitdrukkingen gebezigd die somtijds in de
persoonlijke sfeer lagen. Van die uitdrukkingen dis
tantieer ik mij; ik wü slechts de zaak op zakelijke wij
ze behandelen Ik kom tot een andere opvatting dan
het college en de commissie voor de beroepschriften,
maar ik hecht eraan om voorop te stellen dat ik aan
neem dat alle leden van het college en alle leden van
de commissie voor de beroepschriften zich op de
meest serieuze manier hebben beziggehouden met de
vraag hoe het betrokken artikel van de bestemmings
voorschriften moet worden geïnterpreteerd. Ik maak
mij derhalve los van bewoordingen in stukken die ons
hebben bereikt.
281